Eglise Saint-Vincent
te Colombier-le-Haut
Beschrijving.
De naam Colombier komt van het Latijnse "Colombarium" en wordt in de archieven van Cluny vermeld. De oude kerk van Colombier maakte deel uit van het aartspriesterlijke domein van Tournus en vervolgens vanaf de 18de eeuw van deze van Brancion. Geplaatst onder het patronaat van de heilige Vincent, was zij onder het patronaatschap van de heilige Vincent van Châlons. De kerk was ook een periode toegewijd aan de heilige Maarten.
Het gehucht van Colombier-le-Haut bevindt zich op een heuvel ten zuidwesten van Sennecy-le-Grand, nabij de weg die loopt van Tournus naar Saint-Gengoux.
De abdij van Cluny was er reeds in 955 van in het bezit. Nu behoort zij tot het religieuze patrimonium van Bresse-sur-Grosne. Tot en met 1860 diende de romaanse kapel van het kasteel van Bresse-sur-Grosne als parochiekerk onder het patronaal van de heilige Pancracius maar zij is bouwvallig en te klein geworden. De eigenaars van het kasteel stelden een perceel in het centrum van het dorp ter beschikking om er op hun kosten een nieuwe parochiekerk op te richten. In 1860 is deze opgericht in een neogotische stijl en staat opnieuw onder het patronaat van de heilige Pancracius. De 3de cultusplaats is de kerk van Colombier-le-Haut die de vallei van de Grosne domineert. Als men afdaalt naar de vallei van de Grosne treft men er de kapel van het gehucht Saint-Forgeuil aan. In de 17de eeuw had een waterschaarste enkele inwoners van Colombier-le-Haut ertoe gebracht om het gehucht te verlaten en zich te vestigen in Colombier-le-Bas. De belasting van de gemeente van verschillende cultusplaatsen is er waarschijnlijk ook de oorzaak van de bouwvallige staat van de kerk waarin de kerk van Colombier-le-Haut zich nu bevindt.
De romaanse kerk van begin 12de eeuw is nog steeds omringd van haar kerkhof maar de gevel werd in de 15de eeuw gewijzigd. Zij is nu echter verlaten en verkeerd in een staat van verval.
De westelijke gevel wordt verlicht door een oculus bovenaan de ingang in een gebroken boog en men kan er nog steeds de sporen aantreffen van een vroeger portiek.
De vierkante klokkentoren bestaat uit 2 verdiepingen en wordt aan iedere zijde verlicht door 2 rondbogen uitgewerkt in baksteen. Deze aan de westelijke en de zuidelijke zijde zijn dichtgestopt op de onderste verdieping.
De buitenste muur van de apsis wordt in de as gestut door een zeer uitstekende steenbeer en aan iedere zijde door een andere steunbeer met een sterk uitstekende talud.
Bron.
- M et Ch. Dickson in Les églises romanes de l'ancien diocèse de Châlon; Editions Protat; Châlon-sur-Saône 1935.
Bijlagen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten