Zoeken in deze blog

vrijdag 11 augustus 2023

Eglise Saint-Antoine te Ouroux; Deux Grosnes (Rhône 69)

 Eglise Saint-Antoine 

te Ouroux; 

Deux Grosnes


Beschrijving.
De kerk van dit dorp genesteld op het dieptepunt van de bovenste vallei van de Grosne, onder de 'Col du Fût d'Avenas' en in het verlengde van de antieke weg van Ludna naar Angerolles, hing af van het collegiale kapittel van Saint-Pierre van Mâcon.  Het hing eveneens af van het diocees van Mâcon.
Het patronaat van Saint-Antoine, patroon van de eenzaamheid, waaronder deze kerk was geplaatst, komt des te meer toe aan deze dan aan enige andere.  Gebouwd in mooie roze en bruine graniet heeft zij van de romaanse periode het transept, de zware klokkentoren geplaatst op de kruising en het koor dat zich hierop direct opent op de kruising bewaard.  De gebroken vormen die aan de binnenzijde heersen, duiden op een redelijk late periode uit de 12de eeuw.  Het schip geflankeerd van zijbeuken en van het gebroken gestalte onder zijn dak van 2 hellingen gaat terug tot 1830.





Een achthoekige koepel op trompen overdekt de kruising van het transept met aan de zijde van het schip ingeleid door een dubbele boog waarvan de binnenste gording rust op de aangezette halfzuilen.  De kruisbeuken zijn overwelfd met gebroken tongewelven en de apsis met een halfkoepel van hetzelfde profiel.  De omtrek van deze is versierd met een galerij van 5 boogreeksen waarvan er 3 de rondboogvensters omsluiten en niet terugvallen op colonnetten maar op de gecanneleerde pilasters van het cluniaans type. 












De klokkentoren van het vierkante type wordt aanzien als één van de mooiste in de regio en is verwant met deze van Beaujeu en Vauxrenard die tot hetzelfde diocees behoorden.  Hij verheft zich op 2 verdiepingen bovenaan een grote, blinde sokkel. De middelste verdieping is op elk van zijn zijden doorbroken met een paarsgewijs venster maar deze op de bovenste verdieping is opgengewerkt met 2 paar paarsgewijze bogen.  Deze is versterkt door 2 halve colonnetten, nabij de bogen aangebracht en een middelste halve colonnet.  Alle 3 beëindigen zich zoals te Beaujeu, aan een horizontale band die deze verdieping onderlijnt.  Een moderne spits van beschilderde dakpannen tooit de toren.







Bron.
Raymond Oursel in "Lyonnais, Savoie romans"; Editions Zodiaque, 'la Nuit des Temps 73'; Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vîre 1990.

Bijlagen.

Geen opmerkingen: