Zoeken in deze blog

zaterdag 28 juli 2018

Eglise Saint-Martin te Plazac (Dordogne 24)

Eglise Saint-Martin 
te Plazac

Beschrijving.
De kerk te Plazac stelt de bijzonderheid voor om een samengesteld geheel te vormen bestaande uit een meestertoren van 24 m hoog, een breedte over iedere zijde van 6,65 meter en een muurdikte van 1,50 meter.




Het schip heeft een lengte van 30 meter dat zich ten oosten toegevoegd aan de toren en is doorbroken met een aantal kapellen die gaan van de middeleeuwen tot de 17de eeuw.  De kerk en de toren zijn het wereldse deel van de bisschop van Périgeux en vanaf de 12de eeuw wordt dit zelfs zijn verblijfplaats.
Opgravingen uitgevoerd door de archeologische dienst DRAC hebben een voorwerp vrijgegeven onder de vorm van houtskool en na onderzoek van dit deel, blijkt dat de toren gebouwd is tussen 1025 en 1214.  Er zou reeds een ouder gebouw op deze plaats gestaan hebben rond het einde van de 10de eeuw.
Aan de voet van de toren zijn eveneens restanten boven gehaald van een vroeger christelijk kerkhof onder de vorm van twee graven met als begraafgebruik een omlijsting van platte stenen wat wijst op een gebruik van de 10de tot de 12de eeuw vooraleer men opnieuw stenen sarcofagen ging gebruiken.  Dit ontdekte kerkhof voor de toren zou van dezelfde periode zijn van een gebouw gesitueerd meer bovenaan naar het oosten.
Een bull van paus Adrianus IV van 1114 bevestigt aan Raymond de Mareuil  de bezittingen van het bisdom van Périgueux namelijk de kerk van Plazac.  De kerk van Plazac wordt eveneens geciteerd in een bull van paus Nicolaas IV wat betreft de bezittingen aan de bisschop van Périgueux, Pierre II Minet.  Toen Adhémar de la Tour als opvolger van Pierre II Minet in zijn bezittingen werd betwist, wordt hij door een bull van paus Urbanus III bevestigd op 22 september 1187.
De toren behoort tot het soort van meestertorens en is doorbroken met twee gewelven.  Eén werd bediend door een traptoren, de andere in het midden van de westelijke gevel laat de aanwezigheid vermoeden van een balkon.  De klokkentoren wordt bediend door een stenen trap uitgespaard in de dikte van de muur.



Het is een werkelijke versterking afhangend van de kerkelijke macht en de constructie was zou gebouwd dat iedere zijde van de constructie kon verdedigd worden.  De omheiningsmuur en de torens zijn nu verdwenen maar door zijn defensief gebruik weerstond het in 1397 een aanval van de graaf van de Périgord, Archambaud VI.
In november 1397 bevond bisschop, Pierre Durford zich met zijn manschappen in zijn residentie te Plazac terwijl graaf Archambaud VI het kwam belegeren.  Na heel wat geweld, staken ze de gebouwen in brand die een groot deel van het kasteel in een ruïne veranderden.  Deze versterking laat vooral de heerschappij, de macht en de onafhankelijkheid  symboliseren  van de bisschop als landsheer.
Restauraties werden ondernomen in de 14de, 15de en 17de eeuw.  In 1657 werd de donjon veranderd in een klokkentoren en een toren werd aan de noordelijke zijde toegevoegd om het te betreden via een wenteltrap.





















Bronnen.

 - Jean Secret in Perigord Roman; Editions Zodiaque, "La Nuit des Temps" 27, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1979.

- Jean Secret in Itinéraires romans en Périgord; Editions Zodiaque, "Les traveaux des mois" 16, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1977.
- Jean Secret in Promenades en Périgord roman; Editions Zodiaque, Itinéraires culturels, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 2002.

Bijlagen.

Geen opmerkingen: