Zoeken in deze blog

zondag 25 december 2022

Eglise Saint-Aubin te Saint-Aubin (Côte-d'Or 21)

 Eglise Saint-Aubin 

te Saint-Aubin


Beschrijving.
De kerk, eveneens in de omgeving van Beaune,  in de richting van Noloy naar Saulieu, biedt gans andere kenmerken dan het merendeel van de kerkgebouwen in de omgeving. 
Zijn éénbeukig schip is voorafgegaan van een klokkentoren-portaal en opent zich op een primitief koor van 2 verdiepingen.  Men moet verwijzen naar schema's om deze heel bijzondere samenstelling te begrijpen die zich beëindigde op een apsis teruggevonden tijdens opgravingen in het deel van de vergrote apsis uit de 15de, 17de en 19de eeuw.  Op het bovenste niveau van het koor geeft het plan de gebruikelijke samenstelling in romaans Bourgondië van een éénbeukig schip, een transept met een klokkentoren op de kruising.  Op het plan ziet men perfect zoals bij het metselwerk ter plaatse dat het geheel relatief samenhangend is.





Het klokkentorenportaal biedt verschillende aanwijzingen van ouderdom met zijn zware blokken als hoekverbinding en de sporen van een rondboog aan de noordelijke, nu verborgen door de bewoning rond het gebouw.  Het zou gaan om een toegang tot de verdieping van de toren waar zich een hoog deel met een bevoorrecht zicht op het bovenste koor bevond.  Het niet overwelfde schip van 10 meter op 6,5 meter op dikke muren van 0,80 meter verheft zich op meer dan 7 meter tot het vlakke plafond met een boog in het noorden en 2 uit een andere periode in het zuiden.






Tijdens zijn binnenste restauratie werden geen sporen gevonden van een trap die toegang gaf tot een bovenste koor.  Vandaag bestaat de toegang langs een moderne trap aan de buitenzijde maar het is mogelijk dat men langs een houten trap de nauwe doorgangen kon bereiken die toegang verschaften tot de bovenste kapellen in de nabijheid van het altaar.  Deze overwelfde kapellen omkaderen het bovenste, eveneens overwelfde koor en gedomineerd door een klokkentoren.  Dit koor opende zich op het oorspronkelijke schip langs een grote rondboog van 4,25 meter hoogte en herneemt dezelfde verhoudingen van de inrichting van het gelijkvloers.  Op dit niveau vindt men 2 zijkapellen terug en een vergroot koor naar het oosten.  Onder de bevloering kan men de vorm bemerken van de oorspronkelijke apsis.  


De oprichting van de 1ste constructie van het gebouw is in klein metselverband zonder de aanwezigheid van boogreeksen of lisenen.  Het gebruik van een metselverband in opus spicatum kan men nog aan het schip bemerken.  De inrichting van de 2 verdiepingen bootst heel handig het eigen systeem van koren met hoge en lage cryptes van de Karolingische periode na zoals men nog te Flavigny ziet maar met het ontbreken van gekende en vereerde relieken kan men zich afvragen wat een zodanige architectuur heeft toe aangezet in deze kleine site op het platteland.





Een lange tijd als een eenvoudige gebedsplaats, waarschijnlijk ontstaan met een villa, zou de site geschonken zijn aan het kapittel Notre-Dame van Beaune door de hertog Henri de Bourgogne (965-1002).  Rekening houdend met de zichtbare kenmerken van het gebouw blijft een constructie uit het einde van de 10de eeuw aannemelijk voor dit gebouw dat in zijn 1ste vermelding in 1147 de term "Ecclesia sancti Albani de Oratorio" draagt.  Het zou kunnen gaan als een toevoeging tot een andere plaats als Notre-Dame van Beaune en diende als stopplaats tijdens de processies.  Het is op het einde van de 11de en begin 12de eeuw dat men een 2de constructie met de klokkentoren en zijn stenen spits toevoegde en men kan de spitsen vergelijken als constructies om het parochiale statut te bevestigen zoals te Bligny-sur-Ouche of Bligny-lès-Beaune.

Bronnen.
Christian Sapin in "Bourgogne romane"; Editions Faton; Dijon 2006.
- Guy Lobrichon in "Bourgogne romane"; Editions Stéphane Bachès; Lyon 2013.

Bijlagen.

Geen opmerkingen: