Zoeken in deze blog

maandag 26 september 2022

Eglise Saint-Pierre te Chissey-lès-Mâcon (Saône-et-Loire 71)

 Eglise Saint-Pierre 

te Chissey-lès-Mâcon


Geschiedenis.
Het dorp van Chissey-lès-Mâcon bevindt zich op de plaats van een oude versterkte site.  Een grote vierhoek van de protohistorie, gevormd door 4 grachten, is tijdens een luchtonderzoek gelokaliseerd.  Talrijke Gallo-Romeinse overblijfselen zijn eveneens ontdekt op het grondgebied van de gemeente; een Romeinse villa in de nabijheid van de kerk die belangrijke vloertegels inhield, overblijfselen van constructies voorzien van een verwarmingssysteem, graven, aquaduct,...  Het dorp is voor de 1ste keer geciteerd in de 10de eeuw in verschillende opeenvolgende charters van de abdij van Cluny; "Chissiaco villa, in pago Matisconensi, in agro Chisiaco, in agro Chesiacensi".  Het is vervolgens verschillende keren vermeld in de loop der eeuwen waarbij zijn toponiem beetje bij beetje evolueerde naar "Chissey" om uiteindelijk de huidige versie van Chissey-lès-Mâconnais aan te nemen op het einde van de 19de eeuw.  In 1826 zijn de dorpen van Lys en Prayes verenigd met Chissey.  Deze 3 territoria werden een verzameling van een natuurlijk, cultureel en architecturaal patrimonium.  Het gehucht van Lys met zijn kerk Notre-Dame is een mooi voorbeeld van romaanse architectuur.  Het dorp telt eveneens talrijke landelijke huizen met karakter, herenhuizen, wasplaatsen, molens,...
Een primitief cultusgebouw toegewijd aan Saint-Pierre is in 926 te Chissey geciteerd; "Chissiaco villa...atria Sancti-Petri".  Het is opnieuw geciteerd in het midden van de 11de eeuw in een charter van het kapittel van Saint-Vincent van Mâcon; "Ecclesiam de Chisciaco in honore beati Petri dicatem".  De huidige kerk is waarschijnlijk een latere romaanse reconstructie.  Het gebouw schijnt opgericht in de 12de eeuw, in verschillende fasen.  Zij is aldus het centrum van de parochie van Chissey en behoort tot de collatie van het kapittel van de kathedraal van Mâcon die de heerlijkheid deelde met de abdij van Cluny.  De kerk opgericht in de 12de eeuw volgt een eenvoudig plan, typisch voor de romaanse gebouwen in de regio, met een rechthoekig éénbeukig schip, een travee onder de vierkante klokkentoren en een apsis.  Zij vertegenwoordigt een mooi voorbeeld van het romaanse decor met gebeeldhouwde kapitelen in het schip en het zijportaal, boogreeksen aan de muur, Lombardische banden en boogreeksen van de klokkentoren.
Wat hierna volgt wat betreft het gebouw in de eeuwen volgend op de constructie is niet gekend.  In 1675 verhaalt het rapport van een pastoraal bezoek te Chissey door de aartspriester van Vérizet dat het koor onderhevig is aan de weersomstandigheden en aldus vernieuwd moet worden.  In 1692 vermeldt een nieuw bezoek dat de benodigde werken zijn uitgevoerd.  In 1705 vermeldt een ander bezoek 2 altaren waarvan het ene toegewijd is aan Saint-Blaise en het andere aan Sainte-Anne.  In 1760 worden renovatiewerken uitgevoerd die voornamelijk een verbetering en een restauratie van het meubilair als een binnenste renovatie inhielden. 
Einde 18de, begin 19de eeuw is de kerk slecht onderhouden zodat in 1843 de gemeente voorstelt tot een volledige reconstructie daar ze bouwvallig is en te klein geworden voor de gelovigen van de parochie.  De inwoners van het gehucht Lys verzetten zich hiertegen daar hun kerk goed onderhouden is en de diensten kunnen doorgaan in de kerk Notre-Dame.
In 1853 wordt het plan tot een volledige reconstructie van de kerk aangenomen.  Deze werken uitgevoerd in 1854 omvatten het afbreken van de romaanse apsis, het toevoegen van een modern westelijk blok aan de oorspronkelijke gevel die aldus verdwijnt.
De moderne constructie omvat een breed transept, een koortravee geflankeerd van een sacristie en een apsis.  De oriëntatie van het koor is aldus omgekeerd en men komt het gebouw binnen langs een neoromaans portaal in het oosten, op de plaats van de vroegere apsis.  In 1873 wordt de klokkenverdieping vernieuwd. 
In 1908 wordt de kerk van het gehucht Prayes afgebroken die voor een deel uit de Karolingische met een vlak kooreinde, en uit de romaanse periode dateren, afgebroken.  Hiervan recupereert de kerk van Chissey 2 stenen doopvonten uit de 10de eeuw. 
Nadat de kerk in 1927 ingeschreven op de lijst, bij de dienst "Monuments Historiques" worden in 1934 belangrijke verstevigingswerken aan de kerk uitgevoerd.  Deze betreffen voornamelijk het metselwerk en de daken.  Hiervoor wordt het gebouw voor zijn romaans schip en klokkentoren geklasseerd  door de dienst "Monuments Historiques".  In 1970 wordt de binnenste bepleistering weggehaald, de stenen opgekuisd en gereinigd.  Het gewelf en de bepleistering worden gereinigd.  In 1982 wordt de noordelijke zijde van het dak hernomen in lavapannen.  Een gootklos is eveneens vervangen.  In 1985 is een herstelling van het metselwerk van de klokkentoren uitgevoerd.
Begin jaren 2000 is de kerk opnieuw toe aan herstelling door vallende stenen uit de klokkentoren, de daken die loskomen met waterinsijpeling tot gevolg.  Men gaat over tot een algemene restauratie van de daken en de ramen, het opvoegen en uitdrogen van het metselwerk en een algemeen herstel van de binnenzijde.  Deze werken worden beetje bij beetje uitgevoerd van 2009 tot 2020.

Beschrijving.
De kerk Saint-Pierre volgt een origineel plan geërfd van zijn geschiedenis met zijn romaanse constructie en een moderne toevoeging in een neoromaanse stijl.  Het omvat een klokkentoren-portaal en een rechthoekig schip, vervolgens het transept, de koortravee geflankeerd van een sacristie en een apsis.  Het romaanse deel laat eveneens 2 constructiefasen zien met in de zuidelijke gootmuur van het schip waar het metselverband naar boven toe wijzigt.

(Wiki Mâcon Sud Bourgogne)

Ten gevolge van de reconstructie bevindt de gevel van de kerk zich in het oosten, op de plaats van de oude romaanse apsis, in de 19de eeuw afgebroken.  Zij stelt zich samen met een uitbouw onder een driehoekig fronton waar zich een neoromaans portaal inschrijft met een dubbele booglijst.  Deze vallen terug op de fijne colonnetten met gebeeldhouwde kapitelen.  Bovenaan deze uitbouw bemerkt men een oude romaanse rondboog die zich oorspronkelijk bovenaan het dak van de apsis bevond zoals het zoveel het geval is bij de romaanse gebouwen in de regio.  De gevel is toegevoegd aan de travee van de romaanse klokkentoren.  Deze is geopend met een rondboog per zijde en gestut door steunberen aan de uiteinden die mini-kruisbeuken vormen.  Bovenaan de bogen bevindt zich een fijne kordonlijst op naakte modillons waarvan enkele aan de zuidzijde zijn verdwenen.  Men ziet ook de omtrek van een dichtgestopte oude rechthoekige opening.




De vierkante klokkentoren is een mooi voorbeeld van de romaanse kunst en is verwant met deze van Chazelle.  Hij stelt zich samen met een blinde sokkel begrensd met een kordonlijst en de 3 verdiepingen.  Zijn 4 zijden zijn identiek aan elkaar en zijn uitgehold met Lombardische banden die zich door de eerste 2 verdiepingen beëindigen met een kordonlijst op naakte modillons en voor de bovenste verdieping door rondboogreeksen op de modillons.  De onderste verdieping houdt 1 rondboog in per zijde zonder decor.  Dit is eveneens het geval voor de 2de verdieping maar de bogen zijn breder en dichtgestopt.  De bovenste verdieping is voorzien van een paarsgewijze boog per zijde, met in het midden een terugval op een pilaster.  De toren is getooid met een hoge spits van 4 zijden ondersteund door een gootklos vermengd met een kordonlijst en een fries van zaagtanding.





Het romaanse schip is rechthoekig.  Zijn gootmuren zijn gestut door platte steunberen die de dubbel inspringende rondbogen omkaderen met 3 in het noorden en 4 in het zuiden. In het noorden is de muur geopend door een romaans portaal waarvan de dubbele booglijst rust op colonnetten met gebeeldhouwde kapitelen. Het timpaan van het portaal is veellobbig.  Men onderscheidt ook nog enkele sporen van oude beschilderingen.  Het metselwerk van de zuidelijke gootmuur laat 2 verschillende constructiefasen zien met aan de basis een klein metselverband terwijl het bovenaan regelmatig en middelmatig metselverband betreft. 







Het westelijk romaanse blok is direct toegevoegd aan het romaanse schip. Het opent zich langs een breed transept waarvan de transeptarmen zijn gevormd door 2 brede, rechthoekige kapellen onder de transversale daken van 2 zijden waaraan de puntgevels beginnen.  Deze zijn gestut met brede steunberen aan de hoeken en zijn elk verlicht door een brede rondboog.  De koortravee is doorbroken van een rondboog in het noorden en is in het zuiden toegevoegd met een kleine, vierkante sacristie.  De half cirkelvormige apis is verlicht door 2 rondbogen en door 4 steunberen gestut die zich onderaan het dak beëindigen.  Een gootklos met naakte modillons loopt rond het ganse moderne gedeelte alsook zijn enkele modillons van het schip gebeeldhouwd.  Het gebouw is overdekt met uitgeholde dakpannen met lavapannen aan de zijden. 

(Wiki Mäcon Sud Bourgogne)

Aan de binnenzijde bezit de kerk een soberheid van de romaanse gebouwen ondanks de gedeeltelijke herstructurering van de 19de eeuw.  De travee onder de klokkentoren is overwelfd met een graatgewelf en is in het noorden als het zuiden begrensd met een ontlastingsboog.  De toegang tot de klokkentoren bevindt zich in het noorden.  Het schip van 4 traveeën opent zich langs een gebroken boog.  Zij is overwelfd met een gebroken tongewelf geritmeerd door de gordelbogen die terugvallen op de half ingebrachte zuilen met gebeeldhouwde kapitelen versierd met gevarieerde motieven.  De kapitelen benadrukken de kordonlijst die de basis van het gewelf vormt.  De gebroken boogreeksen die de druk van het gewelf ontlasten zijn tegen de gootmuren geplaatst.  Zij rusten op eenvoudige steunmuren met imposten.  In de oostelijke muur bemerkt men een brede rondboog bovenaan de gebroken boog die zich opent op het klokkentoren-portaal.









Het transept opent zich langs een brede gebroken boog die terugvalt op zware zuilen met gebeeldhouwde kapitelen.  De kruising overwelfd met graatgewelven die aan de hoeken terugvallen op de kleine zuilen met gebeeldhouwde kapitelen.  De transeptarm opent zich langs de gebroken bogen die rusten op vergelijkbare zuilen als de andere.  Zij zijn overwelfd met een gebroken transversaal tongewelf.  In het noorden bemerkt men de omtrek van een oude opening in gebroken profiel. 
Een rechte travee opent het koor.  Zij opent zich langs een brede gebroken boog vergelijkbaar met de anderen en is overwelfd met een gebroken tongewelf.  In het zuiden leidt een kleine deur naar de sacristie.  De nauwere apsis opent zich langs een rondboog en is overwelfd met een halfkoepel.  Zijn muren zijn versierd met een neoromaans decor van boogreeksen op colonnetten die de neoromaanse rondboogvensters omkaderen.  De apsis bewaart het hoofdaltaar.  Al de moderne rondboogvensters zijn omkaderd door de colonnetten met gebeeldhouwde kapitelen. 



Bijlagen.

Geen opmerkingen: