Zoeken in deze blog

dinsdag 24 april 2018

Église Saint-Pierre te Chaillevois (Aisne 02)

Église Saint-Pierre
te Chaillevois

Geschiedenis.
Volgens sommige historici zou de kerk van Chaillevois opgericht zijn in 1023, onder invloed van Adalbéron, bisschop van Laôn van 977 tot 1031.  Met het overlijden van deze prelaat werden de werken onderbroken.
Elinand, bisschop van Laôn van 1052 tot 1095 liet de werken verderzetten.  In de maand juli 1056 werd de kerk toegewijd aan de heilige Petrus door Elinand, in aanwezigheid van de bisschoppen van Noyon en Senlis.
Alhoewel oorspronkelijk gebouwd in het midden van de 11de eeuw, kan men de veronderstelling toevoegen dat enkele gedeelten van het gebouw, tot een ruïne dreigden te vervallen. Volgde in de loop van de 12de of de 13de eeuw een reconstructie.
Met de Revolutie liet men in 1791 nog één klok over.  De beide andere werden weggehaald en versmolten voor het vervaardigen van kanonnen, zoals voor de meeste kerken in Frankrijk het geval was.
In 1831 werd de resterende klok vervangen door een nieuwe.  In mei 1869 werd dankzij de gulheid van M. de Signier, de kerk gerestaureerd. Zij werd begiftigt met een mooi glasraam en twee nieuwe klokken.
Op 16 januari 1917 werd in het bezette dorp, deze 2 klokken weggehaald door de Duitsers om deze om te vormen tot oorlogsmateriaal.  Einde 1917 werd een deel van de klokkentoren en de overdekking van het gebouw vernield bij intensieve beschietingen vanuit de "Chemin des Dames".
Van 1919 tot 1922 werd de kerk van Chaillevois volledig gerestaureerd.  Op 06 september 1931 werden de werken beëindigd met de inwijding van 2 nieuwe klokken.
In 1980 werd de overdekking van de klokkentoren alsook een deel van de andere daken herdaan.  Op zaterdag 22 november 1980 werd een haan geïnstalleerd op de top van de klokkentoren.  In 1988 werd de hernieuwing van de overdekking van het schip en de zijbeuken beëindigd.
De kerk werd gedeeltelijk ingeschreven bij de dienst "Monuments historiques" op 03 juni 1932 met de crypte, het koor, de klokkentoren en het transept.

Beschrijving.
De klokkentoren, in het midden geplaatst tussen het koor en het schip, is op elk van zijn zijden doorbroken met twee paarsgewijze bogen.  Eveneens werd een bijkomend torentje, op iedere zijde doorbroken met Gotische vensters geplaatst, waar men via een wenteltrap toegang verkrijgt tot het binnenste gedeelte van de klokkentoren.



Het geheel van het gebouw is overdekt met platte dakpannen uitgezonderd de klokkentoren die overdekt is met leistenen.
Het westelijke portaal is versierd met een eenvoudige voetring.  In Romaanse stijl is hij dichtgemetseld ten voordele van een andere ingang, meer in de nabijheid van de straat.



Een roostervenster met acht lobben versiert de zuidelijke muur van het transept naar een model dat men eveneens terugvindt bij de kathedraal van Laôn.


Enkele modillons met dierenkoppen van een fijne uitvoering, versieren de buitenste fries van het koor.


Aan de binnenzijde is enkel het koor overwelfd.  In het midden van het schip opent zich een crypte langswaar men via een trap met nieuwe treden afdaalt.  Zij omsluit een klein altaar met daarboven het kruis van Malta en een lege sarcofaag.  Het dekstel dat tegen de rechter muur is geplaatst, houdt eveneens een kruis van Malta in, aan de zijde van het hoofd.  Het is zonder twijfel het graf van een ridder van de Orde van Malta en misschien deze van Nicolas d'Espagne.  Sedert lange tijd is de bekendheid ervan verloren gegaan en de crypte is nu gekend onder de naam van "Trou-Saint-Maur".


Bron.
- Raymond Oursel in Nord Roman; Editions Zodiaque, "La Nuit des Temps 76"; Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1988.
- Pauline de La Maléne in Atlas de la France Romane; Editions Zodiaque; Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1995.

Bijlagen.

Geen opmerkingen: