Zoeken in deze blog

donderdag 24 mei 2018

Eglise Saint-Martin te Moussey (Aube 10)

Eglise Saint-Martin 
te Moussey

Beschrijving.
Op een 10-tal km van Troyes bevindt zich de kerk Saint-Martin te Moussey als één van de zeldzaamste kerken die nog bijna volledig intact Romaans is gebleven.  Zij heeft wel enkele veranderingen ondergaan in de 16de en 18de eeuw.

Een uitgestrekt portaal volgt op een schip van vijf traveeën waaraan twee zijbeuken zijn aan toegevoegd.  Het brede transept van één travee is niet uitstekend zodat het plan van de kerk rechthoekig is.  Bovenaan de kruising bevindt zich een massieve toren en het koor wordt besloten door een halfronde apsis.  De muren bestaan nog voor een groot deel uit brokken silex die vanonder de laag mortel tevoorschijn komen.



Het portaal is bijzonder merkwaardig.  Het strekt zich uit over de ganse lengte van de gevel en zijn zijmuren zijn gebouwd in het verlengde van de muren van de zijbeuken.  Ook het dak zet zich verder als verlenging zonder onderbreking dat het schip overdekt.  Het leunt aan bij de puntgevel dat het schip afsluit.  Het heeft geen overwelving en houdt een ingang in het westen als in het noorden in.  Vijf bogen verlichten het, in de breedte geopend, naar binnen toe.  Aan de binnenzijde zijn deze verdeeld in twee rondbogen door vier paarsgewijze colonnetten.  Enkel de laatste links van de ingang heeft er één.  Deze colonnetten hebben basissen als klauwen en kapitelen versierd met heel eenvoudige waterplanten.  Viollet-le-Duc heeft vermeld dat deze als type portaal dienden, volgens de gegevens van de Cisterciënzers en dat dit dus teruggaat naar de orde van Citeaux.  Spijtig genoeg kon geen enkel archiefstuk deze veronderstelling staven.






Men weet enkel dat in de 12de eeuw de heren vazallen waren van deze van Isle-Aumont en dat in de 13de eeuw de priester was verbonden met de dekenij van het kapittel van Troyes.
Een ingang zonder versiering, gereconstrueerd in de 16de eeuw, net zoals het spitsboogvenster dat hierboven staat.  Het schip is niet overwelfd maar heeft een plafond in hout, net zoals bij de zijbeuken. Acht kleine rondboogvensters, drie in het noorden, vijf in het zuiden, verlichten het schip en nemen een aanvang bovenaan het dak van de zijbeuken.  Zware vierkante pijlers waarvan enkelen versierd zijn met eenvoudig lijstwerk, ondersteunen de grote bogen.  Deze zijn in rondboog, uitgezonderd de eerste, drie in het noorden, in een gebroken boog.  De vensters van de zijbeuken zijn herwerkt geweest en bewaren enkele fragmenten van de ramen van de 16de eeuw.



Een zware vierkante toren verheft zich bovenaan de kruising van het transept.  Iedere zijde is doorbroken met twee rondboogvensters en met twee oculi maar deze openingen zijn gedeeltelijk dichtgestopt door een decor van plaaster, in de 18de eeuw aangebracht.



De sacristie bezet het uiteinde van de zuidelijke collaterale, beëindigd met een halfcirkelvormige muur en overwelfd in halfkoepel.  In het noorden bevindt zich de kapel van de heer, in de 16de eeuw herdaan met ribgewelven en gesloten door een rechte muur.


Bron.
- Andre Marchal in Champagne romane; Editions Zodiaque, "la Nuit des Temps 55"; Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1981.

Bijlagen.

Geen opmerkingen: