Zoeken in deze blog

vrijdag 28 januari 2022

Eglise Saint-Michel te Saint-Angeau; Val-de-Bonnieure (Charente 16)

 Eglise Saint-Michel 

te Saint-Angeau; 

Val-de-Bonnieure


Geschiedenis.
Deze kerk bestond reeds in 1107-1120, een periode wanneer de tienden van Saint-Agneau vermeld zijn in het cartularium van Saint-Amant-de-Boixe. Vervolgens is een zekere Goscelin geciteerd als aartspriester van Saint-Angeau in 1162 terwijl het aartspriesterschap te Saint-Ciers was gevestigd en Saint-Angeau een eenvoudige priester had.
Deze kerk is in de 16de eeuw gerestaureerd geweest en werd op 29 november 1948 ingeschreven op de bijkomende lijst van historische monumenten.

Beschrijving.
De kerk is opgericht in klein en middelgroot metselverband van maatstenen en stelt zich samen met een schip van 4 traveeën, een travee onder de klokkentoren en een halfronde apsis die nauwer vertoont dan de voorgaande travee.

(Plan Les églises romanes d'Angoumois)

Aan de binnenzijde is het schip aan de noordzijde zonder versiering terwijl zij aan de zuidzijde verlicht wordt door 2 rondboogvensters.  Zij is gestut door aan de muur palende rondbogen waarvan er aan de noordzijde nog 2 bestaan terwijl de zuidzijde deze allemaal bewaard heeft.  De boogreeksen rusten op 2 gekoppelde zuilen op steunpilasters waarvan het profiel van de basissen verwijst naar het 2de kwart van de 12de eeuw.




De travee onder de klokkentoren is aan de westzijde begrensd door 2 pijlers opgericht in groot en middelgroot metselverband en aan de oostzijde door 2 pilasters die de bogen met dubbele cilinder ondersteunen.  Aan de noordzijde is de aanvang van de boog herdaan waardoor de draagstenen verschillend zijn met deze aan de zuidzijde.  De travee onder de klokkentoren is verlicht door een rondboogvenster zowel in het zuiden als het noorden.  Een merkteken van een steenhouwer is op de noordelijke pijler van deze travee te herkennen.  Het gaat om 2 boven elkaar geplaatste kruisen.


De apsis werd oorspronkelijk verlicht door een rondboogvenster in de as en is nu bovenaan bepleisterd voor de halfkoepel.  Een rechthoekig venster is in de zuidelijke wand doorbroken om de verlichting van het koor te verbeteren.



Aan de buitenzijde bezit de apsis een archaïsche constructie met steunberen van middelgroot metselverband met brede toevoegingen die de muren in klein metselverband van breukstenen stutten. Dit betreft een zeldzaam gegeven voor een kooreinde in de Angoumois die meestal opgericht zijn in maatstenen.


De 1ste verdieping van de klokkentoren is doorbroken met 2 paarsgewijze bogen gedragen door colonnetten met versierde kapitelen. Bovenaan de rondboog van de paarsgewijze bogen loopt een serie van versierde modillons die de vroegere hoogte van de gootklos aangeven waarop nu een verdieping met scherpe hoeken is toegevoegd aan iedere zijde doorbroken door een nauw, lang rechthoekig venster.



De kerk heeft haar schip uit de 11de eeuw bewaard, waarschijnlijk met een houten vlakke overwelving.  De muren van de travee onder de klokkentoren stammen uit het einde van de 11de, begin 12de eeuw en de apsis uit de 11de eeuw.  De werken zijn waarschijnlijk in het oosten begonnen. 
In de 12de eeuw is zijn schip verdubbeld en gestut door aanpalende rondbogen om tot zijn overwelving over te gaan.  Het is waarschijnlijk ook de periode van de opengewerkte verdieping van de klokkentoren tot op het niveau van de modillons.  Het schip is vervolgens naar het westen verlengd en zijn gevel gereconstrueerd op het einde van de 12de of begin 13de eeuw.  De verhoging van de klokkentoren is modern.

Beeldhouwwerk.
De gebeeldhouwde elementen treft men vooral aan op de 1ste verdieping van de klokkentoren, aan de binnenzijde van het schip en op de modillons van het schip, de apsis en de klokkentoren.  De grote, versierde kapitelen zijn allen gesitueerd op de dubbele zuilen van het schip.  Twee series onderscheiden zich door de stijl van hun beeldhouwwerk.  De eerste kenmerkt zich door 6 kapiteellichamen die vegetarische of dierlijke met overvloedige vegetatie, met droog gebladerte die de latere series te Saint-Pierre van Angoulême oproepen, te dateren van rond het 2de kwart van de 12de eeuw.  De tweede serie van 3 kapiteellichamen stelt enkel waterplanten voor met volumerijk bladvormig versiersel aan de hoeken te dateren van de 2de helft of einde 12de eeuw.






De basissen zijn ook met 2 verschillende types, van hetzelfde profiel maar met een hetzij gladde, hetzij gepolijste of met brede getande voetlijsten.  De kapitelen en basissen geven de indruk van middeleeuwse herstellingen, van voor het einde van de romaanse periode wanneer beeldhouwers de diameter van de delen hebben gerespecteerd om alles te verruilen met de smaak van die periode.
Treft men eveneens nog 2 gotische beeldhouwwerken aan van de periode van de Plantagnêts met 2 grote atlanten die de oostelijke zuilen van de laatste travee van het schip vervangen.
De kleine kapiteellichamen van de paarsgewijze bogen van de klokkentoren zijn tijdens een moderne periode gedeeltelijk herdaan maar de originele dragen dierlijke en vegetarische motieven die deze aan de binnenzijde van het schip herinneren.  De modillons dragen de traditionele motieven van mensenhoofden, monsterachtige maskers, in bochten wringende kleine monsters maar eveneens bijna naakte modillons, die allicht herdaan zijn.  De versierde delen gaan terug tot de 12de eeuw zonder dat mens heel precies weet van wanneer.




De studie van het beeldhouwwerk bevestigt de datering van de aangezette boogreeksen in het schip van het 2de kwart van de 12de eeuw met een verlenging van het gebouw naar het westen toe en verzorgde herstellingen van einde 12de of begin volgende eeuw. 

Bronnen.
- Sylvie Ternet in "Les églises romanes d'Angoumois, tome II"; Editions Le Croît vif; Paris 2006.
- Jean Georges in "Les églises de France, Charente"; Editions Letouzey et Ané; Paris 1933.



Bijlagen.

Geen opmerkingen: