Zoeken in deze blog

woensdag 26 september 2018

Eglise Saint-Pierre te Baudrières (Saône-et-Loire 71)

Eglise Saint-Pierre 
te Baudrières

Geschiedenis.
Geen enkel document geeft een juiste datering wat betreft de oprichting van de kerk van Baudières.  Zij kan gesitueerd worden tussen het midden van de 10de (oprichting van de abdijkerk van Tournus) en het einde van de 11de eeuw.
Baudières maakte deel uit van één van de 3 groepen van romaanse kerken in de streek van Bresse.  Deze waren de streek van Châlons, de streek van Tournus en de streek rond Mâcon tot Saint-André-le-Bergé, ook genoemd Hugien.  In de streek rond Tournus waarvan de kerk van Baudières deel van uitmaakte zijn al de romaanse kerken geconcentreerd in de driehoek, aan zijn 2 zijden begrensd door de Saône en de Seille.  Men bemerkt aldus dat La Frette niet ver van een belangrijk kruispunt van wegen en paden is gesitueerd, met het pad van Cuisery-Montret, de weg verbindend Branges met Port de la Colonne, als kruispunt verbindend de Savoie met la Bresse.
Men bemerkt eveneens dat het merendeel van de romaanse kerken gebouwd zijn met vindplaatsen van stenen van Préty met zijn roze kalksteen, Lacrost met zijn okergele kalksteen en van Sennecy-Boyer met zijn witte kalksteen.  Het zijn deze laatste groeven die de werkplaats van Baudières hebben bevoorraad.
Aldus verklaart de aanwezigheid van dit materiaal, de toevluchtsoorden en een netwerk van belangrijke verbindingen, de constructie van verschillende gebouwen tijdens deze periode en in deze uithoek van de streek van Bresse.  Als men al deze naakte en sobere muren aanschouwt getuigen deze van een karige romaanse architectuur waarschijnlijk te wijten aan de weinige gebruikte middelen.
In deze periode zijn het de landheren die de kerken lieten oprichten.  Het was waarschijnlijk een landsheer van de familie van de heren De La Porte die de kerk van Baudières lieten oprichten.  Weinig later na de bouw werd zij geschonken aan de abdij van Tournus.  In 1113 bevestigt de bisschop, Gauthier de Couches, deze schenking aan de abt van Tournus, Francon de Tournus.  Het is vanaf dit moment dat Baudières de zetel werd van een priorij wat vermeld staat in de akte genaamd Pouilles de Lyon.
De eerste exacte vermelding van de leefgemeenschap van Baudières gaat terug tot 1490 met het onderzoek naar de woonhaarden, opgesteld door Claude Bouyer, priester te Baudières.  Hij somt 102 vuurhaarden op of hetzij 510 inwoners.
De priorij van Baudières schijnt opgericht na de overeenkomst van schenking in 1107.  Het is de akte genaamd Fouilles de Lyon, die het bestaan van de priorij vermeldt.  Voor het grootste deel van de tijd was de priorij enkel een boerderij uitgebaat door enkele monniken die deze in stand hielden en de overschotten aan de abdij van Tournus overmaakten.  Op het einde van de 12de eeuw kende de abdij grote financiële moeilijkheden waarbij de priorij hiervan ongetwijfeld de weerslag ondervond.
In 1524 spreekt men over het decanaat van Baudières.  Een decanaat of dekenij is een administratieve, geestelijke omschrijving die verschillende parochies omvat onder de bevoegdheid van een deken.  Maar het zou eveneens kunnen gaan om een bijzondere titel toegekend aan de priorij.  Bij de orde van Cluny waren verschillende priorijen aangeduid als decanaat of landelijk decanaat.
















Bijlagen.

Geen opmerkingen: