Zoeken in deze blog

maandag 12 oktober 2020

Ancien prieuré Saint-Sylvestre te Saint-Sauveur; Marthon (Charente 16)

Ancien prieuré Saint-Sylvestre 
te Saint-Sauveur; Marthon

Geschiedenis.
De kerk van Saint-Sauveur behoorde tot de benedictijnenabdij van Saint-Florent van Saumur en dit minstens vanaf 1122.  Voor 1185 ging zij over naar de priorij van Saint-Florent van La Rochefoucould en werd voor 1271 zelf een priorij. 
In 1793 werd zij opgeheven en in 1903 verkeerde zij reeds in een staat van ruïne.  In 1978 werd zij ingeschreven op de bijkomende lijst van historische Monumenten.

Beschrijving.
Opgericht in kalksteen, in klein metselverband van breuksteen voor de buitenbedekking  en middelmatig metselverband in maatsteen voor de steunen en de boorden, heeft dit gebouw haar schip verloren.  Er blijft nog enkel de vierkante kruising van het transept en de half cirkelvormige apsis over.



De kruising is begrensd met 4 pijlers met 2 half ingewerkte zuilen.  De steunen zijn zichtbaar aan alle zijden wat oorspronkelijk de aanwezigheid van een transept aanduidt.  De noordelijke en zuidelijke muren van de kruising zijn modern en deze in het noorden wordt doorbroken met een ingang.  De kruising was bedekt met een koepel op penditieven zoals de aanvang van de grote bogen met dubbele cilinder, de aanvang van de penditieven en een fragment van de impost van de tamboer van het gewelf, het aantonen.  Het profiel van de triomfboog is lichtjes gebroken en dit zou het geval geweest zijn voor de andere bogen van de kruising.  Een gedeelte van de oostelijke muur van de eerste verdieping van de klokkentoren bestaat nog met het spoor van een hoge venster.  Twee moderne en afgeronde steunberen verbergen en verstevigen de overgang tussen de kruising en de apsis.  Zij beëindigen zich aan een hoekverbinding wat nog zowel in het noorden als het zuiden van de apsis zichtbaar is met sluitstenen, wat oorspronkelijk het bestaan van absidiolen laat vermoeden, die nu eveneens verdwenen zijn.




Door de manier van oprichting in kleine breukstenen, het onregelmatige aspect van de vensters in de apsis en de muursteunen in middelmatig metselverband rond de bogen en de hoekverbindingen, schijnt deze kerk gedeelten, met de apsis, van de 11de eeuw in te houden.  De kruising zou opgericht zijn in de 12de eeuw.
De kapitelen van de kruising van het transept zijn glad en waren waarschijnlijk voorbestemd zijn om beschilderd te worden.  Enkel het westelijke kapiteel van de zuidoostelijke pijler draagt een insnijding ter hoogte van zijn kapiteellichaam.  De kapitelen van de apsis dragen allen motieven met gebladerte, palmetten met overvloedige bladeren of takken die in symmetrische zin de kapiteellichamen bezetten.  Op het kapiteellichaam dat takken draagt, ziet men een motief met omgekeerde en tov elkaar gestelde bloemvormige versieringen.  De kapitelen met glad gebladerte herinneren aan de latere producties in de Angoumois met het decor van de kathedraal van Angoulême, wat zich situeert in het midden van de 12de eeuw.







De basissen van de kruising zijn in verschillende types.  Op de zuidoostelijke pijler stelt een andere zich samen met een dunne voetring, gevolgd door een doorlopende cilinder versierd met een motief van bogen, getrokken in bas-reliëf.  In de apsis stellen de basissen van de colonnetten zich samen met een dunne voetring voorafgegaan door een minder diepe hollijst, en gevolgd door een binnenste voetring.  Dit genre van basissen laat de producties van de 11de eeuw herinneren.





De studie van de beeldhouwkunst en de architectuur toont aan dat bij een oud gebouw van de 11de eeuw waarvan een deel van de muren zijn bewaard, men de decoratie heeft herwerkt in het midden van de 12de eeuw.  Hierbij heeft men de decoratieve elementen van de 11de eeuw opnieuw gebruikt in de opnieuw opgerichte gedeelten van de 12de eeuw.  De apsis blijft het meest versierde gedeelte van wat overblijft bij het geruïneerde gebouw.

Bronnen.
- Sylvie Ternet in Les églises romanes d'Angoumois Tome II; Edition Le Croit vif; Paris 2006.
- Sylvie Ternet in Les églises romanes d'Angoumois Tome I; Edition Le Croit vif; Paris 2006.

Bijlagen.

Geen opmerkingen: