Eglise Sainte-Madeleine
te La Magdeleine
uBeschrijving.
Van het oude diocees van Poitiers en afhangend van de abdij van Nanteuil houdt de kerk van het einde van de 12de eeuw enkel een schip overdekt met een tongewelf in baksteen en gescheiden door een rondboog op pilasters van het rechthoekig koor in. Het schip bezit 2 vensters aan de noordzijde, één aan de zuidzijde en in het koor één op zijn 3 zijden, allen in rondboog.
De gevel bewaart 4 weinig uitstekende steunberen met imposten voorzien van lijstwerk en kanteelversiering die 2 hoge, blinde rondbogen ontvangen. Deze lopen door tot de puntgevel en zijn omringd met een kordonlijst waarvan de zijden bezet zijn met 2 rijen van aaneengesloten schijven. Deze worden begrensd op de boog door 2 lijsten. Hiertussen bevindt zich een andere kleinere boog die op zijn zijden versierd is met 3 rijden van concentrische staven en op zijn extrados door een kordonlijst. Deze boog wordt gedragen door de verlenging van de imposten van de 2 centrale steunberen. Deze imposten zijn gevormd met een lijn van schijven die zich verderzetten en een verheven en naakt timpaan vormen. Hieronder ondersteunen 2 colonnetten met volumevolle kapitelen versierd met olifanten bestaande uit 2 lichamen, het timpaan. Een klein venster is doorbroken tussen de colonnetten. In een klein vooruitstekende gedeelte die tegen de 2 steunberen zijn geplaatst is de ingang in rondboog doorbroken met een cirkelvormige kordonlijst en met zware imposten op de stijlen. Duidelijk zichtbaar bij deze kordonlijst is een onderbroken bandlijst uitgewerkt die boven het driehoekige fronton loopt waarbij de hellend vlak is versierd met 2 rijen van kanteelversiering.
Boven dit geheel verheft zich de puntgevel met een horizontale afsnijding en een opening in rondboog voor de klok.
Kleine steunberen treft men aan bij de noordzijde maar ontbreken aan de zuidzijde. De gootklossen zijn echter verdwenen.
Bron.
- Jean George in "Les églises de France, Charente"; Editions Letouzey et Ané; Paris 1933.
Bijlagen.
