Zoeken in deze blog

maandag 26 oktober 2020

Eglise Saint-Mammès te Saint-Mammès (Seine-et-Marne 77)

Eglise Saint-Mammès 
te Saint-Mammès

Beschrijving.
De bescheiden kerk van Saint-Mammès, aan de rand van Moret-sur-Loing was een eenvoudige toevoeging van de parochie van Moret-sur-Loing, die van het diocees van Sens afhing.
Net voor de Revolutie is de zuidelijke zijbeuk afgebroken geweest voor de aanbouw van een pastorij op deze plaats.
Het dak is hernomen geweest met 2 grote hellingen op het schip en de noordelijke zijbeuk die de hoge vensters liet verdwijnen.

Buitenzijde.
De gevel is gevormd door een puntgevel.  Twee platte steunberen die beëindigd worden door een talud staan bovenaan in de verlenging van de hoofdbeuk.  Er bevindt zich geen steunbeer aan de hoek met de noordelijke zijbeuk.  Dit moest hetzelfde geweest zijn in het zuiden voor de toevoeging van de pastorij.  Een rondboogvenster is doorbroken in de as van het schip.  Een andere is geopend in de muur die de noordelijke zijbeuk afsluit.  Deze bezitten geen versiering zoals bij de puntgevel.  Het decor concentreert zich op het portaal geopend in een uitstekend massief en begrensd door 2 steunberen die zich beëindigen met een talud onder een gootklos met modillons welk op zijn beurt overdekt is met een taludlijst.



De ingang in rondboog en zonder timpaan is doorbroken in de uitsprong met 2 rechthoekige uitsteeksels, onder 2 archivolten.  De onderste archivolt is onversierd en de 2de is versierd met een rij van heel erg beschadigde palmetten tussen 2 lijstjes en omringd met een hollijst.  Een bandversiering benadrukt aan weerszijden de aanvang van de buitenste archivolt en zet zich verder op de zijdelingse steunberen.





Een klokkentoren is gebouwd op de travee die de zuidelijke absidiool voorafgaat.  Zijn vierkante sokkel is gestut door hoge, platte steunberen aan de hoeken.  Zij beëindigen zich in een talud onder het hoogste niveau.  Een onversierd rondboogvenster verlicht iedere zijde van de sokkel, elk op gelijke hoogte.  De paarsgewijze bogen die eveneens onversierd zijn, zijn op het bovenste niveau geopend.  De klokkentoren is getooid met een zadeldak.  Geen enkele  bandlijst verdeelt de verdiepingen noch de puntgevels.




Het kooreinde beëindigt zich door 3 apsissen.  De centrale apsis welke dieper is gelegen, wordt voorafgegaan met een rechte travee waartegen de absidiolen aanliggen en waarvan de daken gewijzigd werden.  Platte steunberen die overeenkomstig zijn met deze van de gevel en de klokkentoren, scanderen de apsis die verlicht wordt door 3 rondboogvensters zonder versiering.







Bron.
- Anne Prache in Île-de-France romane; Editions de Zodiaque, "la Nuit des Temps 60"; Abbaye Sainte-Marie de la Pierre qui vire 1983.

Bijlagen.

Geen opmerkingen: