Zoeken in deze blog

donderdag 29 november 2018

Eglise Notre-Dame-de-l'Assomption te Lancharre; Chapaize (Saône-et-Loire 71)

Eglise Notre-Dame-de-l'Assomption 
te Lancharre; Chapaize

Geschiedenis.
Lancharre "Locus Carus" is op 2 km gesitueerd van Chapaize, op de weg van Tournus naar Saint-Gengoux-le-National, of op de oude Romeinse heirbaan van Tournus naar Autun.  
De oorspronkelijke kerk Notre-Dame van de 11de-12de eeuw is in de vergroting van de 13de eeuw verwerkt.  Op dit moment zijn nog enkel het koor met zijn asymmetrische absidiolen, het transept met op de kruising de klokkentoren en in de 13de eeuw verhoogd met één verdieping van paarsgewijze bogen, en de restanten van de oorspronkelijke noordelijke muur.


De priorij van Lancharre werd in de 11de eeuw gesticht door de heren van Brancion als gebedsplaats voor jonge dames van adel of voor dames van de hoogste rang zoals weduwen van ridders en landsheren uit de regio.  De kanunnikessen namen reeds in de 11de eeuw de regel van de heilige Benedictus aan.  De dames van edele afkomst legden geen eeuwigdurende gelofte af, leefden van hun inkomsten en woonden in een klein, persoonlijk logement binnen de monastieke omheining.  Zij droegen een eenvoudige tenue, een vilten kap en sluier, zonder juwelen.  Men kent hun manier van leven dankzij de talrijke, juridische teksten uit deze tijd.  Zij oefenden nog steeds de heerlijke rechten uit over hun gronden en bossen, rechtspraak over de hoge en lage justitie en waren in het bezit van hun zegel.  Zij werden geleid door hun priores en waren onderworpen aan de enige spirituele weg van de priester die aangesteld werd door de abt van Cluny.  Zij hingen verder van geen enkele abdij af.
In de 13de eeuw waren 3 priorijen geplaatst onder hun afhankelijkheid zoals Lachaux, Rabutin en Puley in 1291.  Het verzwakken van de discipline en de onzekerheid naar aanleiding van de oorlogen brachten het verval van het monasterium met zich mee.  In 1611 echter hervormde de aartspriores, Marie du Blé d'Uxelles, aangesteld door Lodewijk XIII, het klooster en herstelde de leefregel.  De vernieuwing die zij instelde wordt beschouwd als een 2de stichting en het monasterium werd tot de rang van abdij verheven vanaf Lodewijk XIV.  Zij bekwam eveneens om de aartspriorij van Lancharre te verenigen met de priorij van Puley in 1615, op aanvraag van de priores, Constance du Blé daar zij de ruïnering van de kloostergebouwen vaststelde.  In 1626 liet Marie du Blé de abdij van Lancharre overbrengen naar Châlon die een koninklijke abdij werd onder Lodewijk XIV en dit tot en met de Revolutie.  Het schip van de abdijkerk die tot ruïne was vervallen, werd afgebroken.  Aldus bleven nog enkel het koor en het transept van de priorijkerk van de 11de-12de eeuw gespaard.














Bijlagen.

Geen opmerkingen: