Zoeken in deze blog

donderdag 24 augustus 2023

Eglise Notre-Dame te Mont-devant-Sassey (Meuse 55)

 Eglise Notre-Dame 

te Mont-devant-Sassey




Geschiedenis.
De kanunnikessen van Andenne in België stichtten hier een priorij op de flank van een heuvel die de vallei niet ver van het dorp Mont domineert, en richtten vervolgens een kerk op.  Deze had de vorm van een basiliek met 3 beuken en hield een transept in.  In de 12de eeuw voldeed deze kerk niet meer aan de behoeften van de kanunnikessen en werd zij het voorwerp van een transformatie dat de totale reconstructie van de oostelijke delen van het transept, de crypte, het koor, de absidiolen en de centrale apsis inhielden. Het model dat de ontwerpmeester inspireerde, werd de kathedraal van Verdun die iets voordien was afgewerkt.  
In de loop van deze werken onderging het schip enkele wijzigingen.  De pijlers werden ingekort en voorzien van zware halfzuilen en de bogen verbreed.  Op het einde van de 12de eeuw waren herstellingen reeds noodzakelijk.  De zuidelijke zijbeuk werd volledig herbouwd en uitgebreide herstellingen werden in de noordelijke zijbeuk uitgevoerd.
In de loop van het eerste kwart van de 13de eeuw werd het gebouw met gewelven begiftigd alsook zijn zuidelijk portaal versierd met beelden.  In de 14de eeuw werd de westelijke toren opgericht.  In de loop van de oorlogen in de 17de eeuw werd de kerk met verschillende hernemingen beschadigd en de gewelven van de hoofdbeuk alsook het dak van het koor werd vernield.  Met de herstellingen van het gebouw op het einde van de 17de eeuw richtte met het portiek op en werd gebruik gemaakt van de gotische vormen.



Uitgebreide restauratiewerken werden in de 19de eeuw ondernomen die volledig voorbij gingen aan het stadium van een eenvoudige herstelling en wijzigden het gebouw ingrijpend.  Gelukkig werden ontwerptekeningen uitgevoerd in 1866, voor het begin van de werken.  De bovenste verdiepingen van de torens, vernield in de 17de eeuw, werden gereconstrueerd, net zoals de bovenste delen van de absidiolen.  De apsis, de gewelven van het transept en het koor werden verhoogd zonder enige historische rechtvaardiging.  De kapitelen van de colonnetten van de apsis en de kruising van het transept zijn volledig verloren gegaan.  Eén enkel kapiteel bestaat nog aan de noordelijke muur van de apsis.
Een groot deel van het schip en de crypte zijn ontsnapt aan deze restauratie.  Slechts enkele steunbasissen van de crypte werden herdaan en enkele beschadigde stenen van het schip vervangen. 

Beschrijving.
De crypte verdeeld in 4 traveeën is voorzien van zijcrypten waarvan elk 2 traveeën inhoudt.  Het plan van de crypte komt overeen met deze van de bovenste kerk.  Graatgewelven tussen gordelbogen overdekken de centrale crypte terwijl de zijcrypten in de westelijke travee een graatgewelf en in de oostelijke travee een tongewelf inhouden, elk van elkaar gescheiden door een gordelboog.  In het oosten opent zich een polygonale apsis waarvan de 3 centrale wanden overeenkomen met de zijden van een regelmatige achthoek terwijl de 2 wanden van het westelijke uiteinde, oostelijk gericht zijn om hun overgang met de koormuren te verzekeren.  Zes geïsoleerde zuilen waarvan de cilinders zijn bekroond met rijkelijk versierde kapitelen met gebladerte en zware dekstukken met lijstwerk, verheffen zich op de attieke basissen voorzien van klauwen en de verhoogde gordelbogen dragen.  De aangezette zuilen aan de muren steunen zich op een doorlopende sokkel. 



























Daar de crypte halverwege een helling is gelegen bevindt de crypte zich meer verheven in overeenkomst met de grond.  Zijn 5 relatief grote vensters laten overvloedig het licht binnen zodat de crypte de indruk weergeeft van wijds en helder.  De zijkapellen van de crypte beëindigen zich beide op een vlak kooreinde. 



Men betreedt de crypte vanaf de kruisbeuken langs de schuine trappen waarvan men niet weet of ze origineel zijn.  Ze nemen in ieder geval de architecturale gegevens beter weer dan de trappen gerealiseerd in de kathedraal van Verdun. 
Het koor, de absidiolen en de apsis van de bovenste kerk volgen het plan van de crypte.  De grote bogen tussen het koor en het transept en tussen het koor en de apsis bezitten verschillende cilinders en steunen zich net zoals de bogen van de kruising en de verbindingsbogen tussen de apsissen en de koortravee, op de hoge halfzuilen voorzien van attieke basissen en kapitelen versierd met gebladerte.  De gewelven met kruisribben overdekken het transept, de graatgewelven de westelijke traveeën van de absidiolen en de tongewelven hun oostelijke travee.  De apsis is overwelfd met een halfkoepel.  Vijf rondboogvensters verlichten de apsis, drie van hetzelfde type, de absidiolen.  De muren van de uiteinden van de kruisbeuken zijn eveneens doorbroken van openingen voorzien van rondbogen.  De wanden van de apsis zijn versierd met een blinde boogreeks die rust op de zuilen met ronde cilinders voorzien van basissen en kapitelen.  De platte steunen verheffen zich boven de kapitelen en komen uit op het lijstwerk dat de aanvang van het gewelf in halfkoepel vergezelt.  Ander lijstwerk, op het niveau van de imposten van de kruising, verlengt de aanvang van het tongewelf dat het koor overdekt.

























De hoofdbeuk houdt graatgewelven in die de gordelbogen begrenzen terwijl de gewelven met kruisribben de zijbeuken en de westelijke travee van de toren overwelven.  Vier vensters aan iedere zijde van het schip laten het licht aan de binnenzijde van het gebouw toe.  De westelijke muur van de toren bezit een grote rondboog bovenaan waar zich een oculus opent.
Een wenteltrap uitgewerkt in de oostelijke muur van de zuidelijke kruisbeuk, leidt tot de daken en de torens.  Een deur in de noordelijke absidiool komt uit in de sacristie die niet tot de oorspronkelijke constructie behoort.  Het is mogelijk dat deze deur, zoals deze in de noordelijke kruisbeuk zich opende op de kloostergebouwen waarvan nu niets meer zichtbaar is.















De buitenste muren weerspiegelen de verschillende constructiecampagnes die het huidige gebouw hebben gevormd.  Het portaal met zijn rijk decor van beelden dateert uit de 13de eeuw.  Het timpaan stelt scenes voor van Jezus als Kind.  De figuren van de steunmuren beelden aan de oostelijke zijde het Oude Testament uit, deze aan de westelijke zijde het Nieuwe Testament.  De 4 archivolten dragen de figuren van heiligen en apostelen.  Het beeld van de Maagd dat het tussenstijl versierde, is verdwenen. 








Geen enkel decor versiert de buitenste muren van de hoge gedeelten van de hoofdbeuk, de zijbeuken en de uiteinden van het transept.  De oostelijke muur van de zuidelijke kruisbeuk zoals eveneens de oostelijke muur van de zuidelijke absidiool bewaren een grote blinde nis onderaan. 





De muren van de apsis bieden een heel gevarieerde ornamentale structuur aan.  Aan de hoeken van de polygonale apsis verheffen zich zuilen met een ronde cilinder op sokkels met een zuil bij de aanvang van het koor en een dubbele aan de volgende hoek.  De 2 oostelijke hoeken van de apsis zijn versterkt met steunberen.  Bovenaan deze zuilen en steunberen loopt een kordonlijst op de muren op het niveau van de steunen van de vensters.  De blinde boogreeks die zich ontplooit boven de kordonlijst is door 3 steunmuren gedragen die de steunberen verlengen, door de dubbele zuilen en bij de aanvang van het koor door een cilindrische zuil.  De verlenging van de steunberen zet zich verder door boven de imposten van de boogreeks en wordt platter naarmate de hoogte, en beëindigen zich net onder de gootklos die op de kraagstenen rust.









De kapitelen van de zuilen van de apsis zijn vervangen geweest tijdens de radicale restauratie van het gebouw met uitzondering van één kapiteel aan de noordelijke zijde dat het enorme verlies laat zien dat deze renovatiewerken hebben teweeggebracht.  Dit kapiteel is versierd met rankversiering, gebladerte en wijndruiven die uit de muil van 2 gezichten komen, op de bovenste rand gesitueerd.  Twee kraagstenen van de blinde boogreeks zijn versierd met naakte en neergehurkte personages.








De constructie van de oostelijke delen van de kerk is van na deze van de oostelijke delen van de kathedraal van Verdun en is door de experts gedateerd uit de 2de helft van de 12de eeuw.  De datering van het schip en van een voorgaande constructie leiden tot enige tegenstellingen.  De vorm van de pijlers van het schip laat Reiners en Aimond toe te veronderstellen dat er reeds in de 11de eeuw een kerk bestond terwijl Fels het schip dateert uit de 1ste helft van de 12de eeuw zonder dat de interpretatie volledig geargumenteerd zou zijn. 

Bron.
- Hans-Günther Marschall in "Lorraine romane"; Editions Zodiaque, 'la Nuit des Temps 61'; Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vîre 1984

Bijlagen.
-https://monumentum.fr/monument-historique/pa00106585/mont-devant-sassey-eglise

Geen opmerkingen: