Eglise Saint-Roch
te Vaux-en-Pré
Geschiedenis.
Vaux-en-Pré "Vallis in Pratis" is een klein dorp in een uitgestrekte vallei tussen 2 heuvelketens aan een zijrivier en op 3 km van de rivier La Guye. Het dorp bezit een interessante romaanse kerk die voor 1412 niet vermeld is in het prebendenregister en van oudsher was toegevoegd aan Genouilly. Vandaag is zij een toevoeging van Saint-Clément-sur-Guye. Zij maakt deel uit van een zeer verspreide groep van heel oude en merkwaardige kerken zoals Genouilly, Vaux-en-Pré, Saint-Clément-sur-Guye, Saint-Martin-de-Croix, Burnand, enz.....
Geen enkele oude tekst vermeldt haar of minstens geen enkele tekst verwijst naar deze kerk daar de plaatsen met de naam Vallis veelvuldig in de regio zijn en niet gemakkelijk is om deze te herkennen.
Beschrijving.
De kerk van Vaux-en-Pré, onder het patronaat van Saint-Roch stelt zich samen met een schip voorafgegaan van een later toegevoegd portiek gevolgd door een travee als een soort transept maar niet zo breed als het schip waarvan de kruising merkwaardig is door haar overwelving met een tongewelf onder een klokkentoren. Deze in het noorden en zuiden geflankeerd bij wijze van kruisbeuken als 2 versterkingen overwelfd met een half tongewelf. Het is dezelfde samenstelling als bij de kerk van Saint-Romain-des-Îles maar bij deze heeft men echte kruisbeuken aangebracht. Aan weerszijden van het tongewelf onder de klokkentoren zijn, gestut door de zijdelingse halve tongewelven, verbonden met zware gordelbogen waarbij de onderste delen in het oosten zijn verwerkt in de triomfboog.
Na deze volgt een koortravee overwelfd met een gebroken tongewelf, en vervolgens na een andere gebroken boog de halfronde apsis overwelfd met een halfkoepel.
Plan J. Virey
Het schip is aan iedere zijde verlicht door 2 vensters. Terwijl deze in het noorden, 2 oude vensters als een spleet zijn waarvan de insprong aan de binnenzijde is, zijn deze in het zuiden herdaan om deze te vergroten. Aan weerszijden onder de klokkentoren bevindt zich een venster en in de koortravee opent zich tov een venster doorbroken in het zuiden, een deur die toegang verschaft tot de moderne sacristie. De apsis bezit 3 vensters waarbij deze in het midden dichtgestopt is.
De boog aan de onderzijde van de klokkentoren is licht gebroken zonder imposten. De triomfboog bezit een gebroken boog en na het gewelf in een gebroken tongewelf van het koor, is de boog die zich opent op de apsis serieus gebroken en voorzien van imposten.
Aan de buitenzijde is een portiek overdekt met een afdak tegen de gevel aangebracht en verbergt een deel van de versiering. Een portaal in rondboog maar aan de binnenzijde gebroken is, is in het midden van de gevel geopend. Het metselwerk is verdeeld in 3 panelen door 4 brede en verticaal uitstekende banden, 2 per 2 verenigd aan hun bovenste gedeelte onder puntgevel door 2 rondbogen op ieder paneel en samengesteld in de helling volgens de hellingshoek van de puntgevel. De soberheid van dit decor sluit het karakter niet uit. Het is een gevel van een type uit de 11de eeuw.
De zijdelingse verheffing bezit geen steunberen maar enkel vensteropeningen. Voorbij het niveau van de klokkentoren, vanaf het koor wijzigt het metselwerk van aspect met een andere techniek en heel zichtbaar een herneming in de constructie. Het metselverband is verzorgd in kleine, regelmatig samengestelde breukstenen. Dit is een ontwerp uit de 12de eeuw.
Samengevat kan men stellen dat het vroegste gedeelte van de kerk zou toebehoren tot de 11de eeuw. Het kooreinde samen met de koortravee is een reconstructie uit de 12de eeuw.
Bron.
- Jean Virey in "Les églises romanes de l'ancien diocèse de Mâcon"; Imprimerie Protat Frères; Mâcon 1934.
Bijlagen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten