Zoeken in deze blog

zondag 29 januari 2023

Eglise Saint-Julien-de-Brioude te Saint-Julien-de-Jonzy (Saône-et-Loire 71)

 Eglise Saint-Julien-de-Brioude 

te Saint-Julien-de-Jonzy


Beschrijving.
Het dorp van Saint-Julien-de-Jonzy bevindt zich in het zuidelijke uiteinde van de Haut-Brionnais.  Op de top van een verheven heuvelkam biedt de site een prachtig zich vanaf de vallei van de Bezo tot aan de heuvelkam van de Beaujolais in het oosten en op de omgeving van Charlieu, 8 km ten zuiden.  De huidige gemeente ontstand in 1812 door de samenvoeging van 2 parochies van voor de Revolutie van Jonzy en Cray.  De kerk Saint-Julien-de-Cray werd de enige parochiekerk en zijn patroonheilige werd de toegevoegde naam van de gemeente. 
Te Cray is een parochiekerk toegewijd aan Saint-Julien en voor de eerste keer vermeld in 1105.  Dit gebouw werd rond het midden van de 12de eeuw vervangen door een nieuwe structuur waarvan men weet dat zij bestond uit een lang schip zonder zijbeuken, een koortravee onder de klokkentoren en een apsis versierd met een blinde boogreeks.  

Plan vroegere kerk
Foto "Bourgogne romane"; Christian Sapin

Dit gebouw werd op zijn beurt voor een groot deel vernield in 1870 bij de constructie van de huidige kerk.  Enkel de koortravee en de klokkentoren bestaan nog, gewijzigd in een onhandig klokkentoren-portaal.  Gelukkig werd het portaal van de oude kerk opnieuw gereserveerd en gebruikt in de westelijke gevel.





Het is vooral door zijn portaal dat Saint-Julien-de-Jonzy gekend is.  Het monoliete timpaan en het linteel bewaren respectievelijk een Christus in Majesteit alsook het Laatste Avondmaal.  De dubbele boogring die deze omringd, rust op zuilen en een gecanneleerde pilaster aan iedere zijde van de ingang waarbij de steunmuren en de puntgevel modern zijn.  Op zijn troon versierd met een boogreeks gezeten en met zijn voeten gezet op een soort van krukje, eveneens met een boogreeks versierd, bezet de figuur van Christus het timpaan en zegent hij met zijn rechterhand terwijl het boek met de Evangeliën op zijn linker bil rust.  De mandorla versierd met guilloches, is door 2 engelen met ontplooide vleugels en met een soepele klederdracht gedragen die zorgvuldig de rest van het timpaan opvullen. Het Laatste Avondmaal is heel erg beschadigd tijdens de Revolutie maar de figuur van Christus is herkenbaar aan zijn kruisvormig aureool, hetzelfde voor het baardloze gezicht van de heilige Johannes die zijn hoofd rust op de schouder van Jezus en de andere apostelen nemen plaats aan iedere zijde van Jezus.  Judas die heel erg beschadigd is, zit voor hem op zijn knieën, in het midden van de tafel.  Andere episodes bevinden zich aan de zijkanten zoals rechts Christus die de voeten van de heilige Petrus wast alsook de apostelen die de handelingen van de Verlosser oefenen.













p

In stilistisch opzicht maar eveneens om reden van belangrijke details zoals de gecanneleerde steunen en terugkerende plooien in de vorm van een V van het tafellaken bij het Laatste Avondmaal is de directe relatie met het beeldhouwwerk van het portaal Saint-Fortunat van Charlieu uit het 3de kwart van de 12de eeuw, vanzelfsprekend.  De gelijkenissen zijn zo belangrijk dat men de veronderstelling heeft opgevat volgens hetwelk het timpaan is gebeeldhouwd teneinde het oude hoofdportaal van Charlieu te vervangen.  Het is duidelijk dat het dezelfde artiest of hetzelfde atelier de ontwerpen van beide gebouwen heeft gerealiseerd.  Om de band te verklaren denkt men dat de parochiekerk in deze periode een afhankelijkheid was van de priorij van Charlieu, wat echter niet bewezen is. 
De hoeksteunberen van de gevel geven de breedte aan van het oude schip.  Bovenaan het portaal ziet men de gebroken boog die de kruising opende alsook de afdruk in de vorm van een omgekeerde V van het dak van het schip.


De klokkentoren van het type Brionnais maar in miniatuur omwille van zijn kleinere afmetingen herinnert aan deze van Varenne-l'Arconce alsook deze uit aardrijkskundig oogpunt bekeken zich in de nabijheid bevinden zoals Vareilles en Saint-Laurent-en Brionnais.  Hij houdt slechts 1 verdieping in bovenaan een vierkante basis.  De zijden van deze laatste zijn versierd met een boogreeks van 5 blinde bogen die rusten op de stevige gecanneleerde pilasters tegen de muur geplaatst.  De gootklos van de basis is aan de hoeken versterkt door de voetringen in de vorm van kapitelen.  De ingezette zuilen omkaderen iedere zijde van de bovenste verdieping.  Tussen hen zijn 2 wijde rondboogopeningen en in terugval, omringd door de boogrondingen met lijstwerk allen gedragen door de colonnetten met kapitelen versierd met gebladerte.  Een versierde band van 2 rijen kanteelversiering onderschrijft de booglijsten en zet zich aan de buitenzijde verder op de ingezette colonnetten om aan de verbinding van de zijden, de gelijksoortige banden te vervoegen.







Aan de binnenzijde overdekt met een koepel op trompen in een onregelmatige langwerpige vorm, de travee onder de klokkentoren.  De openingen die uitgeven op het oude schip en apsis, komen overeen met de gebroken bogen met dubbele cilinder gedragen door de pilasters met ingezette zuilen. De nauwe, zijdelingse vakken zijn bedekt met gebroken bogen die tot op de imposten van hetzelfde niveau als deze van de kapitelen van de aangrenzende, ingezette zuilen.  Deze laatste zijn op een heel verschillende manier gebeeldhouwd als deze van het portaal of de toren en zijn meer kenmerkend voor de lokale tendensen van het jaren 1130-1140.  Het is interessant om het kapiteel in het noordoosten met het hoofd van een stier geflankeerd met tov elkaar gestelde menselijke en dierlijke figuren, het binnenste reliëf voor het zuidoostelijke dekstuk en de weelderige decoratie van 2 dekstukken in het westen te vermelden.














 
Bronnen.
- Guy Lobrichon in "Bourgogne romane"; Editions Stéphane Bachès; Lyon 2013.
- Sapin C., Arnaud C., et Berry W. in "Bourgogne romane" Dijon 2006.
- Nicolas H. in "Eglises romanes du Brionnais"; La Taillanderie; 2000.
- Liliane Schneiter in "Le Brionnais, églises romanes" ; Institut d'histoire de l'art du Moyen Âge; Genève 1967.





Bijlagen.

Geen opmerkingen: