Zoeken in deze blog

maandag 19 september 2022

Eglise Saint-Cyr et Sainte-Julitte te Bissy-la-Mâconnaise (Saône-et-Loire 71)

 Eglise Saint-Cyr et Sainte-Julitte 

te Bissy-la-Mâconnaise


Geschiedenis.
Het dorp van Bissy-la-Mâconnaise kent een oude oorsprong.  Gallo-Romeinse overblijfselen kwamen aan het licht in het gehucht van Charcuble.  Een Merovingisch kerkhof werd eveneens ontdekt op de genoemde plaats "La Grand Creux".  De toponiem van Bissy wordt heel laat vermeld.  Enkele documenten hebben het echter verkeerd toegepast door de verwarring met Bussy-sous-Uxelles.  De oorsprong van de parochie van Bissy-les-Mâconnaise is niet gekend.  In de 14de eeuw zweren de heren van Lugny die de heerlijkheid van Bissy bezitten, trouw aan de bisschoppen van Mâcon.  In het midden van de 15de eeuw is "Bixey la Masconnoise" geciteerd.  Het dorp wordt hierna verschillende keren vermeld.  Tijdens de Godsdienstoorlogen wordt het kasteel vernield en het dorp geplunderd.  Het is er opnieuw onrustig tijdens de periode van de Revolutie maar de rust wordt in de 19de eeuw hersteld.  Bissy is nu een wijndorp en maakt deel uit van de wijngaarden van de Mâconnais.
De kerk van Bissy onder het patronaat van Saint-Cyr en Sainte-Julitte is waarschijnlijk in de 12de eeuw opgericht.  Zij is aldus het centrum van de parochie en behoort tot de collatie van de bisschop van Mâcon.  Het is een typisch klein romaans gebouw met een rechthoekig, éénbeukig schip, een travee onder de massieve klokkentoren en een apsis.  In de loop der eeuwen heeft het weinig wijzigingen ondergaan.  Zijn bijzonderheid huist in zijn versterkte klokkentoren.  Het gaat om een massieve uitkijktoren van het rechthoekige plan en is bovenaan op eenvoudige wijze geopend.  De kerk is pas voor de 1ste keer vermeld in een prebendenregister voor 1412; "Ecclesia Bissiaci Matisconensis".
In de 15de en de 16de eeuw is de kerk zichtbaar gerestaureerd zoals het beeldhouwwerk van deze periode aanwezig in het gebouw, laten veronderstellen. In de 16de eeuw hebben de onlusten door de Godsdienstoorlogen de gedeeltelijke vernieling van de klokkentoren tot gevolg.  Deze werd door de protestantse troepen in brand gestoken.  Oorspronkelijk moest de toren vergelijkbaar zijn geweest met deze van de kerk Saint-Symphorien van Vérizet.
In 1675 maakt een pastoraal bezoek melding van de slechte en bouwvallige staat van het gebouw.  Een nieuw bezoek in 1705 maakt melding van de heel slechte staat en van weinig onderhoud.  Tussen 1767 en 1770 wordt het gebouw uiteindelijk volledig gerestaureerd.  De klokkentoren wordt hernomen en in het zuiden wordt een traptorentje toegevoegd.  Tijdens de Revolutie is de kerk gespaard gebleven van plundering en vernieling dankzij de priester van dat moment, Louis François Dubost.  Zij verkeert echter opnieuw in een slechte staat.
In de 19de eeuw investeren de gemeente en haar inwoners voor het behoud en de restauratie van het gebouw.  De kerk lijdt op dat moment ook onder de insijpeling van water, de daken en het plafond moeten herdaan worden, de bepleistering binnenin moet opnieuw herdaan worden, het kruis van de klokkentoren en de deuren moeten veranderd worden en het meubilair gerestaureerd.  In 1827 worden deze werken uitgevoerd en het portaal, de sacristie ten zuiden van de travee onder de klokkentoren dateren waarschijnlijk ook uit deze periode.  In 1878 worden nieuwe restauraties uitgevoerd aan het dak van het gebouw en de klokkentoren.
Het gebouw wordt nadien weinig onderhouden tot het einde van de 20ste eeuw.  In 1961 wordt de kerk volledig geklasseerd.  In 1964 wordt de kerk gesloten daar het schip dreigt in te storten.  Het dak wordt pas het jaar nadien met haast hersteld.  In 1970 is de buitenste versteviging mogelijk dankzij de tussenkomst van de dienst "Monuments Historiques".
In 1979 wordt de renovatie van het dak ondernomen met de overdekking met lavaplaten van het schip en het portiek is volledig vernieuwd met leisteen afkomstig van de steengroeven Charcuble.  Het afdak is eveneens hernomen.  In 1984 wordt de restauratie van de binnenzijde aangevat alsook de herneming van de bevloeringen en de gevel, de aanpassing van het koor, de restauratie van het meubilair zoals het altaar, de kruisweg, ed...  Tijdens de restauratiewerken komen oude muurschilderingen aan het licht op het gewelf van de apsis met een Christus in majesteit, een romaans venster in het schip wordt vrijgemaakt en enkele sporen van een grafzerk van een edelman worden geïdentificeerd. 
Tussen 1997 en 2004 worden verstevigings- en restauratiewerken van het gebouw ondernomen door de vereniging "Bissy hier et d'aujourd'hui".  In 2020 neemt de organisatie "Bissy-Charcuble" op zijn beurt het beleid over en waarborgt het onderhoud van het historische patrimonium en neemt culturele en natuurlijke waarden voor zijn rekening. 

Beschrijving.
De kerk van Bissy-la-Mâconnaise is een klein romaans gebouw, typisch voor deze in de regio.  Zijn plan houdt een portiek, een klein rechthoekig en éénbeukig schip met traptorentje, een travee onder de massieve klokkentoren met een sacristie toegevoegd en een apsis in.  Zijn bijzonderheid huist in zijn versterkte klokkentoren met een massieve uitkijktoren van het rechthoekige plan en eenvoudige openingen op de klokkenverdieping. 

(Foto Wiki Mâcon Sud Bourgogne)

De kerk van Bissy is een klein, gedrongen en stevig gebouw.  Zij begint langs een klein portiek onder een dak van 2 zijden.  Het dak rust op 2 gedeeltelijke opengewerkte muurtjes.  De gevel is voorzien van een eenvoudig portaal waarvan het brede linteel rust op de kraagstenen.  Een moderne rondboog is bovenaan het dak van het portiek geopend.  Een kleine verlichtingsspleet doorbreekt bovenaan de puntgevel.  De gevel is gestut aan zijn uiteinden door steunberen die over de ganse hoogte van de muur doorlopen.  De gootmuren van het schip zijn op dezelfde manier gesteund en elk doorbroken van een brede moderne rondboog.  In het noorden is de gootmuur van een klein, nauw inspringend, romaans rondboogvenster doorbroken.  In het zuiden flankeert een traptorentje de muur aan het oostelijke uiteinde.  Deze toren is doorbroken van een kleine ingang onder een ontlastingsboog en kleine verlichtingsspleetjes. 





De travee onder de klokkentoren is gestut van 2 steunberen per zijde die een nauw, inspringend, romaans rondboogvenster omkaderen waarvan deze in het noorden nog zichtbaar is.  In het zuiden is de travee geflankeerd van een kleine sacristie onder een afdak met een brede rondboog. 



De klokkentoren is een gedrongen en rechthoekige wachttoren waarvan enkel de klokkenverdieping geopend is met 2 rechthoekige openingen in het westen en het oosten en een rondboog in het noorden en het zuiden.  Deze klokkentoren is waarschijnlijk ontdaan van een breed gedeelte van zijn metselwerk.  Oorspronkelijk moet hij even hoog geweest zijn als deze van Vérizet, eveneens versterkt.  Een kleine piramide met een vierzijdig dak tooit deze toren.
De halfronde apsis is gestut van platte steunberen over de ganse hoogte van de muur.  Deze steunberen omkaderen 3 bescheiden rondbogen.  Gans het gebouw is overdekt met lavaplaten.  Het dak wordt gedragen door een gootklos met naakte modillons voor de apsis en platte stenen voor de rest.


De kerk opent zich langs een klein portiek dat lager ligt dan de straat.  Zijn muurtjes zijn voorzien van stenen banken.  Een wijwaterbekken is naast het portaal ingewerkt.


Aan de binnenzijde is de kerk sober, bescheiden en zuiver.  Het volledige bevloerde schip is overdekt met een mooi houtgeraamte en zijn muren zijn bezet, zonder versiering.  In het noorden ontwaart men de omtrek van een romaanse boog onder de omtrek van een moderne boog die hem overdekt.  In de muur van de gevel opent zich het portaal onder een rondboog.
De travee onder de klokkentoren is overwelfd met een gebroken tongewelf.  Hij is omkaderd door 2 gebroken bogen met imposten in het oosten en het westen.  Zij kenmerkt het begin van het verheven koor en is door een balustrade begrensd.  Deze travee staat in het zuiden in verbinding met de kleine sacristie.  Hierboven bevindt zich een dichtgestopte oude romaanse boog waarvan de insprong nog goed zichtbaar is.






De apsis is overwelfd met een gebroken halfkoepel versierd met oude beschilderingen voorstellend een Christus in majesteit.  De muren van de apsis zijn in herkenbare stenen met uitzondering van de omtrek van de bogen.  Deze zijn ingeschreven in een decor van rondboogreeksen die op de colonnetten met gebeeldhouwde kapitelen van gebladerte terugvallen.  Het decor van rondboogreeksen ik omkaderd van 2 kraagstenen met lijstwerk. 









Bijlagen.

Geen opmerkingen: