Eglise Saint-Pierre
te Uchizy
Geschiedenis.
Het dorp van Uchizy is een reeds oude bevolkingszone. Keramiek dat dateert uit de bronstijd is op het grondgebied van de gemeente ontdekt net zoals speerkokers en vishaken. Uchizy komt overeen met een Galloromeinse villa ingericht langs een waterloop. Talrijke overblijfselen van deze villa zijn teruggevonden zoals de resten van de constructie en mozaïeken. Merovingische sarcofagen werden eveneens ontdekt onder de funderingen van de kerk wat de aanwezigheid verklaart van een bewoningszone en een cultusgebouw in deze periode. Het dorp is voor de eerste keer vermeld in 875 toen koning Lodewijk de Bedelaar deze gronden en bezittingen schonk die aan de abdij van Tournus werden toegevoegd; "In pago Matisconensi;;;;;;Olcasiacu in cum ecclesia". Vervolgens is het geciteerd in verschillende documenten en charters; "Ulcasiacus cum ecclesia in honore Sancti-Petri et Olchosiocus in 878, in villa de Uchesio in de 13de eeuw, Curatus de Huchiasiaco (alias Hutisiaco) in de 14de eeuw, Apud Huchiacum in 1410, Uschisy alias Huchisy in 1478. In de 15de eeuw werd definitief zijn toponiem vastgelegd. Oorspronkelijk ontwikkelde het dorp zich dankzij de gestichte priorij door de abdij van Tournus die er monniken heen zond om de gronden te ontginnen, te beheren en te controleren.
Een kerk toegewijd aan Saint-Pierre is reeds op het einde van de 9de eeuw geciteerd; "Ecclesia in honore Sancti-Petri". Met zijn afhankelijkheden maakt het deel uit van de geschonken bezittingen aan de abdij van Tournus. Dit gebouw is reeds geciteerd op de plaats van het huidige gebouw, in het centrum van het dorp op een terras dat de Saône domineert. De monniken van Tournus installeerden zich te Uchizy en richtten waarschijnlijk in de 10de eeuw een eerste kerk op waarvan nog de basissen van de klokkentoren en de travee die deze ondersteunt, resten. De rest van het gebouw is op het einde van de 11de eeuw gereconstrueerd geweest. De monniken hebben het domein aanzienlijk ontwikkeld wat nog te zien is in de cirkelvormige organisatie van de huidige bourg. Deze versterking van de monniken is dus bijgevolg versterkt met een dubbele omwalling. Het is een voorbeeld van " Inecclesiamento" die men nog bemerkt bij de abdij van Tournus. Een priorij zoals een uitgestrekt domein georganiseerd rond een hoofdplaats en bundelen de inwoners en hun activiteiten, dat versterkt is om deel uit te maken van de defensieve organisatie van de abdij van Tournus. De "Priori Uchisiac" is in de tweede helft van de 12de eeuw vermeld in een charter van het kapittel Saint-Vincent te Mâcon.
De romaanse kerk is gevormd met een schip en zijbeuken gevolgd door een transept onder een hoge klokkentoren, met een koortravee en een apsis. In het westen was zij oorspronkelijk begrensd door de priorijgebouwen. In de 14de eeuw zijn deze gebouwen gereconstrueerd. De onlusten van de Honderdjarige Oorlog en vooral de tegenstellingen tussen de Bourguignons en de Armagnacs zijn bijzonder gewelddadig geweest te Uchizy. De priorijgebouwen zijn zichtbaar beschadigd en gereconstrueerd zoals de nog aanwezige fresco's en het houtwerk laten vermoeden. In 1548 is het kasteel van de monniken nog vermeld met zijn muren en grachten alsook de kerk en afhankelijke huizen.
Weinig later verstoren de onlusten tijdens de Godsdienstoorlogen het leven in het dorp. In 1562 laat Poncenat, Uchizy en andere dorpen in de regio in brand steken. De dorpsbewoners hadden echter de verdediging van hun bezittingen georganiseerd en boden een gedegen weerstand tov de soldaten. De kerk is waarschijnlijk tijdens deze periode beschadigd. Iets later is een restauratie georganiseerd die de verhoging van de klokkentoren inhield als uitkijktoren en om de omliggende bezittingen te beschermen. Een rondgang was eveneens toegevoegd boven de zuidelijke zijbeuk.
In de volgende eeuwen lijkt de rust teruggekeerd te Uchizy. In de 17de eeuw is de kerk versierd met een geschilderd decor dat men recentelijk hersteld heeft in het schip. In de zuidelijke transeptarm is een fresco uit deze periode ontdekt. In de 18de eeuw had een nieuwe restauratie plaats. Een sacristie is opgericht ten zuiden van de koortravee. Het is eveneens in deze periode dat sommige bogen herwerkt zijn. Met de Franse Revolutie is de priorij in brand gestoken. Het gebouw van de priorij is als nationaal bezit verkocht en in een school gewijzigd.
In de 19de eeuw is de kerk verschillende keren gerestaureerd zonder dat er belangrijke wijzigingen zijn aangebracht. Tussen 1833 en 1852 is de traptoren die naar de klokkentoren leidt in het zuiden toegevoegd. Het is de enige wijziging aangebracht aan het kerkplan. In 1858 heeft een grote werkcampagne plaats. Naar aanleiding van de plannen het project van architect Clerc uit Tournus werden de werken uitgevoerd door Saintiny, een ondernemer uit Mâcon. Deze werken omvatten een herneming van het dak en het metselwerk alsook de restauratie van de binnenzijde van het gebouw. Een beschilderd decor is toegevoegd boven deze uit de 17de eeuw. In het transept en het koor is deze in ere hersteld. In 1861 zijn nieuwe herstellingen voorgesteld om de onhandigheden van de vorige werken weg te werken. In 1875 wordt het dak opnieuw hernomen.
In 1913 is de kerk van Uchizy geklasseerd als "Monument Historique". Zij is vanaf dan beschermd maar slecht onderhouden. In 1978 is de sacristie ten zuiden van de koortravee afgebroken. Het is pas in 1992 dat er opnieuw werken worden uitgevoerd. Vanaf de jaren '90 tot de jaren 2000 volgen de werken elkaar op. In 1997 komen tijdens archeologische opgravingen Merovingische sarcofagen aan het licht onder de funderingen van het gebouw. Deze opgravingen bevestigen eveneens de 2 constructiefazen . In 2011 en 2012 is een algemene restauratie aan de binnenzijde uitgevoerd met een herneming van de muren en het pleisterwerk, een restauratie van het beschilderd decor, een herneming in de originele staat van de banken en tabletten, de verlichting aan de binnenzijde en een uitrusting voor de veiligheid. Deze restauratie behelsde om de typische romaanse kenmerken van het gebouw in waarde te herstellen en om de geschilderde decors in ere te herstellen; het decor uit de 17de eeuw in het schip en het zuidelijke transept, motieven uit de 19de eeuw in de rest van het transept en het koor. De schilderijen uit de 17de en 18de eeuw zijn eveneens gerestaureerd.
Beschrijving.
De kerk Saint-Pierre is gebouwd met kleine maatstenen die goed zichtbaar zijn en op regelmatige wijze opgebouwd. De kerk stelt zich samen met een hoofdbeuk met zijbeuken, met een transept onder de verheven klokkentoren, met een koortravee geflankeerd van de absidiolen en een apsis. Zij is volledig romaans met uitzondering van de traptoren, met de topconstructie van de zuidelijke zijbeuk en de bovenste verdieping van de klokkentoren. De westelijke gevel paalt aan een gebouw van de gemeente dat vroeger deel uit maakte van de priorij. Door zijn originele samenstelling herinnert de kerk aan deze van Saint-Romain-des-Îles alsook aan Chapaize waar de klokkentoren dezelfde structuur bezit.
De westelijke gevel is verborgen door het aanpalend gebouw. Het schip is geflankeerd van zijbeuken. In het noorden is de zijbeuk doorbroken met brede rondbogen terwijl de gootmuur bovenaan geopend is van kleine, inspringende romaanse rondbogen. Deze bogen zijn begrensd door de platte steunberen. De noordelijke muur houdt een breed portaal in, in een uitsprong ingeschreven met pilasters en kraagstenen. Het portaal is versierd met een archivolt met eivormige versiering. Een tweede portaal in het zuiden opent zich onder een fronton. In rondboog is hij schijnbaar herwerkt en valt aan de zijkanten terug op colonnetten zonder decor en waarvan de basissen origineel zijn. Zijn timpaan is naakt. Een traptoren is toegevoegd ten westen van het portaal en biedt toegang tot de klokkentoren en de dakconstructie met zijn rondgang opgericht in de 16de eeuw, boven de zuidelijke zijbeuk. Deze kapconstructie heeft de originele bogen geopend in de gootmuur verborgen en bezit enkel 3 kleine schietgaten. Deze zijbeuk is verlicht door 3 moderne en brede rondbogen.
Zuidelijke zijde schip
Ingang zuidzijde schip met een archivolt met eivormige versiering
Zuidelijke gootmuur
Het schip is gevolgd van een uitstekend transept waarvan de armen zijn gevormd door de brede kapellen die afgesloten zijn door de absidiolen verlicht door de kleine, inspringende rondboogvensters. De kapellen getooid met een zadeldak zijn allebei geopend door een brede, gebroken gotische boog onder een korte fries van zaagtandversiering. De klokkentoren verheft zich boven de kruising van het transept maar bevindt zich lager als het schip. De vierkante klokkentoren is hoog en verheven. Hij is samengesteld uit 5 verdiepingen gescheiden door de kordonlijsten, met uitzondering van de 3de en de 4de verdieping die gescheiden zijn door een fries met zaagtandversiering. De 1ste verdieping houdt per zijde 2 verlichtingsspleten in. De 3de houdt per zijde 2 paarsgewijze bogen in met een terugval in het midden op de colonnetten in witte steen waarvan enkele versierd zijn, met gebeeldhouwde kapitelen. De 4de verdieping is geopend per zijde van 2 rondbogen zonder decor. De 5de verdieping, toegevoegd in de 16de eeuw, is voorzien van 2 rechthoekige openingen per zijde die de toren een uitschijn geven van uitkijktoren. De toren is getooid met een korte piramide van 4 zijden.
Noordelijke transeptarm geopend
met een gotische boog
Decoratie met zaagtandversiering
Noordelijke transeptarm
Decoratie met zaagtandversiering
en dichtgestopte rondboog
Versterkte klokkentoren
3de en 4de verdieping van elkaar gescheiden
door zaagtandversiering
2de verdieping
3de verdieping
4de verdieping gescheiden van de 3de dmv
zaagtandversiering
1ste verdieping
Het koor stelt zich samen met een koortravee en een apsis. De travee is verlicht aan iedere zijde van een brede rondboog. De halfronde apsis is doorbroken met 3 rondbogen van dezelfde vorm tussen de slanke steunberen. Het schip is overdekt met dakpannen terwijl de rest van het gebouw met lavapannen.
De binnenzijde bewaart geen gebeeldhouwd decor. Het contrast is sterk tussen het hoge en lage schip, en het gedrongen koor dat versierd is. Het schip van 4 traveeën is volledig geplaveid. De hoofdbeuk is overwelfd met een gebroken tongewelf geritmeerd door brede gordelbogen van hetzelfde profiel die terugvallen op de eenvoudige pilasters met imposten. Het schip staat in verbinding met de zijbeuken via de dunne gebroken boogreeksen die rusten op de kruisvormige pijlers met imposten. De zijbeuken zijn overwelfd met transversale tongewelven in het zuiden en de vakken in het noorden met graatgewelven. De gordelbogen begrenzen de traveeën. Het decor van het schip is overeenkomstig de inrichting uit de 17de eeuw; het gewelf is wit gelaten terwijl de gordelbogen in okerrode kleur zijn. Een houten tribune is tegen de westelijke muur geplaatst. In het oosten is het schip gescheiden van het transept door een hoge muur doorbroken van rondbogen.
Schip met zicht op het koor
Gebroken tongewelf schip
Gordelbogen schip met terugval
op de pilasters met imposten
Gebroken rondbogen met vierkante pijlers
en imposten
Rondboogvenster noordzijde
Gordelboog
Zuidelijke zijbeuk
Zuidelijke zijbeuk met transversaal tongewelf
Schip met zicht op houten tribune
Noordelijke zijbeuk met graatgewelven
De kruising van het transept is lager dan het schip. Deze is overwelfd met een overlangs tongewelf en omkaderd van 4 dunne bogen met imposten die terugvallen op de zware pijlers om alzo het gewicht van de klokkentoren te dragen. De kruising staat in het noorden en het zuiden in verbinding met de brede kapellen overwelfd met een transversaal tongewelf. Deze kapellen beëindigen zich in het oosten door absidiolen overwelfd met een halfkoepel en waar zich de zijaltaren bevinden. Het transept vermengt het geschilderde decor uit de 19de eeuw met de fresco's uit de 17de eeuw in het zuiden. De koortravee is overwelfd met een gebroken tongewelf. Het hoofdaltaar bevindt zich in de apsis dat nauwer is en zich opent via een gebroken boog met lijstwerk. Zij is eveneens ingericht met houten stallen net zoals bij de koortravee. Gans het koor is gedaan met vierkante tegeltjes en rond het koor loopt een gootklos met lijstwerk aan de basis van de gewelven en is versierd met een geschilderd decor uit de 19de eeuw.
Zicht op zuidelijke transeptarm
Koorapsis overwelfd met halfkoepl
Koortravee met tongewelf
Noordelijke absidiool
Zuidelijke absidiool
Bronnen.
- Guy Lobrichon in Bourgogne romane; Editions Stéphane Bachès; Lyon 2013.
- Raymond Oursel in Bourgogne romane; Editions Zodiaque "la Nuit des Temps 2"; Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1968.
- Raymond Oursel in Itinéraires romans en Bourgogne; Editions Zodiaque "Les Travaux des Mois 11"; Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1977.
Bijlagen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten