Zoeken in deze blog

woensdag 28 september 2022

Eglise Saint-Pierre te Meulin; Dompierre-les-Ormes (Saône-et-Loire 71)

Eglise Saint-Pierre 
te Meulin; Dompierre-les-Ormes



Geschiedenis.
In de 1ste helft van de 20ste eeuw zijn verschillende objecten uit de Gallo-Romeinse periode zoals vazen, muntstukken aan het licht gekomen op het grondgebied van het gehucht.  In de periode van de hoge middeleeuwen is Meulin geciteerd in de charters van de abdij van Cluny als de hoofdplaats van een structuur van bewoning alsook gesitueerd in de "pagus" van Mâcon, alsook in deze van Autun "In pago Augustodunensi, in agro Mediolanensi, in pago Matisconense, agro Meolanense"  In de loop der eeuwen ontwikkelt het dorp zich dankzij de landbouw- en ambachtsachtiviteiten.  In de 18de eeuw legt de toponiem zich vast op Meulin.  In 1965 is het dorp Meulin toegevoegd aan de gemeente van Dompierre-les-Ormes waarvan het nu afhangt als gehucht.
Een primitieve kapel is reeds op het einde van de 10de eeuw vermeld te Meulin in een charter van de abdij van Cluny; "Capellam in honore beati Petri, in pago Augustidunensi, in villa Molinis".  Het huidige gebouw dateert eerder van een reconstructie van begin 11de eeuw, of toch gedeeltelijk.  Tijdens deze periode behoort het tot de collatie van de deken van Mazille.  De kerk is geplaatst onder het patronaat van Saint-Pierre.  In de 12de eeuw is het zichtbaar gereconstrueerd voor een deel; bij het schip moet de dikte van de muren ongeveer 1 meter zijn, wat teruggaat tot deze periode.  Het gebouw volgt een heel eenvoudig plan met een éénbeukig schip, een rechte travee en een apsis.  Dit koor zal door het huidige koor met vlak einde in de gotische periode vervangen worden, waarschijnlijk in de 13de eeuw.  Deze datering is louter hypothetisch daar het gebouw weinig constructiesporen laat zien.  Het schip, de rechte travee en zijn klokkentoren behoren tot de romaanse periode.
In de 17de eeuw verhalen verschillende pastorale bezoeken ons over de staat van het gebouw.  In 1671 verhaalt een bezoek dat de kerk duister is en niet bevloerd.  In 1681 en 1690 is het koor slecht gewit, het schip is niet gelambriseerd noch gewit, de vloer ligt er ongelijk bij, er ontbreken vensters in de ramen, de klokkentoren en de overdekking verkeren wel in goede staat.  In 1696 vermeldt men dat de bevloering niet gelijk ligt en het schip niet gelambriseerd is noch gewit.
In 1776 worden herstellingen voor een minimum uitgevoerd aan de daken, de muren bezet, herstellingen aan het lijstwerk, schilderijen en doopvont.  In 1784 worden herstellingen uitgevoerd aan het kerkhof, de pastorij en de kerk met een herstelling aan het portiek voor de ingang van het gebouw.  In 1787 worden de vensters in het koor vervangen en herstellingen aan de klokkentoren uitgevoerd.
In 1803 wordt de parochie toegevoegd aan deze van Trivy.  Tegen de zin van de  bevolking, wordt gevraagd om te fungeren als een onafhankelijke parochie of toegevoegd te worden aan Dompierre-les-Ormes.  In 1808 wordt Meulin toegevoegd aan Dompierre.  Vanaf 1819 worden vernieuwingen uitgevoerd aan de kerk die het uitzicht van het gebouw niet wijzigen.  In 1851 wordt de kerk opgericht als kapel met een eigen bedienaar.  In 1881-1882 wordt de gevel herdaan en het schip hernomen met de constructie van een gewelf en steunberen, en een verbreding van de vensters.  Uit deze periode dateert waarschijnlijk de aanleg van de sacristie.
In 1908 wordt het kerkhof verplaatst naar Verchères.  Hierna wordt de parochie toegevoegd aan La Chapelle vervolgens opnieuw aan Dompierre.  In 1983 wordt de kerk gesloten als te gevaarlijk voor de gelovigen.  In 1997 worden belangrijke werken uitgevoerd aan de kerk met een herneming van de bezetting aan de buitenzijde, herstelling van het dak en een verfrissing van de binnenzijde.
In 2013 wordt de kerk ontwijd.  Vanaf 2016 is de kapel het voorwerp van werken om deze om te vormen waar culturele evenementen kunnen doorgaan. 

Beschrijving.
De kerk is een bescheiden gebouw samengesteld met een éénbeukig, rechthoekig schip gevolgd door een travee onder de klokkentoren en een koor met vlak uiteinde.  De datering is lastig daar er weinig herkenbare constructie elementen zichtbaar zijn en de bronnen hierover eerder schaars.  De travee onder de klokkentoren en de grote boog schijnen te dateren uit het begin van de 11de eeuw.  Het koor is een gotische toevoeging zonder dat men weet heeft van een datering.  Het zou teruggaan tot de 13de eeuw. 

(Foto Wiki Mâcon Sud Bourgogne)

De gevel van de kerk is gebouwd in grote maatstenen van graniet. Zij is doorbroken van een portaal in rondboog waarvan het timpaan naakt is.  De booglijst valt terug op eenvoudige colonnetten.  Boven het portaal bevindt zich een moderne oculus.  Een klein kruis tooit de punt van de gevel.  Een steunbeer begrenst de gevel aan ieder uiteinde.  Gelijkaardige steunberen flankeren de gootmuren van het schip.  Zij omkaderen de rondbogen die sterker inspringend aan de binnenzijde dan aan de buitenzijde zijn.  De zuidelijke gootmuur is doorbroken van een kleine ingang.  De travee onder de klokkentoren is gestut door 2 brede steunberen aan iedere zijde waarvan deze in het zuiden een kleine, nauwe en verlengde rondboog met een monoliete boog omringen. 





De klokkentoren verheft zich bovenaan deze travee. Van het rechthoekige plan is hij samengesteld met een naakte sokkel en met 1 verdieping, op iedere zijde geopend met een rondboog.  De klokkentoren is getooid met een korte piramide van 4 zijden.  Het kooreinde met vlak uiteinde is met een rondboog geopend op zijn noordelijke en oostelijke zijde waarvan deze in het noorden sterk inspringend is.  In het zuiden is het koor geflankeerd van een moderne sacristie met een klein rechthoekig venster aan de oostzijde.  De eindmuur van het koor wordt eveneens gestut door kleine steunberen in het noorden en het zuiden.  De oostelijke gedeelten van het gebouw zijn overdekt met leisteen terwijl het schip en de sacristie met dakpannen.  De piramide van de klokkentoren is eveneens getooid met platte dakpannen. 





Binnenin is het schip volledig bevloerd. Deze is overwelfd met een graatgewelf dat terugvalt op de driehoekige afsluitstukken.  Het schip staat met de travee onder de klokkentoren in verbinding via een grote rondboog waarvan de imposten schuin afgewerkt zijn.  De travee onder de klokkentoren is zichtbaar smaller.  Overwelfd met een gebroken tongewelf bewaart het koor het hoofdaltaar.  In het zuiden staat een kleine deur in verbinding met de sacristie. 




(Foto's binnenzijde Wiki Mâcon Sud Bourgogne)



Bijlagen.

Geen opmerkingen: