Kirche Sankt Maria und Sankt Martin
te Phalzel; Trier
Geschiedenis.
Adela, dochter van de heilige Irmina, afkomstig uit het huis der Arnulfingen (nazaten van bisschop Arnulf van Metz), stichtte rond 700, een benedictijns klooster. Het dorp Phalzel had ze eerder reeds geruild met de hofmeier, Pepijn. Adela werd er de eerste abdis en stelde het klooster onder de aartsbisschop van Trier.
Voor de bouw van de kerk werd de zuidoostelijke hoek van een Romeins Palatiolum (paleis) met zijn hoge muren gebruikt. Dit vormde een kruisvormige constructie. Eén arm werd als een éénbeukig schip verlengd dat werd afgesloten met een koor. Om het verval van de kloostertucht een halt toe te roepen hervormde aartsbisschop Poppo in 1037 het damesklooster tot een abdij met kanunniken.
Hij liet het schip verder uitbreiden naar het westen toe. Van het afbraakmateriaal van het Palatiolum werd aan het einde van de 11de eeuw een apsis toegevoegd. Rond 1230 vond een overwelving met kruisribben plaats.
In 1500 werd een klokkentoren toegevoegd die echter in de vroegte van de 19de eeuw verdween. Bijna alle ramen werden in de 18de eeuw vergroot om een betere lichtinval te verkrijgen.
In 1802 werd het klooster opgeheven en de kerk per opbod verkocht. Na verschillende eigendomsoverdrachten en gebruik als schuur en opslagplaats werd het gebouw in 1827 door de parochie aangekocht. In het nieuwe gebouw van 1906-1908 onder leiding van de bouwmeester Becker, werd de oude kerk ingevoegd. In 1944 werd de westelijke kruisbeuk afgebroken.
Henrich Otto Vogel herbouwde de kerk van 1962 tot 1965 met stijlkenmerken van de jaren '50 en '60. De vroegere kerk werd als een transept in gebruik genomen en het nieuwe gebouw werd het driebeukige schip.
Aan de buitenzijde is de kerk eenvoudig en ontdaan van iedere decoratie. De apsis wordt verdeeld door rondboogfriezen, lisenen en pilasters in 5 spaarvelden met rondbogen.
Een laatgotisch portaal met barokke ingang staat aan de zuidelijke zijde van het oude schip. De Mariakapel sluit aan op het zuidelijke transept en was reeds een deel van het Romeins-Frankisch Palatiolum. In de 13de eeuw werd het overwelfd en in 1468 uitgebreid met een koor.
Bijlagen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten