te Kaysersberg
Beschrijving.
Deze stad is een keizerlijke stichting. Zijn wallen werden in 1227 opgericht, op initiatief van Frederik II, keizer van het Heilig Roomse Rijk, ten gevolge zijn oplopende twisten met de hertog van Lotharingen. De constructie van de parochiekerk zou dus niet voorafgaand moeten zijn aan deze van de stad.
Als gevolg van de veranderingen en vergrotingen in de 15de eeuw is de oorspronkelijke samenstelling van dit heiligdom onherkenbaar. Tot de Romaanse constructiefase behoorden enkel de 3 traveeën van het schip en de kruising. In de aanpalende travee van het koor zijn de tussenliggende pijlers verplaatst geweest in de 15de eeuw en in de volgende zelfs verdwenen. De lage boogreeksen die doorbroken zijn in de muren van de kruising bewijzen dat oorspronkelijk reeds de gewelven van de kruisbeuken zich niet boven de zijbeuken verhieven. De vorm van de pijlers van het schip is analoog met deze van de pijlers van Sélestat. Het vegetarische decor van de kapitelen en de imposten is uitgevoerd door een beeldhouwer uit de streek, die aan de Romaanse school trouw is gebleven. Enkele kapitelen versierd met een hogel van flora, vormen de enige ontlening aan de nieuwe decoratieve grammatica.
De archaïsche neiging is nog meer gekenmerkt met het portaal met booggordels in rondboog gescheiden door voetringen, kapitelen en imposten beladen met arenden, sirenes, palmetten en rankversiering. De samenhang en de verhoudingen doen denken aan het nabije portaal van Sigolsheim en zijn overeenkomsten met de school van Bazel, alles voorafgaand aan het jaar 1200.
Het beeldhouwwerk van het timpaan van Kaysersberg laat nochtans vermoeden dat het ontwerp werd gerealiseerd tussen 1230 en 1235. De kroning van de Maagd vormt hierin het thema. Maar in tegenstelling tot de traditionele formule, is de Maagd links van Christus gezeten. Aan weerszijden van de troon houden de aartsengelen Michael en Gabriël, aangeduid door de inscripties, het evenwicht tussen de wierookbranders.
In de hoek heeft de ontwerpmeester zichzelf voorgesteld als Conradus. Zijn naam is gegraveerd op het boek dat hij openhoudt en zijn embleem, met een houweel van de steenhouwers, is gebeeldhouwd op de nabije booggordel. G. Weise heeft aangetoond dat de ongewone samenstelling van de centrale groep zich aan het zuidelijke portaal van de kathedraal te Straatsburg bevindt. Het is dus een ontwerp van het atelier van Chartres wat gans nieuw is voor de Elzas dat de beeldhouwer van Kaysersberg het voornemen had om het in zijn repertoire te kopiëren en te introduceren.
Bronnen.
- Robert Will in Alsace romane; Editions Zodiaque, "la Nuit des Temps 22"; Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1982.
- Pierre Schmitt in Congrès Archéologique de France; Haute-Alsace 1978; 136ième session; Paris 1982.
Bijlagen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten