Eglise Saint-Jean-Baptiste
te Grassac
Beschrijving.
De kerk een oude zetel van een aartspriesterschap, was in 1097 door bisschop Adhémar, aan de abdij van Bourgueil geschonken. In 1110 werd zij door paus Pachalius II aan het kapittel van de kathedraal overgedragen. Heel erg vernield in 1570 duurde het erg lang om het gebouw in zijn staat te herstellen en het tongewelf in baksteen werd pas aangebracht tussen 1860 en 1892. Later werd dit vervangen door een open houten geraamte van de dakconstructie.
Het schip van 18,40 meter op 6,46 meter is overwelfd met een tongewelf was in 2 traveeën verdeeld, gedragen door de gordelbogen op de colonnetten op de steunmuren. Zij heeft nog enkel de zuidelijke muur bewaard overdekt met een boogreeks op colonnetten. De aanleg van een lange kapel aan de noordzijde, zonder gewelf heeft tot gevolg gehad de noordelijke muur te vervangen door 2 cilindrische pijlers met vierkante basissen.
Het pseudo-vierkant onder de klokkentoren wordt verlicht door 2 vensters en wordt overwelfd door een koepel op trompen waarbij de grote bogen met 2 cilinders, rusten op pilasters. De half cirkelvormige kapel overwelfd met een halfkoepel bezit slechts 1 herwerkte brede rondboog.
De gevel met een herwerkte puntgevel, is doorbroken door een ingangsportaal van einde 15de eeuw. Aan de zuidzijde is een grafnis uitgewerkt. De muren van het schip zijn gestut door steunberen.
De 1ste verdieping van de klokkentoren is versierd met een boogreeks waarbij de timpanen zijn begrensd door de verlenging van de dekstukken van de pijlers. De 2de verdieping die wordt afgelijnd door een kordonlijst, wordt geopend door bogen waarvan de cirkels zijn afgebroken volgens een horizontale lijn. Een verheven dak van 4 zijden overdekt het geheel.
Bron.
- Jean George in "Les églises de France, la Charente"; Editions Letouzey et Ané; Paris 1933.
Bijlagen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten