Zoeken in deze blog

vrijdag 20 oktober 2023

Eglise Saint-Germain te Anost (Saône-et-Loire 71)

 Eglise Saint-Germain 

te Anost













Bijlagen.
-https://photos-eglises.fr/Bourgogne/71/Anost/anost.htm

Eglise Saint-Léger te Saint-Léger-sous-Beuvray (Saône-et-Loire 71)

 Eglise Saint-Léger 

te Saint-Léger-sous-Beuvray






Bijlagen.
-https://sites.google.com/site/montbeuvray/saint-leger-sous-beuvray%28sa%C3%B4ne-et-loire%29

donderdag 19 oktober 2023

Eglise Saint-Martin te Vauxrenard (Rhône 96)

 Eglise Saint-Martin 

te Vauxrenard



Geschiedenis.
Vauxrenard een mooi dorp in de Beaujolais op een pittoreske plaats op 550 m hoogte, was oorspronkelijk reeds de zetel van een aartspriesterschap van het oude diocees van Mâcon.  De kerk onder het patronaat van saint Martin,"ecclesia Vallis Regraudi", figureert in een vroeger prebendenregister van 1412 en men ziet in de rekening uit de 13de eeuw dat er te Vauxrenard een prior "prior Vallis Regnaudi" en een priester die geen tienden afdroegen maar een bisschoppelijke vergoeding.  De kerk was zoals deze van Chiroubles, van Ouroux en Saint-Léger onder het benoemingsrecht van de prior van Saint-Pierre van Mâcon.

Beschrijving.
Het huidige gebouw waarvan het vroegste gedeelte met het schip en zijbeuken gereconstrueerd zijn tijdens een moderne periode en stelt op archeologisch vlak geen enkele interesse voor uitgezonderd zijn klokkentoren met zijn travee die deze ondersteunt en de kruisbeuken die deze ondersteunen.  Het koor met één enkele apsis is heel erg herwerkt geweest en onhandig gerestaureerd.







Overdekt door een achthoekige koepel op trompen is de kruising waarop de klokkentoren zich verheft, in het noorden en het zuiden overwelfd met een tongewelf die de massa van de klokkentoren stutten. Deze zware en gedrongen, vierkante klokkentoren bezit onderaan een blinde basis en een verdieping met bogen   Op deze verdieping is elk van de 4 zijden rechts en links begrensd door aangezette colonnetten die zich in de lengte en naast de bogen verheffen, verdeeld in 2 door een 3de colonnet in het midden die alzo op iedere zijde 2 panelen vormt.  Elk van deze bewaart een rondboog waarin zich een paarsgewijze boog opent, versierd met een colonnet bij de gemeenschappelijke terugval van de dubbele cirkel. Het dak van de klokkentoren is niet zo oud.







Deze klokkentoren van Vauxrenaud die waarschijnlijk behoort tot de 1ste helft van de 12de eeuw is van het type dat men gewoonlijk aantreft in de Beaujolais.  Men vindt analoge klokkentorens in de Charollais.  Zoals op de verdieping van de rondbogen met drie aangezette colonnetten waarvan één in het midden van iedere zijde, vindt men terug te Belleville-sur-Saône, te Saint-Nicolas van Beaujeu, bij de mooie klokkentoren van Vareilles-en-Brionnais, enz..... en bij de klokkentoren van Suin zijn de aangezette zuilen aan de hoeken vervangen door gecanneleerde pilasters. 

Bron.
- Jean Virey in "Les églises romanes de l'ancien diocèse de Mâcon"; Imprimerie Protat Frères; Mâcon 1934.


Bijlagen.

Eglise Saint-Marcel te Charbonnat (Saône-et-Loire 71)

 Eglise Saint-Marcel 

te Charbonnat


Beschrijving.
Halverwege tussen Etang en Toulon verheft zich het dorp van Charbonnat als een aangename site aan de oevers van de Arroux.  De kerk stelt zich samen met een geplafonneerd schip zonder stijl, met een travee die de klokkentoren draagt en een minder brede halfcirkelvormige apsis. 
Een tongewelf overdekt de travee.  Deze is herverdeeld door de hoge rondboogvensters met insprong waarvan de authenticiteit twijfelachtig is.  De boog die de travee van het schip scheidt, houdt 2 imposten in, allebei schuin afgewerkt.  Aan de noordzijde is de voorzijde van deze afschuining versiert met een rij van kabelversiering.
De apsis is overwelfd met een halfkoepel.  Zijn omtrek is versierd met een galerij van heel zware rondbogen gedragen door colonnetten die op een steunmuurtje zijn geplaatst en voorzien van lijstwerk.  De boog in het midden aan iedere zijde van zijn buren gescheiden door een kleinere boog op colonnetten.  Dit systeem van versiering is eveneens gebruikt in de naburige kerk van Sainte-Radegonde.  De kapitelen van de colonnetten zijn in een ruwe vorm gehakt, hun basissen zijn torisch of attiek.  
De vierkante klokkentoren verheft zich op 2 verdiepingen waarbij de onderste op iedere zijde is opengewerkt met 2 bogen.  De klokkenverdieping in lichte terugval boven een bandlijst, houdt een dubbele rondboog in waarbij de gemeenschappelijke terugval op 2 colonnetten gebeurd dat door hetzelfde dekstuk is verenigd.  De kapitelen dragen een vegetarisch decor.






De apsis is gestut door steunberen met een dunne talud, en voorzien van een vierkante gootklos.




Het geheel gaat terug tot het einde van de 11de of begin 12de eeuw.

Bron.
- Raymond Oursel in "Les Eglises romanes de l'Autunois et du Brionnais, Cluny et sa région, Protat 1956.


Bijlagen.
-http://www.bourgogneromane.com/edifices/charbonnat.htm

woensdag 18 oktober 2023

Eglise Saint-Roch te Vaux-en-Pré (Saône-et-Loire 71)

 Eglise Saint-Roch 

te Vaux-en-Pré


Geschiedenis.
Vaux-en-Pré "Vallis in Pratis" is een klein dorp in een uitgestrekte vallei tussen 2 heuvelketens aan een zijrivier en op 3 km van de rivier La Guye.  Het dorp bezit een interessante romaanse kerk die voor 1412 niet vermeld is in het prebendenregister en van oudsher was toegevoegd aan Genouilly.  Vandaag is zij een toevoeging van Saint-Clément-sur-Guye.  Zij maakt deel uit van een zeer verspreide groep van heel oude en merkwaardige kerken zoals Genouilly, Vaux-en-Pré, Saint-Clément-sur-Guye, Saint-Martin-de-Croix, Burnand, enz.....
Geen enkele oude tekst vermeldt haar of minstens geen enkele tekst verwijst naar deze kerk daar de plaatsen met de naam Vallis veelvuldig in de regio zijn en niet gemakkelijk is om deze te herkennen. 

Beschrijving.
De kerk van Vaux-en-Pré, onder het patronaat van Saint-Roch stelt zich samen met een schip voorafgegaan van een later toegevoegd portiek gevolgd door een travee als een soort transept maar niet zo breed als het schip waarvan de kruising merkwaardig is door haar overwelving met een tongewelf onder een klokkentoren.  Deze in het noorden en zuiden geflankeerd bij wijze van kruisbeuken als 2 versterkingen overwelfd met een half tongewelf.  Het is dezelfde samenstelling als bij de kerk van Saint-Romain-des-Îles maar bij deze heeft men echte kruisbeuken aangebracht.  Aan weerszijden van het tongewelf onder de klokkentoren zijn, gestut door de zijdelingse halve tongewelven, verbonden met zware gordelbogen waarbij de onderste delen in het oosten zijn verwerkt in de triomfboog.
Na deze volgt een koortravee overwelfd met een gebroken tongewelf, en vervolgens na een andere gebroken boog de halfronde apsis overwelfd met een halfkoepel.

Plan J. Virey

Het schip is aan iedere zijde verlicht door 2 vensters.  Terwijl deze in het noorden, 2 oude vensters als een spleet zijn waarvan de insprong aan de binnenzijde is, zijn deze in het zuiden herdaan om deze te vergroten.  Aan weerszijden onder de klokkentoren bevindt zich een venster en in de koortravee opent zich tov een venster doorbroken in het zuiden, een deur die toegang verschaft tot de moderne sacristie.  De apsis bezit 3 vensters waarbij deze in het midden dichtgestopt is.






De boog aan de onderzijde van de klokkentoren is licht gebroken zonder imposten.  De triomfboog bezit een gebroken boog en na het gewelf in een gebroken tongewelf van het koor, is de boog die zich opent op de apsis serieus gebroken en voorzien van imposten.






Aan de buitenzijde is een portiek overdekt met een afdak tegen de gevel aangebracht en verbergt een deel van de versiering.  Een portaal in rondboog maar aan de binnenzijde gebroken is, is in het midden van de gevel geopend.  Het metselwerk is verdeeld in 3 panelen door 4 brede en verticaal uitstekende banden, 2 per 2 verenigd aan hun bovenste gedeelte onder puntgevel door 2 rondbogen op ieder paneel en samengesteld in de helling volgens de hellingshoek van de puntgevel.  De soberheid van dit decor sluit het karakter niet uit.  Het is een gevel van een type uit de 11de eeuw.






De zijdelingse verheffing bezit geen steunberen maar enkel vensteropeningen.  Voorbij het niveau van de klokkentoren, vanaf het koor wijzigt het metselwerk van aspect met een andere techniek en heel zichtbaar een herneming in de constructie.  Het metselverband is verzorgd in kleine, regelmatig samengestelde breukstenen.  Dit is een ontwerp uit de 12de eeuw. 








Samengevat kan men stellen dat het vroegste gedeelte van de kerk zou toebehoren tot de 11de eeuw.  Het kooreinde samen met de koortravee is een reconstructie uit de 12de eeuw. 

Bron.
- Jean Virey in "Les églises romanes de l'ancien diocèse de Mâcon"; Imprimerie Protat Frères; Mâcon 1934.


Bijlagen.