Zoeken in deze blog

zaterdag 26 mei 2018

Eglise Saint-Savinien te Rilly-Sainte-Syre (Aube 10)

Eglise Saint-Savinien 
te Rilly-Sainte-Syre






Bijlagen.

Eglise Saint-Laurent te Prémierfait (Aube 10)

Eglise Saint-Laurent 
te Prémierfait






Bijlagen.

Église Saint-Luc te Voillecomte (Haute-Marne 52)

Église Saint-Luc 
te Voillecomte

Beschrijving.
De kerk van Voillecomte bewaart een Romaanse klokkentoren van het einde van de 12de eeuw, die jonger is als deze van Ceffonds en Wassy en vertoont karaktertrekken van de stijl in de Champagne en de Rijnstreek.

(foto Wikipedia)

Van het licht rechthoekige plan is de verheven klokkentoren overdekt met een zadeldak.  Hij is aan de binnenste zijde gestut door de steunberen geplaatst in het noorden en het zuiden.  De interesse van deze klokkentoren huist zowel in zijn goede verhoudingen als in zijn prachtige verdeling.  De geordende bogen op de 3 verdiepingen gescheiden de ene van de andere door een lijstband die er de versiering verzekerd.



Op de eerste verdieping, op het niveau van het dak van het schip en de apsis, opent zich een rondboog in elk van de noordelijke en de zuidelijke muren.  Gans de breedte van de tweede verdieping is bezet met 5 rondbogen met 3 geopende centrale bogen en 2 kleinere naakte bogen geplaatst aan de uiteinden.  De archivolten rusten op de colonnetten met kubische kapitelen.









Wat betreft de bovenste verdieping is deze enkel geopend met 3 rondbogen die breder zijn dan deze van de onderliggende verdieping.





Bron.
Henri Ronot in Champange romane; Editions Zodiaque; "la Nuit des Temps 55"; Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1981.

Bijlagen.

Eglise Notre-Dame te Colombéy-les-Deux-Eglises (Haut-Marne 52)

Eglise Notre-Dame 
te Colombéy-les-Deux-Eglises

Beschrijving.
De kerk van Colombey-les-Deux-Eglises bezit architecturale elementen van verschillende perioden maar de kerk is eveneens een mooi voorbeeld van Romaanse architectuur van het begin van de 12de eeuw.



Het koor wordt aan de hoeken gesteund door vier massieve, gemetselde steunen en was voorbestemd om de klokkentoren te ondersteunen die oorspronkelijk veel belangrijker moest geweest zijn dan deze die men op het einde van de 18de eeuw heeft toegevoegd.


De koortravee, van het vierkante plan, is overwelfd met een tongewelf en begrensd met vier bogen.  Deze aan de zijde van het schip vallen op twee half ingewerkte zuilen terug met een belangrijk dekstuk en op het kapiteellichaam versierd met gestileerde planten.  Aan de zijde van het koor zijn de kapitelen van de twee zuilen versierd aan de hoeken met menselijke gezichten, met realisme getrokken.  Boven ieder hoofd bevindt zich een krul en tussen hen in palmbladeren.  Deze beeldhouwwerken zijn merkwaardig door de kwaliteit van hun ontwerp.








Wat betreft de bogen die in het noorden als in het zuiden het koor van de zijkapellen scheiden, zijn deze verdubbeld met muraalbogen die terugvallen op de zuilen met een kubisch kapiteel.



Bron.
Henri Ronot in Champagne romane; la Nuit des Temps 35; Editions Zodiaque; Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1981.

Bijlagen.

Église Saint-Remy te Ceffonds (Haute-Marne 52)

Église Saint-Remy 

te Ceffonds


Beschrijving.
Ceffonds hing voor de Revolutie af van de Marne en het baljuwschap van Chaumont terwijl de parochie afhing van het diocees van Troyes.  Voor de toeristen is Ceffonds vooral gekend als de gebooorteplaats van de vader van Jeanne d'Arc.
De geschiedenis van Ceffonds en zijn kerk is nauw verbonden met deze van de naburige abdij van Montier-en-Der waarvan zij afhing.
De kerk verheft zich in het midden van het dorp, naast de oude huizen die zijn opgericht met houten panelen met daarboven kleine, hellende daken die overdekt zijn met ronde dakpannen.
Getroffen door de schoonheid van de Romaanse klokkentoren van de 12de eeuw, had de bouwmeester als verantwoordelijke voor de oprichting van de kerk in de loop van de 1ste jaren van de 16de eeuw, verspreid over een periode van 1511 tot 1518 de aangebrachte glasramen bewaard.

(foto Wikipedia)

Het is in de as van het schip, op het niveau van de eerste travee van het dubbele transept dat men de zware aanzetten in metselwerk bemerkt, die de Romaanse klokkentoren ondersteunen, als enig restant van het gebouw van de 12de eeuw, met respect ingewerkt in het Gotische transept van begin van de 16de eeuw.


Dit zware massief dat doorbroken is op zijn 4 zijden door gebroken bogen en de travee die het begrenst, is overdekt met een ribgewelf en geordend in de vorm van een ster rond een centrale kroon.  In de noordwestelijke hoek van de zuidelijke steunen en in de zuidwestelijke hoek van de noordelijke steunen bemerkt men, naar de zijde van het schip gericht, Romaanse zuilen met daarop versierde kapitelen met dun plat gebladerte.



Aan de buitenzijde ritmeert de klokkentoren van het vierkante plan die zich op de kruising van het transept verheft.  Het  bovenste gedeelte van de toren komt boven het dak van de delen van het gebouw uit, dat hem omringt.  Op iedere verdieping stelt iedere zijde 3 getemperde rondbogen voor.  Iedere boog is voorzien van een versneden timpaan om   2 boogreeksen te kunnen vormen zodat deze een gemeenschappelijke terugval hebben op een centrale colonnet en hun zijdelingse terugvallen op een halve colonnet aan de stijlen van de boog grenzend.



De bovenste verdieping op iedere zijde van de klokkentoren stelt 3 paarsgewijze bogen voor. Men bemerkt een verschillende samenstelling op de onderste verdieping.  De centrale boog is geopend terwijl de 2 zijdelingse bogen bezet zijn door een blinde boogreeks waarbij de 2 bogen ook niet terugvallen op een centrale colonnet maar op een onderzijde versierd met een dierenkop. De archivolten van de bogen alsook het lijstwerk scheidt de 2 verdiepingen die versierd zijn met staafvormige kanteelversiering.  De kapitelen van de bovenste verdieping hebben kubische kapitelen.




Een piramide overdekt met leistenen bekroont deze klokkentoren.  Afgeknot op 3/4 van zijn hoogte vindt men hierboven een klokkenruimte beëindigd met een achthoekig klokkentorentje.


Merkwaardig door zijn zwaarte getuigt de harmonie van zijn verhoudingen een verspreiding van invloeden komende uit het Rijnland in het oostelijke deel van de Champagne in de 12de eeuw.  Hij is verwant met deze van Wassy die zich op een 15-tal km bevindt.  Allebei zijn ze verwant met de grote familie van klokkentorens van Champ-le-Duc en van Coussey in de Vogezen, van Battigny in de Meurthe-et-Moselle, van Sélestat in de Bas-Rhin en van Trier in het Rijnland, allen gesitueerd in de 12de eeuw op het  toenmalige grondgebied van het Duitse Roomse Keizerrijk.

Bron.
- Henri Ronot in Champagne romane; Editions Zodiaque, la Nuit des Temps 55; Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1981.

Bijlagen.