Kapel van OLV van Klein-Jeuk
te Jeuk
Beschrijving.
In het stroombekken van de Melsterbeek werden tientallen Romaanse gebedshuizen in streekeigen Lincent tufsteen opgetrokken. Dit gesteente is echter zo zacht en erosiegevoelig dat deze gebouwen vlug aftakelden en uit het cultuurlandschap verdwenen. Dit verklaart de relatieve schaarste aan Romaans erfgoed in zuidwestelijk Haspengouw. De mariale bedevaartkapel van Klein-Jeuk staaft deze hypothese. Dit gebedshuis behield immers haar Romaanse identiteit ook al zijn de gevels voornamelijk van baksteen !
Jeuk bestaat uit een conglomeraat van gehuchten waaronder Klein-Jeuk dat eertijds een eigen kerk met kerkhof had. Het Luikse Sint-Janskapittel bezat de kerkelijke rechten.
De bouwkundige kern is een driebeukig, 12de eeuws Romaans kerkje dat vermoedelijk in Lincent tufsteen was gebouwd. Zoals veel lotgenoten werd dit gebedshuis tijdens de burgeroorlogen die aan het eind van de 15de eeuw het Luikerland teisterden, verwoest. In de 16de eeuw werd het deels Romaans, deels Gotisch in baksteen heropgebouwd en voegde men er een laatgotisch westelijk torentje aan toe. Laatstgenoemde stortte in 1727 in en verpletterde de noordelijke beuk die in 1730 gesloopt werd. In 1770 werd eveneens de zuidelijke zijbeuk afgebroken. Sindsdien is het kerkje éénbeukig.
De 18de eeuwse ingrepen zijn vooral in de zijgevels duidelijk zichtbaar. De westgevel werd in 1971 functioneel maar stilistisch onoordeelkundig, in baksteen vernieuwd. Het witsel van de overige bakstenen gevels is grotendeels verdwenen.
In de beide zijgevels van het zaalkerkje ontvouwt zich een samenstelling die overeenstemt met het basilicaal Romaans concept met een drieledige dichtgemetselde rondboogreeks onderaan en kleine rondbogen bovenaan. Op de uitstulpende kraagstenen rustten de nokbalken van de lessenaarsdaken boven de verdwenen zijbeuken. De huidige classicistische rondboogvensters zijn in de 18de eeuw geplaatst. De zuidelijke gevel rust op een lage sokkel van broze Lincent tufsteen. Het koor heeft een driezijdige blinde sluiting. In de noordelijke koorgevel profileren zich 2 dichtgemetselde Gotische spitsbogen en aan de zuidelijke bevindt zich één classicistische rondboog.
Bron.
- Geert Bekaert en Jean-Pierre Esther in België romaans; Uitgeverij Hadewijch; Antwerpen-Baarle 1992.
Bijlagen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten