Hervormde kerk
te Echteld
Beschrijving.
De oorspronkelijke patroonheilige van de kerk te Echteld is niet met zekerheid gekend. Voor sommigen ging het om de heilige Katharina van Alexandrië, voor anderen ging het om de heilige Johannes de Doper.
De zuidelijke zijde van de kerk bezit een voornamelijk Gotische uitstraling maar heeft tevens een aanzienlijk deel van zijn Romaanse muur bewaard. Men kan er nog grote, onregelmatig geplaatste blokken tufsteen samen met restkeien, volle keien en bruine ijzerhoudende zandsteen aantreffen. De oudste muurgedeelten van het schip van de kerk dateren uit de 12de, mogelijk 11de of 10de eeuw. Het koor is waarschijnlijk in de veertiende eeuw opgetrokken. De toren werd in 1835 opgetrokken.
Het middenschip van de kerk draagt nog de sporen van de oorspronkelijke Romaanse bouwstijl. De twee ramen bij de zuidingang met driepasboog hebben nog de sluitingsaanzetten. De overige meer Gotische spitsboogramen zijn ontstaan door vergroting van de oorspronkelijke romaanse vensters. Boven de zuidingang is ook nog een rondboog te zien die tot de romaanse ingang behoord kan hebben. De ingang met zijn fraai herstelde eikenhouten deur met smeedijzeren kopnagels beslagen, bezit nog het oude ijzeren hang- en sluitwerk.
Het schip van de kerk is in 1835 aanmerkelijk verkort. Kort daarvoor was de toren van de kerk ingestort. Hierbij was ook de kap van de kerk beschadigd. Bij de herbouw van de toren is toen ongeveer 7,5 meter van het schip afgebroken. Bij herstellingen in 1897 is de bepleistering van de buitenmuren gehaald. Toen kwam de oude ingang van de kerk aan de zuidzijde tevoorschijn.
Het koor stamt uit de 14de eeuw en is van baksteen met een tufstenen bekleding. De lijsten zijn van zandsteen. Tegen het koor staan nu 7 steunberen die tweemaal “versneden" zijn. Uniek is dat zij nog bedekt zijn door hun originele zadeldakjes. Oorspronkelijk bevonden zich in de driehoeken, die gevormd worden door kleine daken, plastieken in rood zandsteen, timpanen genoemd. Eén van deze timpanen bevat nog een afbeelding van een hoofd met een baard en een puntvormige muts. Bij de laatste restauratie zijn timpanen nagemaakt en ook op de andere steunberen terug geplaatst. In de 19de eeuw is door D. Buddingh verondersteld dat het de Heilige Willibrordus zou zijn maar met echte zekerheid kan dit niet vastgelegd worden.
Bron.
- Ada van Deijk in Pays-Bas romans; Editions de Zodiaque "la Nuit des Temps 81; Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1994.
Bijlagen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten