Eglise Saint-André
te Jussy-Champagne
Beschrijving.
Het patronaat was het kapittel van de kathedraal van Bourges.
De kleine kerk van Jussy-Champagne valt vooral op door haar gevel, die van het type Avord is, zoals we die ook in Vornay aantreffen.
Net als deze twee kerken moet ze worden gedateerd in het midden van de 12e eeuw. Het schip is echter in de moderne tijd herbouwd, evenals de bescheiden houten klokkentoren aan de westkant. Het vierkant van het transept is overdekt met een tongewelf en de dwarsbeuken zijn voorzien van kruisribgewelven, gemonteerd op voetstukken en verlicht door gebroken ramen, wat wijst op een renovatie in de 15e eeuw, tenminste als deze dwarsbeuken geen kapellen zijn die zijn toegevoegd aan een gebouw zonder transept.
Het halfrondvormige kooreinde en de drie rondboogvensters met zuiltjes met kapitelen bedekt met grove bladeren en met een ondiepe hollijst tussen twee voetringen aan de basis, moeten echter uit dezelfde periode als de gevel stammen.
Het is verrassend dat voor zo'n eenvoudig monument een gevel is gebouwd die zo veel verfijning uitstraalt. Deze is verdeeld in drie verdiepingen. Onderaan bevindt zich het portaal, geflankeerd door twee blinde bogen, eveneens in rondboogvorm. De drie torische booglijsten van het portaal worden omrand door een archivolt van staafvormige kanteelversiering en eindigen in rondingen die rusten op zuilen die in de 15e eeuw zijn vernieuwd, zoals blijkt uit hun blokvormige basissen. Maar de meeste kapitelen zijn romaans; ze zijn versierd met dieren, aronskelkbloemen en palmetten en hebben de voor Berry kenmerkende eigenschap dat hun onderkant is versierd met bladstengels, die door een strik worden vastgehouden, terugbuigen en gedeeltelijk de astragaal versieren. De blinde zijbogen, die iets hoger zijn dan het portaal, hebben een boog die bestaat uit slechts één rij sluitstenen, geplaatst op de kapitelen van twee zuiltjes, waarop dieren en waterbladeren te zien zijn; maar hier zijn de basissen primitief en omringd door een enkele voetring waarop dieren elkaar achtervolgen.
De tweede verdieping is voorzien van een uitsparing in de muur, waardoor er zuiltjes konden worden geplaatst voor een boog waarvan helaas alleen nog sporen en de met figuren gebeeldhouwde timpanen overblijven. We herkennen Christus met een kruisvormige aureool, Sint-Petrus met de sleutels, aan het kruis, en andere heiligen die moeilijk te identificeren zijn.
Ten slotte werd het fronton van de derde verdieping vernieuwd, maar daarbij werd een groot kruis vervangen, dat lijkt op vlechtwerk en in het midden het gekruisigde Lam draagt, alles uitgevoerd in laag reliëf.
Bron.
- Jean Deshoulières in "Eglises de France, Cher'; Librairie Letouzey et Ané, Paris 1932.
- Jean Favière in "Berry roman"; Editions Zodiaque, 'la Nuit des Temps 32', Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vîre 1970.
Bijlagen.















































Geen opmerkingen:
Een reactie posten