Zoeken in deze blog

zondag 9 januari 2022

Eglise Saint-Martin te Ventouse (Charente 16)

 Eglise Saint-Martin  

te Ventouse


Beschrijving.
De kerk hing af van de abdij van Cellefrouin.
Het schip dat aanvankelijk niet overwelfd was, kreeg in 1859 een tongewelf in baksteen.
De valse kruising wordt door 2 bogen met een dubbele cilinder die de kapitelen op de pilasters dragen, begrensd waarbij de kapitelen verdikt zijn.  De valse kruising is overwelfd met een licht gebroken tongewelf.  Onder een boog in de noordelijke muur is een kapel uitgehold.





Het kooreinde dat aanvankelijk halfrond was, is afgebroken en vervangen door een rechte muur die het ondiepe, rechthoekige koor vormt.  De muur is doorbroken met een gebroken boogvenster terwijl de 2 vensters van de zuidelijke muur van het schip en deze van de noordelijke muur van de valste kruising in rondboog zijn.




Aan de westelijke gevel is tussen 2 steunberen de ingang doorbroken met 3 boogcilinders.  De onderste is herdaan geweest in een gebroken boog, de beide andere zijn in rondboog.  Twee blinde, lange en smalle bogen begrenzen de steunberen.





Bovenaan de ingang is een boog uitgehold en omringd met een kordonlijst die doorloopt tot aan de steunberen.  Deze is doorbroken met een klein rondboogvenster.


Op het bovenste horizontale gedeelte strekt zich een band uit in de lengte van de ingang.  Deze wordt gedragen door gebeeldhouwde modillons die met de metopen hiertussen, de seizoenen voorstellen.  Men bemerkt een jachtscene of het einde van de winter, een geit achtervolgd door een leeuw of maart en juli, een boogschutter of november voorafgegaan door een modillon met een man die een tonnetje draagt of oktober, een tafelscene of december en een sirene of februari.




Steunberen zijn eveneens toegevoegd in de verlenging van de gevel.  Een kleine loopt tegen de noordelijke muur van het schip tot boven.  Vier zware steunberen stutten de hoeken van het vierkant waarop zich een rechthoekige klokkentoren zonder karakter, verheft.




Dit geheel wordt toegeschreven aan het 3de kwart van de 12de eeuw. 

Bron.
- Jean George in "Les églises de France", Charente; Editions Letouzey et Ané; Paris 1933.

Bijlagen.

Geen opmerkingen: