Basilique Saint-Amable
te Riom
Geschiedenis.
De cultus van Saint-Amable "Priester van de vicus van Riom", is reeds in de 6de eeuw bevestigd door Gregoire van Tours, maar het is pas in 1077, volgens de 'Gallia christiana' dat de abdij werd gesticht voor reguliere monniken van de heilige Augustinus op voorspraak van de bezorgde bisschop van de Auvergne, Durand, om de abdij te laten aansluiten bij de Gregoriaanse Hervorming. De nieuwe kanunniken verzorgden er de parochiale diensten en deden dit tot aan de Revolutie, zelfs na hun secularisatie van het kapittel in 1548.
De kerk met haar uitgestrekte afmetingen is slechts gedeeltelijk romaans voor de 3 beuken van het schip en het transept dat in de 19de eeuw werd gereconstrueerd. Het koor met haar kooromgang is gotisch. De grote kapellen zijn aan weerszijden van de zijbeuken opgericht. De gevel dateert uit de 18de eeuw. Een afkapping van het pleisterwerk in 1975 heeft het schip vrijgemaakt van de vreselijke bonte mengeling van kleuren en stond toe om de problemen op te lossen die zich stelden met het zwakke karakter van de architectuur.
De structuur van de beuken beantwoordt voor een groot deel aan het merendeel van de kerken met een ondersteuning van het tongewelf door de opgerichte tribunes boven de zijbeuken. Het verklaart hierbij niet het systematische gebruik van de gebroken boog, de boogreeksen met 2 cilinders en het bescheiden karakter van het beeldhouwwerk.
Saint-Amable is opgericht op het einde van de 12de eeuw, in de steen van Volvic, een grijze lavasteen die nooit gebruikt is tijdens de klassieke romaanse periode. Zelfs voor de kerk van Volvic werd geen gebruik gemaakt van deze steensoort.
In de periode toen Saint-Amable werd opgericht waren al de grote werkplaatsen reeds beëindigd. De Auvergne was ontvankelijk geworden aan de vreemde invloeden en de ateliers van beeldhouwers waren reeds uitgestrekt verspreid. Vandaar de onhandige en sobere bewerking van de kapitelen en vandaar de gebroken bogen met dubbele cilinder. Saint-Amable was het laatste grote gebouw opgetrokken in de romaase stijl en in een andere geest en met gans andere middelen van het kooreinde van Saint-Julien van Brioude.
Heel vlug trouwens zouden de kanunniken van Saint-Amable de traditionele formules verlaten en begin 13de eeuw gingen zij het kooreinde in de stijl van het Noorden reconstrueren.
Beschrijving.
Het schip is het oudste gedeelte van de huidige kerk. Zijn late romaanse stijl kunnen we aanschouwen als een samengaan van de romaanse met de gotische stijl. Zij telt 7 traveeën en de hoogte van zijn gewelf bedraagt 16,15 meter, zijn breedte 7,10 meter. Het gewelf van de zijbeuken is ondersteund door de gordelbogen. De kapitelen van de beuken zijn absoluut identiek door de vorm en zijn versiering, met deze van de hoofdbeuk. Een afkapping van de pijlers in 1975 bracht op één van zijn gewelven in de noordelijke zijbeuk fresco's aan het licht op een rode achtergrond die het leven van Christus verhalen en kan men dateren uit begin van de 15de eeuw.
noordelijke zijbeuk
graatgewelf tussen gebroken gordelbogen
noordelijke zijbeuk
fresco noordelijke zijbeuk
zuidelijke zijbeuk
Het transept is gerestaureerd geweest in de 19de eeuw, dus niet herbouwd, voor zijn versieringen en polychromatische mozaïeken. In de noordelijke en zuidelijke transeptarm bevinden zich kapellen die opgericht zijn in 1859 tijdens de reconstructie van het transept door de architect Aymon Mallay.
gereconstrueerde zuidelijke transeptarm
kapel zuidelijke transeptarm
buitenzijde
zuidelijke transeptarm
koepel op trompen
kapel zuidelijke transeptarm
binnenzijde
Het koor is opgericht in de klassieke gotische stijl en bezit een polygonale vorm opgericht tussen 1230 en 1235. Deze beslaat een hoofdbeuk van 12,40 meter lengte en een evengrote breedte als deze van het schip namelijk 7,10 meter. De kooromgang en de 3 straalkapellen vervolledigen deze. Bovenaan het gewelf bevindt zich de gewelfsleutel met een voorstelling van de biddende Christus. Vanaf deze gewelfsleutel vertrekken 8 ribben naar de 8 pijlers die deze omringen.
De huidige westelijke gevel is opgericht in 1750 en zijn versieringen verwijzen naar de stijl Louis XV. Het binnenste gedeelte is doorbroken met een grote centrale ingang en 2 zijportalen die allen versierd zijn in de stijl Louis XV. Bovenaan deze ingang opent zich een oculus omringd met guirlandes van bladeren en bloemen.
De klokkentoren dateert uit het midden van de 19de eeuw en is eveneens opgericht door architect Mallay. De 2 verdiepingen van de klokkentoren zijn gescheiden door een bandlijst. De eerste verdieping is in de romaanse stijl en de tweede in gotische stijl weergegeven.
Bron.
- Bernard Craplet in "Auvergne romane"; Editions Zodiaque, ' la Nuit des Temps 2'; Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1992.
Bijlagen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten