Zoeken in deze blog

zondag 23 mei 2021

Sint-Pieterskerk te Ieper (West-Vlaanderen)

Sint-Pieterskerk 
te Ieper

Geschiedenis.
De oorsprong wordt teruggebracht tot 1073 met de bouw van een bedehuis in opdracht van de graaf van Vlaanderen, Robrecht de Fries. Nu wordt de oprichting hiervan gesitueerd in de tweede helft van de 12de eeuw.  In 1102 wordt de parochie gesticht die afhankelijk was van het Sint-Maartenskapittel te Ieper.
Naar een uitgewerkte reconstructie van de Romaanse plattegrond door F. Desmidt toont dit een kruiskerk met een Westblok met aansluitend een even breed schip, een uitspringend transept en een rechte koortravee met een ongekende afsluiting van het kooreinde.
Op het einde van de 14de eeuw, begin 15de eeuw gaat men over tot een systematisch uitbreiding tot een Gotische hallenkerk met behoud van het westblok en kruispijlers maar met een verbouwing van de kruispijlers.  In 1638 wordt de torenspits getroffen door een blikseminslag en door de brand vernield.  Een herstel komt er echter niet bij gebrek aan geldmiddelen.  Vanaf 1861 gaat de kerkfabriek over tot een aantal projecten en na de tussenkomst van de Koninklijke Commissie voor Monumenten gaat de opdracht tot restauratie naar J.J. Van Ysendijck die op dat moment instond voor de restauratie van het hallenbelfort en de Sint-Maartenskerk.  In een bewaard plan van 1865 ontwaart men een torenspits geflankeerd door 4 polygonale hoektorentjes in het verlengde van de einde 13de, begin 14de eeuwse aangezette arkeltjes.  Bij de voltooiing behoorde tevens een aanpassing van de galmgaten en de restauratie van het westportaal, in zijn vroegere toestand waarbij de latere spitsboognis werd verwijderd en vervangen werd door een lagere rondboog op flankeerzuiltjes.
Bij de restauratie van begin 20ste eeuw, onder leiding van Jules Coomans voert men zorgvuldige opmetingen uit en tekent men plannen op in 1908 die als basis zullen dienen voor de archeologische wederopbouw na de Eerste Wereldoorlog.  Bij de naoorlogse wederopbouw herstelt men de gerestaureerde vooroorlogse toestand met integratie van gespaard gebleven muren en partijen, vooral in het westblok.  Men opteerde voor de bovenbouw en de bekroning van de westtoren, in het verlengde van Coomans' plannen voor een passende vormgeving in een benaderende neoromaanse stijl, die de historische tussenstadia uitschakelde.

Beschrijving. 
De Sint-Pieterskerk van Ieper is voor zijn westbouw, één van de zeldzaamste voorbeelden van een Romaanse kruiskerk in West-Vlaanderen zonder middentoren.



De vierkante toren wordt geflankeerd door 2 vierzijdige traptorens, die aansluiten bij de zijbeuken.  De onderbouw in ijzerzandsteen gaat terug tot de oudste bouwfase uit de 2de helft van de 12de eeuw.  De steunberen versterken het stoere karakter.



Het centrale westportaal is nog grotendeels oorspronkelijk en bleef gespaard tijdens de verwoestingen van de Eerste Wereldoorlog.  De onversierde archivolten worden aan beide zijden gedragen door driekwartzuilen met unieke, gebeeldhouwde kapitelen die gevleugelde mensen- en dierenfiguren voorstellen. 












Boven het portaal steekt een enkel rondboogvenster uit en daarboven 3 aaneengesloten gelijkaardige vensters met flankeerzuiltjes.  Deze torenmassa was verwant aan de grotendeels verdwenen westbouw van de kerk in Dudzele.






Binnenzijde
















Bronnen.
- R. Lemaire in De Romaanse bouwkunst in de Nederlanden; verhandelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten in België, Klasse der Kunsten n° 6, Brussel 1952.
- Barral i Altet X in Belgique Romane et Grand Duché de Luxembourg; Editions Zodiaque "La Nuit des Temps" n° 71, Abbaye la Pierre-qui-Vire 1989.
- Jacqueline Leclercq-Marx in L'Art Roman en Belgique; Editions J-M. Collet 1997.
- Jean-Pierre Esther en Geert Bekaert in België Romaans, uitgeverij Hadewijch Antwerpen - Baarn.
- André Courtens en Jean Roubier in Romaanse kunst in België; uitgeverij Vokaer Brussel 1971.

Bijlagen.