Zoeken in deze blog

zaterdag 29 september 2018

Eglise Saint-Sébastien te Dieulouard (Meurthe-et-Moselle 54)

Eglise Saint-Sébastien 
te Dieulouard

Beschrijving.
De oude collegiale Saint-Lambert van Dieulouard is gesitueerd ten zuiden van Pont-à-Mousson op de stijle oever van de Moezel. op de plaats waar de oude Romeinse weg die leidde van Verdun naar het Oosten, de oever overschreed.
De kerk werd voor de 1ste keer vermeld in documenten van 1028 en dient sedert 1481 als parochiekerk.  Het kapittel werd sedert 1602 ontbonden.
Het gebouw vertoont zich nu onder het aspect van een basiliek met 3 beuken in de late gotische stijl en houdt een polygonaal koor en een merkwaardige gevel in renaissance in.
Een crypte die voor het grootste gedeelte van de 11de eeuw schijnt te dateren, strekt zich onder de apsis uit.  Men betreedt deze via de oostelijke travee van de zuidelijke zijbeuk.  Men betreedt vervolgens een gang overwelfd met een gewelf en aan zijn uiteinde leidt deze gang via een bocht naar het onderste gedeelte.



Op het einde van de gotische periode werd deze crypte echter gewijzigd.  Tussen de beide ingangen situeert zich een rechthoekige zaal waarvan de nissen eveneens rechthoekig zijn maar overwelfd met een tongewelf.  Deze staan in verbinding met de kerk door een halfronde opening.  De crypte houdt 2 traveeën in waarvan de ene het schip en de andere het koor vormt dat beëindigd wordt door 3 vensters die dateren van de romaanse periode.  De vensters links en recht dateren van het einde van de 10de eeuw.  Deze in het midden gaat eveneens terug tot deze periode maar werd heel onhandig gerestaureerd.





Naar alle waarschijnlijkheid zou deze zaal een biechtruimte geweest zijn en de beide gangen vormen de restanten van de 1ste romaanse constructie.  Het meest verwante voorbeeld van een vergelijkbare toegang bevindt zich in de crypte van de kathedraal van Metz.  De gemetselde massieven in kwadrant volgend op de gangen zouden een gedeelte kunnen zijn van de funderingen van de torens van het 1ste koor.


Bron.
- Rainer Slotta in Lorraine romane; Editions Zodiaque, "la Nuit des Temps 61"; Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1984.

Bijlagen.

Eglise Saint-Rémy te Onville (Meurthe-et-Moselle 54)

Eglise Saint-Rémy 
te Onville





Bijlagen.

Eglise Saint-Vincent te Colombier-le-Haut (Saône-et-Loire 71)

Eglise Saint-Vincent 
te Colombier-le-Haut

Beschrijving.
De naam Colombier komt van het Latijnse "Colombarium" en wordt in de archieven van Cluny vermeld.  De oude kerk van Colombier maakte deel uit van het aartspriesterlijke domein van Tournus en vervolgens vanaf de 18de eeuw van deze van Brancion.  Geplaatst onder het patronaat van de heilige Vincent, was zij onder het patronaatschap van de heilige Vincent van Châlons.  De kerk was ook een periode toegewijd aan de heilige Maarten.  
Het gehucht van Colombier-le-Haut bevindt zich op een heuvel ten zuidwesten van Sennecy-le-Grand, nabij de weg die loopt van Tournus naar Saint-Gengoux.


De abdij van Cluny was er reeds in 955  van in het bezit.  Nu behoort zij tot het religieuze patrimonium van Bresse-sur-Grosne.  Tot en met 1860 diende de romaanse kapel van het kasteel van Bresse-sur-Grosne als parochiekerk onder het patronaal van de heilige Pancracius maar zij is bouwvallig en te klein geworden.  De eigenaars van het kasteel stelden een perceel in het centrum van het dorp ter beschikking om er op hun kosten een nieuwe parochiekerk op te richten.  In 1860 is deze opgericht in een neogotische stijl en staat opnieuw onder het patronaat van de heilige Pancracius.  De 3de cultusplaats is de kerk van Colombier-le-Haut die de vallei van de Grosne domineert.  Als men afdaalt naar de vallei van de Grosne treft men er de kapel van het gehucht Saint-Forgeuil aan.  In de 17de eeuw had een waterschaarste enkele inwoners van Colombier-le-Haut ertoe gebracht om het gehucht te verlaten en zich te vestigen in Colombier-le-Bas.  De belasting van de gemeente van verschillende cultusplaatsen is er waarschijnlijk ook de oorzaak van de bouwvallige staat van de kerk waarin de kerk van Colombier-le-Haut zich nu bevindt.
De romaanse kerk van begin 12de eeuw is nog steeds omringd van haar kerkhof maar de gevel werd in de 15de eeuw gewijzigd.  Zij is nu echter verlaten en verkeerd in een staat van verval.


De westelijke gevel wordt verlicht door een oculus bovenaan de ingang in een gebroken boog en men kan er nog steeds de sporen aantreffen van een vroeger portiek.


De vierkante klokkentoren bestaat uit 2 verdiepingen en wordt aan iedere zijde verlicht door 2 rondbogen uitgewerkt in baksteen.  Deze aan de westelijke en de zuidelijke zijde zijn dichtgestopt op de onderste verdieping.



De buitenste muur van de apsis wordt in de as gestut door een zeer uitstekende steenbeer en aan iedere zijde door een andere steunbeer met een sterk uitstekende talud.



Bron.
- M et Ch. Dickson in Les églises romanes de l'ancien diocèse de Châlon; Editions Protat; Châlon-sur-Saône 1935.

Bijlagen.

vrijdag 28 september 2018

Eglise Saint-Pierre te Hastière-par-Délà (Namur)

Eglise Saint-Pierre 
te Hastière-par-Délà

Geschiedenis.
De site moest reeds bewoond zijn in een heel vroege periode en men wijdt de oprichting van een 1ste kerk toe sedert de kerstening van de regio door de heilige Materne.
Op het archeologische plan kan deze veronderstelling niet gestaafd worden.  De 1ste zichtbare gegevens betreft de geschiedenis van de abdij van Hastière, gaan terug tot de 1ste helft van de 10de eeuw en zijn voor het merendeel ononderbroken gekend dmv 2 akten; een diploma van Karel de Eenvoudige die in 912-915 de schenking van de abdij aan Saint-Lambert te Luik bekrachtigd en een andere die aantoont dat in 945 de abdij in werkelijkheid toebehoorde aan het bisdom Metz vooraleer het als priorij in 969 werd toegevoegd aan de abdij van Waulsort. 
De geschiedenis van de abdij was in de loop van de 11de eeuw een aaneenschakeling van twisten en verzoeningen tussen beide abdijen.  In  de loop van deze periode, onder abt Rodolphe werd de kerk van Hastière in de jaren 1033-1035 gereconstrueerd.  Het gaat voornamelijk over het gebouw van nu.  In 1227 gaan Waulsort en Hastière over van het bisdom Metz naar dit van Luik.  In de loop van dezelfde eeuw laat abt, Alard de Hierges, het koor reconstrueren in de gotische stijl.


Grafsteen van Alard de Hierges


De geschiedenis van de abdij wordt nadien gekenmerkt door een langdurig verval.  Geplunderd en in brand gestoken in 1568 door de protestanten maar gespaard gebleven door de Franse troepen in 1792, werd de kerk alsnog in de loop van het volgende jaar de prooi van een brand.  Nadien verkocht werd het oostelijke gedeelte in 1826 teruggekocht en voor de eredienst opnieuw in gebruik genomen.  Voor het westelijke gedeelte moet men echter nog een halve eeuw wachten wanneer dit in 1885 door de gemeente werd teruggekocht, onderzocht en gerestaureerd.



Men vond eveneens de crypte terug die gedicht was met de constructie van het koor alsook elementen van een rechthoekig gebouw met vlak kooreinde, in het schip van de 11de eeuw.  Dit gebouw bezat reeds de elementen van de preromaanse periode van de 10de eeuw.

Beschrijving.
Ondanks de restauraties en de recentere hernemingen van de romaanse gedeelten is de architectuur van de romaanse kerk van Hastière bijzonder belangrijk daar zij nog steeds een verzekerde chronologie  uitstraalt.  Voor de restauratie was enkel de basis van de toren en het schip dat in slechte staat verkeerde, bewaard gebleven.  Het is op ieder punt het meest verwante monument met de architectuur van de kerken van Celles-lès-Dinant en Ciney en zodoende bezit de kerk van Hastière alle kenmerken van het Maasromaans van rond het midden van de 11de eeuw.



Drie beuken van 5 traveeën die geritmeerd worden door de rechthoekige pijlers, vormen het lichaam van het gebouw.  Het transept van het type laag transept met ingevoegde kruisbeuken op de zijmuren van het schip, lijken nu verplaatst naar het midden van het gebouw om reden van de constructie naar het oosten toe tijdens de gotische periode.  Oorspronkelijk kwam dit transept uit op een grote, halfronde apsis geflankeerd van 2 kleine absidiolen wat heel kenmerkend was voor deze periode. 


Plan volgens Belgique romane; Editions Zodiaque

In het westen is de toren van het vierkante plan nog steeds toegevoegd van een kleine cirkelvormige toren aan de noordelijke zijde.  Dit vooruitstekend gedeelte houdt een gelijkvloers in, versierd met blinde boogreeksen, overkluisd met een graatgewelf dat zich op het schip opent.  Hierdoor vervult het tenvolle zijn rol als tegenkoor.  Op de verdieping opent zich een tribune toegewijd aan de heilige Michaël, die op het schip uitgeeft dmv een elegante drievoudige boog.










  
De hoofdbeuk met zijn sobere verheffing van 2 verdiepingen, was reeds bij de aanvang voorzien van een plafond.  Zijn soberheid wordt enigszins getemperd door de dekstukken die de pijlers bekronen en de terugval van de grote bogen ontvangen.  Deze soberheid welke hedendaags tal van Maasromaanse als Ottoonse gebouwen kenmerkt, was tijdens de middeleeuwen versierd met een beschilderd decor welk eveneens het plafond overdekte.


  
Aan de buitenzijde is het architecturale decor van blinde boogreeksen die de vensters omkaderen, opnieuw heel erg verwant met deze van Celles-lès-Dinant.





De crypte die ontdekt werd in de loop van de restauratiewerken van de 19de eeuw, is van dezelfde periode van het gebouw, van het 2de kwart van de 11de eeuw.  Deze beantwoordt aan het type van de hallencrypte en stelt reeds vanaf het begin een verdeelde ruimte voor in 9 vakken met een graatgewelf.  Deze waren verdeeld in 3 beuken van 3 traveeën.  Komende vanuit het schip bij de kruising van het transept, bevond de ingang zich langs 2 zijdelingse ingangen die rechtover de 2 absidiolen lagen.  De verheffing van de gewelven van de crypte welke maar half ondergronds lag, bracht een verhoging van de koorvloer met zich mee wat de restaurateurs van de 19de eeuw in ere hebben hersteld.  Hierdoor kan men zich de romaanse apsis voorstellen die om reden van deze verheffing de bevoorrechte rol van dit gedeelte van het gebouw kenmerkte in overeenkomst met het westelijke tegenkoor.








Bron.
- Jean-Pierre Esther en Geert Bekaert in België romaans; Uitgeverij Hadewijch; Antwerpen-Baarle 1992.
- Xavier Barrel i Altet in Belgique et Grand-Duche de Luxembourg romane; Editions Zodiaque, "la Nuit des Temps 71"; Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1983.
- Jean Roubier en André Courtens in Romaanse kunst in België; Uitgeverij Vokaer; Brussel 1972.

Bijlagen.
-https://www.google.com/maps/d/u/0/viewer?hl=es&ll=50.43259604338188%2C5.0368916574468585&z=10&mid=1JZgRM4WVWxmCjDOu6fvU2B385C5piFlr
-https://www.egliseinfo.be/lieu/55/hastiere-par-dela/abbatiale-saint-pierre
-http://www.eglisesouvertes.be/church_detail.asp?churchID=150
-http://balat.kikirpa.be/results.php?linkthrough=BA&linkval=Eglise+Saint-Pierre%5BHasti%C3%A8re-par-del%C3%A0%5D
-https://hastiere-tourisme.be/decouvrir/les-perles-de-culture-histoire-et-patrimoine/abbatiale-dhastiere-par-dela/
-http://gitelesroches.be/abbatiale-romane-dhastiere/
-http://walloniebelgiquetourisme.be/fr-be/content/abbatiale-romane-dhastiere-et-son-musee
-http://www.belgiumview.com/belgiumview/tl3/view0000841.php4
-http://patrimoinehastiere.be/wp-content/uploads/2018/06/depliant-4volets-Abbatiale-MPH.pdf
-http://francoismunier.over-blog.com/article-hastiere-par-dela-belgique-74374281.html
-https://photos.google.com/album/AF1QipP0I7g0A9MzElpN6ochZ4i3dhhtO78ekHKtYu1-
-https://www.google.be/maps/place/%C3%89glise+abbatiale+Saint-Pierre+d'Hasti%C3%A8re/@50.2139099,4.8250173,17z/data=!4m13!1m7!3m6!1s0x47c1eb0cd01aee77:0x3a1015aa604014fa!2sRue+Moussia,+5541+Hasti%C3%A8re!3b1!8m2!3d50.2139065!4d4.827206!3m4!1s0x47c1eb0d328bb013:0x56b14806e02d4b18!8m2!3d50.2149944!4d4.8270448?hl=nl

donderdag 27 september 2018

Eglise de la Conversion-de-Saint-Paul te La Frette (Saône-et-Loire 71)

Eglise de la Conversion-de-Saint-Paul 
te La Frette









Bijlagen.

Eglise Saint-Martin te Ormes (Saône-et-Loire 71)

Eglise Saint-Martin 
te Ormes













Bijlagen.