Zoeken in deze blog

donderdag 15 september 2022

Eglise Saint-Jean-Baptiste te Tramayes (Saône-et-Loire 71)

 Eglise Saint-Jean-Baptiste 

te Tramayes



Geschiedenis.
De aanwezigheid van een belangrijke bevolkingszone in het huidige dorp van Tramayes is reeds bevestigd tijdens de Romeinse periode.  De gemeente betrok zijn naam van een oude Romeinse weg genaamd "Tramaculum" die Lyon met Autun verbond.  De overblijfselen van Romeinse constructies zijn in de lengte van deze weg teruggevonden.  Het voorwoord van de cartalarium van Mâcon geeft trouwens een verwijzing naar een kasteel genaamd "la Rolle". 
De kerk is voor de 1ste keer vermeld rond 958 in de charters 413 en 435 van het cartelarium van Mâcon.  Zij is trouwens vernoemd als "Ecclesia Sancti Germani à Tramaiias" en hing af van de bisschop van Mâcon.  Deze kerk werd waarschijnlijk opgericht tussen 1080 en 1230, in de 12de eeuw, in de laatste fase van de romaanse architectuur met het gebouw waarvan wij vandaag nog de restanten zien.  In de 12de eeuw, rond 1150, attest de charter 496 van hetzelfde cartelarium, deze keer het bestaan van de parochie van Tramayes; "in parrochia Tramaiias".  Dit 1ste gebouw moest een typisch romaans plan volgen met een éénbeukig schip van beperkte omvang, een travee onder de klokkentoren en een apsis.
Op het einde van de middeleeuwen neemt de kerk het patronaat aan van Saint-Jean-Baptist.  De reden van deze wijziging is niet erg duidelijk noch de precieze datum waarin dit besluit is genomen.
In de 16de eeuw werd het schip voor de 1ste keer vergroot daar de romaanse afmetingen te beperkt werden.  In 1675 vermeldt een pastoraal bezoek 2 kapellen aan het einde van het schip gesitueerd.  Ook al is hun werkelijke plaats onzeker, zijn deze nog steeds aanwezig in de 18de eeuw en spelen een belangrijke rol in het sociale leven van het dorp.
Met de Franse Revolutie in 1793 is de kerk vernield door 'vreemde bendes' uit het dorp.  Het meubilair is voor een groot gedeelte verspreid of verkocht.  De vernielingen zijn zo erg dat het schip in 1827 opnieuw vergroot is om aan de benodigdheden van de bevolking te voldoen en de beschadigingen te herstellen.  Deze werken duren tot ongeveer 1830.  In 1836 is het kerkhof verplaatst daar de plaatsen beperkt worden voor nieuwe teraardebestellingen. 
De vernielingen aangebracht tijdens de Franse Revolutie leidden tenslotte tot een totale reconstructie van het gebouw in 1845 en 1846.  Van het romaanse gebouw behoudt men de klokkentoren en zijn travee, gewijzigd naar een torenportaal.  De oriëntatie van de kerk wordt gewijzigd en het nieuwe koor wordt in het westen opgericht.  

Beschrijving.
De huidige architectuur is dus een mengeling van romaanse overblijfselen voor het portaal en een heel massieve, moderne constructie voor de rest van het gebouw. 
In het oosten domineert de romaanse klokkentoren de ingang van het gebouw.  Deze klokkentoren wordt gevormd door 2 verdiepingen.  De 1ste is geflankeerd met pilasters op zijn oostelijke, zuidelijke en noordelijke zijden.  De westelijke zijde is ingewerkt in de puntgevel van het moderne schip.  Men onderscheidt 2 soorten brede pilasters aan de hoeken en een fijnere middenpilaster.  Deze laatste scheidt de 2 naakte rondbogen die zich openen op de 3 vermelde zijden. De 1ste verdieping worden de pilaster verdergezet door een serie van fijne colonnetten.  De 4 zijden zijn er versierd met paarsgewijze rondbogen die terugvallen op de zijdelingse en centrale colonnetten met gebeeldhouwde kapitelen.  Deze openingen zijn van een gelijke maat en relatief bescheiden in overeenkomst met het massieve profiel van de klokkentoren.  Op de oostelijke en westelijke zijden omkaderen de zuilen de paarsgewijze bogen terwijl zij deze eenvoudig scheiden op de 2 andere zijden. De klokkenverdieping bewaart de 3 klokken van de kerk.  Zijn gootklos rust op de gebeeldhouwde modillons en op de fijne zuilen.  






De 2 verdiepingen van de klokkentoren zijn gescheiden an elkaar door een kordonlijst ondersteund door modillons.  Deze scheiding kenmerkt een stilistische naast elkaar geplaatste stijl, veel voorkomend in de Bourgogne.  De 1ste verdieping is aldus verwant met de klokkentoren van Trambly en ondergaat een sterke invloed van Cluny.  De klokkentoren is vergelijkbaar met deze van Anzy-le-Duc en getuigt van een invloed uit de Brionnais.  Het piramidale dak bestaat uit geverfde dakpannen met hierboven een moderne spits.
De travee onder de klokkentoren is overwelfd met een koepel op achthoekige trompen.  In de 19de eeuw werd een tribune toegevoegd om een soort van werkelijke hoofdingang te creëren.  Een oculus werd eveneens doorbroken in de oostelijke wand van de travee van de 19de eeuw.  Deze opent zich op het schip door een triomfboog die rust op 2 zuilen met gebeeldhouwde romaanse kapitelen.






Het torenportaal wordt vervolledigd door 2 achthoekige traptorentjes met een dak van geverfde dakpannen van hetzelfde type als de klokkentoren.  De moderne ingang  bestaat uit een rondboog en is omkaderd door 2 grote pilasters.



 
Bijlagen.

Geen opmerkingen: