Eglise Saint-Vincent
te Champmillon
Beschrijving.
De kerk in 1172 geschonken aan de abdij Saint-Cybard door bisschop Lomond, werd door de Hugenoten vernield. Nadien werd zij het voorwerp van talrijke herstellingen op het einde van de 19de en begin 20ste eeuw.
Het is niet zeker dat oorspronkelijk de kerk overdekt was met een tongewelf. De oude steunberen, nog zichtbaar aan de zuidmuur meten 0,65m op 0,25m. De noordmuur werd opnieuw opgebouwd en de 2 zijden bezitten massieve steunberen van 2m op 1m40.
De kerk was verdeeld in 3 vierkante traveeën met koepels op penditieven, in het oosten beëindigd door een halfronde apsis en in het westen voorafgegaan door een korte travee van 1m90 lengte overwelfd met een gebroken tongewelf. De 3de koepel en de apsis zijn afgebroken of vervangen door een tongewelf en een halfkoepel.
De gevel is verticaal verdeeld door 4 zuilen. Op het gelijkvloers opent een ingang met 2 booglijsten zich tussen 2 blinde bogen. Vier andere blinde boogreeksen versieren de eerste verdieping tussen 2 kordonlijsten en een heel erg verhoogde puntgevel hierboven.
De zijmuren stellen behalve hun serie steunberen, een doorlopende reeks voor van kraagstenen waarop de machicoulis rusten.
Het beeldhouwwerk van het portaal en de 2 blinde bogen dateert van rond 1120. De kapitelen onder de koepel gaan terug tot het 3de kwart uit de 12de eeuw. De kapitelen aan het portaal en de blinde bogen zijn gebeeldhouwd met gebladerte, acanthus, dieren- en personages die rankversiering uitspuwen en tov elkaar gestelde griffoenen tussen het gebladerte die rankversiering uitbraken.
Bron.
- Jean George in "Les églises de France; Charente"; Librairie Letouzey et Ané; Raspail 1933.Bijlagen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten