Zoeken in deze blog

zondag 10 juni 2018

Église Saint-Lucien te Avernes (Val d'Oise 95)

Église Saint-Lucien 
te Avernes

Geschiedenis.
De stichtingsdatum van de parochie is niet gekend maar men moet minstens teruggaan tot het midden van de 11de eeuw.  De kerk is toegewijd aan Saint-Lucien, apostel in de streek van Beauvais en eerste bisschop van Beauvais en de martelaarsdood stierf op het einde van de 3de eeuw.  Tijdens het Ancien Régime hing Avernes af van de dekenij van Meulan, de aartsdekenij van het Franse Vexin en het aartsbisdom van Rouen.  De  begever van de prebenden van het priesterambt is de priorij van Saulseuse, te Tilly in het huidige departement van de Eure.  Het dorp bewaart de herinnering van een priorij vastgelegd ten zuiden van de kerk.  Avernes moest dus een priorij-parochie zijn waarbij de priester, een religieus door de prior van Saulseuse aangeduid, op hetzelfde moment de taak als prior vervulde.  De geschiedenis van de parochie en zijn kerk blijft nog op te helderen.  De verschillende constructiefazen zijn niet weergegeven door documenten en moeten aangeduid worden door de archeologische analyse.
Het oudste element van de huidige kerk is het portaal in rondboog die de periode van overgang van Romaans naar Gotiek weergeeft, in het midden van de 12de eeuw.   Dit moest toebehoren aan een oudere Romaanse kerk die totaal herbouwd werd op het einde van de 12de of begin 13de eeuw in de primitieve Gotische stijl.  De gebroken boog is er systematisch gebruikt maar enkele kapitelen zijn van dezelfde stijl als deze rechts van het portaal.  Enkele tientalen jaren na de beëindiging van het schip is het overwegend Romaanse venster boven het portaal vervangen geweest door een uitgestrekte boog met een Gotische opvulling.  Tijdens de Honderdjarige Oorlog, in 1434 is het schip gedeeltelijk vernield door de Engelsen en gereconstrueerd onder Catherine d'Hardeville in 1491.  De kapitelen van de grote boogreeksen zijn bewaard maar de boogreeksen zelf en de vensters herdaan in de flamboyante Gotische stijl.  Het is bij deze gelegenheid van restauratie dat de kapitelen 45° gedraaid zijn.  Zijdelings geplaatst ontvangen de dekstukken de ribben van de nieuwe gewelven wat nog steeds zichtbaar is in de zijbeuken van het schip.  Het blijft twijfelachtig of het ontwerp goed uitgevoerd is daar de steunen van begin 13de eeuw nog steeds bestaan in de hoeken naast de kruisbeuken van het transept.  Door de zware impact van de restauraties in het laatste kwart van de 19de eeuw is het niet meer mogelijk te weten of het schip opnieuw is overwelfd op het einde van de 15de eeuw.  Men vermoedt dat de kerk in brand is gestoken met de achtste godsdienstoorlog in 1591 maar de impact van de brand is moeilijk te evalueren. 
Zich steunend op een bron, bevestigt Bernard Duhamel dat het transept en het koor opnieuw zijn overwelfd op het einde van de 17de eeuw, in 1693.  Deze werken zijn waarschijnlijk in overeenkomst met de vernielingen van de eeuw eerder.  Het is ongeschikt om te praten van een nieuwe overwelving daar de nerven van de gewelven het profiel van een rib vertonen tussen 2 voetringen, afkomstig van het einde van de Romaanse periode en de eerste Gotische periode.  De werkzaamheden droegen eerder bij tot een herwerking van de overwelving.  Restauraties van een gans andere omvang zijn ondernomen in het laatste kwart van de 19de eeuw.  Hun meest verbazend resultaat is de uitrusting van het schip met valse ribgewelven in lichte materialen.  De originele stijl werd er niet gerespecteerd daar de ribben van de gewelven op één enkele colonnet terugvallen met kapitelen bovenaan iedere pijler ipv bundels met 3 of 5 colonnetten.  De restauratie van de zuidelijke kruisbeuk in 1888 is meer gerespecteerd daar de bundels van de colonnetten in de hoeken in het zuiden gevormd zijn in hun oorspronkelijke stijl.  De steunpijlers ontbreken nog steeds in de noordwestelijke hoek.  In het koor dat in 1883 gerestaureerd werd, zijn de schikkingen belangrijker.  Vermoedelijk werden al de kapitelen van de ribben en de gordelbogen opnieuw gebeeldhouwd zich inspirerend op de originelen die ter plaatse zijn teruggevonden.  De bundels van de colonnetten van de tussenliggende gordelboog en in de zuidwestelijke hoek van de eerste travee, en de colonnetten in de hoeken van de apsis zijn niet vervangen geweest.  Tijdens de restauratie van de noordelijke kruisbeuk in 1901 zijn de kapitelen vervangen door steenblokken die nooit gebeeldhouwd werden.  Het project is dus onvolledig gebleven.  De enige travee van de kerk die volledig zijn karakter van de 13de eeuw heeft behouden, is de kruising van het transept.  Hier beperken de restauraties zich tot het vervangen van enkele basissen.  Zelfs de oude architecturale polychromie is op zijn plaats gebleven.  Ondanks de doorgevoerde wijzigingen en de niet altijd gerechtvaardigde restauraties is het gebouw op 07 mei 1945 geklasseerd als historisch monument.

Beschrijving.
Ongeveer regelmatig georiënteerd met een lichte afwijking van de as naar het zuidoosten aan de zijde van het kooreinde, beantwoordt de kerk aan een symmetrisch kruisvormig plan.  Zij is samengesteld met een schip van 4 traveeën en 2 zijbeuken, met een vierkant van het transept vertegenwoordigend de oppervlakte van 2 traveeën van de hoofdbeuk, met een korte centrale klokkentoren die zich verheft bovenaan de kruising van het transept, met 2 kruisbeuken van dezelfde afmetingen en met een koor van 2 traveeën.  Het eerste, overdekt met een zesdelig kruisgewelf, is eveneens van dezelfde afmeting als het vierkant van het transept.  Het tweede is iets korter en met gebroken wanden.  Als bijzonderheid is het vierkant van het transept in werkelijkheid van het trapeziumvormig plan.  Het koor vernauwt zich geleidelijk naar het oosten toe.  De sacristie is gesitueerd achter de westelijke muur van het schip.  Het geheel van de kerk is overwelfd met ribben uitgezonder de zijbeuken zijn eenvoudig zijn geplafonneerd.  De gewelven van het schip zijn nabootsingen en zijn vervaardigd uit hout en plaaster.  Men betreedt de kerk langs het noordelijke portaal, in de tweede travee van de noordelijke zijbeuk.  Een tweede portaal dat niet meer gebruikt wordt, bestaat in het zuiden.  Het schip en de zijbeuken zijn in hun geheel overwelfd met een uitgestrekt dak met 2 hellingen en met een puntgevel in het westen.  De kruisbeuken zijn voorzien van daken loodrecht op het schip met puntgevels in het noorden en het zuiden.  Het dak van de apsis is in halfrond.


Het portaal.
Het noordelijke portaal stelt een drievoudige archivolt voor in rondboog, ondersteund door 3 colonnetten met kapitelen aan weerszijden.  Tussen deze colonnetten zijn de uitsprongen van de muur verborgen onder de fijne colonnetten.  Dit is een bijzonderheid die men nergens ziet in het Franse Vexin maar in de nabij streek van de Pincerais, te Crespières.  Elk van de booggordels van de archivolt zijn van lijstwerk voorzien met een half ingewerkte voetring.  Hierbij voegt een rij van parelversiering op de middelste boogring en staafversiering op de bovenste booggordel.  Bovenaan het geheel loopt een fries van gebladerte dat een gegolfde lijn vormt.  Links van het portaal zijn de kapitelen gebeeldhouwd met acanthusgebladerte naar het antieke voorbeeld en rechts met fijne palmetten vermengd met tarwehalmen  die het symbool vormen van de Eucharistie.  De cilinders staan dwars op de groefleger.  Verschillende onder hen zijn herdaan.  De basissen zijn samengesteld met een hollijst en een zware afgeplatte ring die geflankeerd wordt met vegetarische klauwen.  Het verzorgde lijstwerk van de sokkels is hier te benadrukken.  Het timpaan en het linteel zijn hier verloren gegaan.  De breedte tussen de steunmuren is 1,80 m en de hoogte van de dekstukken is 2,24 m.  Volgens Bernard Duhamel behoorde het portaal tot de westelijke gevel.  Bovenaan bestaat nog een gegraveerde inscriptie uit de periode van de Franse Revolutie toen de kerk een tempel van de Rede werd met de republikeinse leuze : Liberté, Egalité, Fraternité !










Bron.
Bernard Duhamel in Guide des églises du Vexin Français, Avernes; Editions du Valhermeil; Paris 1988.

Bijlagen.

Geen opmerkingen: