Zoeken in deze blog

zaterdag 8 september 2018

Sint-Galluskerk te Angerlo (Gelderland)

Sint-Galluskerk 
te Angerlo

Beschrijving.
De laatste Wereldoorlog heeft de heel oude kerk van Angerlo in tufsteen niet gespaard.  De kerk toegewijd aan Sint-Gallus heeft met de restauratie na de oorlog zijn huidige vorm verkregen.  De restaurateurs hebben getracht het Romaanse aspect opnieuw terug te geven zich baserend op de opgravingswerken uitgevoerd tijdens de reconstructie.
Deze opgravingen hebben aan het licht gebracht dat er zich op deze plaats een éénbeukige vroegromaanse kerk bevond, opgericht in ijzeroersteen.  In de 12de eeuw werd een noordelijke zijbeuk toegevoegd die zich in het oosten verlengde door een vierkante overwelfde kapel met een absidiool.  Deze absidiool vormde het onderste gedeelte van de klokkentoren die nadien werd afgebroken om plaats te maken voor een laatromaanse klokkentoren aan de westelijke zijde.  Op deze plaats blijft er nagenoeg niets meer over daar er in 1766 een nieuwe klokkentoren werd opgericht in baksteen.
De restauratiewerken hebben de oorspronkelijke verheffing van de Romaanse muren van het schip in ere hersteld.  De klokkentoren  die bovenop de kapel is opgericht is in baksteen gereconstrueerd.  Het dak van het schip en de zijbeuk zijn opnieuw overdekt met een Romaanse dakhelling.





Aan de binnenzijde is de kapel van de klokkentoren voorzien van een graatgewelf zonder nerven dat rust op 4 colonnetten in de hoeken.  Deze laatste stellen hoge basissen en kleine kapitelen voor waar men mascarons ziet gecombineerd met andere voorstellingen.
Het koor in vulkanische tufsteen dat opgericht werd rond 1400 heeft aan de noordelijke zijde, een sacristie in laatgotisch ontvangen.  Een deksel van een Romaanse sarcofaag in rode zandsteen met een decor in dammotief echter blootgesteld aan de weersomstandigheden, is in het koor opgesteld.


Bron.
Ada van Deijk in Pays-Bas romans; Editions de Zodiaque "la Nuit des Temps 81; Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1994.

Bijlagen.

Hervormde of Sint-Joriskerk te Drempt (Gelderland)

Hervormde of Sint-Joriskerk 
te Drempt

Beschrijving.
De Sint-Joriskerk houdt een zware, Romaanse klokkentoren die waarschijnlijk opgericht is in de 12de eeuw, een koor en een schip dat achtereenvolgens in de 14de en 15de eeuw bijgebouwd is, in.




De 1ste kapel op de huidige plaats werd in 731 gesticht.  In de 11de eeuw werd deze kapel vervangen door een kerk waarvan de Romaanse klokkentoren nog het restant is.


De klokkentoren in vulkanische tufsteen houdt 4 verdiepingen in welke verdeeld is door een fries van boogreeksen en chevronversiering.  Aan de zuidelijke zijde van de 1ste verdieping flankeren 2 kleine bas-reliëfs in zandsteen de middelste liseen.  Het gaat hier om een mannelijk personage voorzien van een lans of een kruis en een vrouwenhoofd.  Deze bas-reliëfs zijn spijtig genoeg in 1863 zo herwerkt geweest dat het bijna onmogelijk is deze nog te vermelden als Romaans beeldhouwwerk.  Volgens de overlevering zou het gaan om Karel de Grote en zijn vrouw.  Waarschijnlijk gaat het hier om sint-Lutger en de heilige Catharina.









Op de 4de verdieping openen zich paarsgewijze bogen versierd met colonnetten met kubische kapitelen.  Het westelijke portaal schijnt nog authentiek te zijn.






Bron.
Ada van Deijk in Pays-Bas romans; Editions de Zodiaque "la Nuit des Temps 81; Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1994. 

Bijlagen.

Sint-Andreaskerk te Groessen (Gelderland)

Sint-Andreaskerk 
te Groessen

Beschrijving.
De Romaanse klokkentoren in vulkanische tufsteen is het oudste gedeelte van de kerk en zou dateren van tussen 1150-1180 die een Romaans zaalkerkje voorafging.


De klokkentoren beslaat 3 verdiepingen gevormd door lisenen en boogfriezen.  Op de 1ste verdieping is deze voorzien van geprofileerde voet- en koplijsten.  De 2de verdieping bezit enkel geprofileerde voeten verbonden door boogfriezen waarvan elk van de boogjes uit één stuk tufsteen bestaat.  Naast de ingang van de toren bemerkt men een baumbergerzandstenen reliëf van Christus met een wereldbol.  Deze zou afkomstig zijn van het boogveld van de vroegere ingang van de kerk.







In de 15de eeuw werd het éénbeukige Romaanse schip afgebroken om plaats te maken voor een driebeukig Gotisch schip met spitsboogvensters, kruisgewelven en kraagstenen.  Hiervan is het meest westelijke gedeelte overgebleven.
In 1890-1891 werd de kerk opnieuw gewijzigd en vergroot.  Het koor werd afgebroken en het schip werd verruimd met een driebeukige kruiskerk in neogotische stijl.  Hierbij werden de klokkentoren en het oorspronkelijke schip gerestaureerd.  De middeleeuwse wandschilderingen gingen hierbij verloren.
In 1921 werd de kerk opnieuw gewijzigd waarbij de 3de zijbeuk in het noorden werd gewijzigd en de kerk een T-vorm verkreeg.  In 1931-1933 werd het koor en het transept uit de 19de eeuw afgebroken en vergroot door toevoeging van een nieuw transept met vieringtoren, en koor met apsis.


Bron.
Ada van Deijk in Pays-Bas romans; Editions de Zodiaque "la Nuit des Temps 81; Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1994.

Bijlagen.