Église Saint-Martin
te Etouvelles
Beschrijving.
De kerk van Etouvelles stelt zich samen uit een schip met zijbeuken over een lengte van 4 traveeën, zonder een transept en waarbij de hoofdbeuk direct uitkomt op het koor welk wordt beëindigd met een vlak kooreinde. Dit wordt overwelfd met kruisribben.
De vlakke muur wordt onderaan doorbroken met een rondboogvenster waarbij de grote bogen terugvallen met een dubbele voetring en in een gebroken boog worden getrokken op de kruisvormige pijlers. Deze zijn aan hun 4 zijden begiftigd met gemoluurde imposten. Aan de zijde van de collateralen, zijbeuken steunen zij op een pijler die voorbestemd is om de diafragmaboog te ontvangen.
In het westen valt de interne voetring van de grote boog terug op een zuil en een half in de muur verwerkte zuil, aan de binnenzijde van de muur van het westelijke gevel.
Het ingangsportaal wordt omkaderd door een dubbele sluitring en archivolt. De dubbele sluitring valt terug op de zuiltjes die getooid zijn met kapitelen gebeeldhouwd met breed gebladerte. Het venster hierboven heeft een archivolt met staafvormige kanteelversiering die eromheen loopt en een horizontale rij vormt en zo de ganse gevel versperd. De puntgevel zijn helling biedt hetzelfde type decor aan.
De vlakke muur wordt onderaan doorbroken met een rondboogvenster waarbij de grote bogen terugvallen met een dubbele voetring en in een gebroken boog worden getrokken op de kruisvormige pijlers. Deze zijn aan hun 4 zijden begiftigd met gemoluurde imposten. Aan de zijde van de collateralen, zijbeuken steunen zij op een pijler die voorbestemd is om de diafragmaboog te ontvangen.
In het westen valt de interne voetring van de grote boog terug op een zuil en een half in de muur verwerkte zuil, aan de binnenzijde van de muur van het westelijke gevel.
Het ingangsportaal wordt omkaderd door een dubbele sluitring en archivolt. De dubbele sluitring valt terug op de zuiltjes die getooid zijn met kapitelen gebeeldhouwd met breed gebladerte. Het venster hierboven heeft een archivolt met staafvormige kanteelversiering die eromheen loopt en een horizontale rij vormt en zo de ganse gevel versperd. De puntgevel zijn helling biedt hetzelfde type decor aan.
Aan de zuidelijke flank op het niveau van de tweede travee opent zich onder een frontaal een ander iets jonger ingangsportaal. Deze is getrokken in een gebroken boog en zijn archivolt is versierd met bloemen met 4 blaadjes.
- Anne Prache in Île-de-France Romane; Editions Zodiaque," la Nuit des Temps 60"; Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1983.
Bijlagen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten