Zoeken in deze blog

dinsdag 16 oktober 2018

Onze-Lieve-Vrouwkerk te Herent (Vlaams-Brabant)

Onze-Lieve-Vrouwkerk 
te Herent


Beschrijving.
Het kerkgebouw dat men nu aantreft, is niet het resultaat van 1 enkele bouwcampagne maar van een onophoudelijke activiteit welke zich uitstrekte sinds de Middeleeuwen tot op heden.  De structuur van het plan en de verheffing is heel eenvoudig.  Een torenportaal vormt de gevel van het monument.  Het gebouw is samengesteld uit 3 beuken verlicht door rondbogen.  



Dit geheel is voor een groot deel in de 17de-eeuw gereconstrueerd en in de 18de-eeuw overwelfd.  Een uitstekend transept en een koor met vlak kooreinde waarvan de eindmuur doorbroken wordt door een roostervenster, benadrukken de laatste fase in de oprichting van de kerk, in de loop van de 13de eeuw.








Op de kruising van het transept en in het kooreinde laat de overgang van Romaans naar Gotiek, of eerder het aannemen van nieuwe Gotische elementen met de gebruiken van de Romaanse architectuur zich voelen.  Dit gedurende het 2de kwart van de 13de eeuw.  Dit vertaalt zich naar het aanbrengen van het roostervenster in het kooreinde maar nog meer in de mooie serie van gebeeldhouwde kapitelen die de kruisvormige pijlers op de manier van een doorlopende fries.  Op het vegetarische decor met verschillende variaties lijken vanop het Korintische kapiteel zich zowel naar het kapiteel met overdekt decor als op het kapiteel met knoppen, enkele mannen- en vrouwengezichten zich los te maken.  Deze vertonen zowel hun afhankelijkheid ten opzichte van de Romaanse kunst, met hun grijnzende gelaatstrekken, als in de integratie van deze figuren met het gebladerte en in de verfijning van de uitvoering waarvan het vrouwengezicht getuigt.























De westelijke toren is zonder twijfel het aantrekkelijkste gedeelte van het monument zowel op plan als historisch.  Het is eveneens het oudste deel die zou kunnen teruggaan tot het einde van de 12de eeuw.  Uitgevoerd in zandsteen en met een zorgvuldig gelijnd metselwerk, stelt de toren 3 verdiepingen voor die aan de buitenzijde zorgvuldig zijn afgelijnd, en een ingang bezit in haar as.  De buitenste versiering verwijst naar verschillende herkomsten waaruit de bouwmeester heeft geput om een waaier van versieringen te ontwerpen, verspreid over de verschillende verdiepingen.  Dit met kleine boogreeksen op de 1ste verdieping, versneden boven op de 2de verdieping en boogreeksen op colonnetten die paarsgewijze bogen omkaderen op de 3de verdieping.  Het opvallendste is het decor met de versneden bogen, zeker in deze streek, welke men gewoonlijk meer terugvindt in Spanje of Zuid-Italië dan in de Anglo-Normandische traditie.  De voorbehouden plaats in de verheffing van de toren toont de waardering die deze geniet.  Het geheel maakt zich los op een tussenliggend, onversierd niveau als een werkelijke muurfries.






Aan de binnenzijde is de toren voorzien van een tribune verlicht door vensters die alhoewel uitgewerkt zijn in de 19de eeuw, getuige zijn van een gekende samenstelling in een aantal kerken van groot belang en die de torenverdieping opent op de hoofdbeuk.  Dit element maakt de toren van Herent verwant met een groep in de Maasstreek waarvan verschillende belangrijke gebouwen een westelijke tribune inhouden.  Voorbeelden hiervan vindt men terug te Lobbes, Hastière-par-Déla of Fosses-la-Ville.





Het westelijke portaal opent zich onder de toren.  Alhoewel sterk gerestaureerd, bevestigd door betrouwbare documenten, en hernomen R. Lemaire, verdient deze toch de aandacht daar deze kapitelen ons verhalen wat de iconografie aan de ingangsdeur van de gebouwen was op het einde van de Romaanse periode.  Op de verdieping van de gebroken bogen resten eveneens nog een aantal oorspronkelijke kapitelen.  Deze die de uitsprong van het portaal voorstellen zijn links; een slang, basilicum (koningskruid), een sirene met een dubbele staart en een paardmens als boogschutter.  Rechts; een ram, Samsom op de leeuw gezeten, een gewapende ridder en een griffoen.  Men bemerkt er de verrassende figuratie van Samson gezeten op de leeuw met de armen geopend en zijn krachtig, lange haar ontvouwen.  Het geheel bied een verrassende iconografische voorstelling.  Vervolgens delen de sirene en het paardmens het kapiteellichaam van hetzelfde kapiteel welk overeenkomt met een oude traditie ontwikkeld door de Griekse Physiologus en populair waren in de dierenvoorstellingen van de Middeleeuwen.  De centaur (paardmens) en de sirene hebben hun dubbele natuur als helftmens, helftdier gemeenschappelijk en bezitten elk een duivelse uitstraling.  In de Romaanse iconografie symboliseren zij de vermenging van goed en kwaad en zijn deze de figuren van de verleiding.  De voorstelling van Samson die over het algemeen de leeuw vloert en zijn kaken uit elkaar houdt, is her meer gewoon weergegeven en symboliseert de overwinning.  Het gaat hier over een heel geregelde voorstelling in de Romaanse kunst die de overwinning van Christus voorstelt.









Bronnen.
- Geert Bekaert en Jean-Pierre Esther in België romaans, uitgeverij Hadewijch; Antwerpen-Baarle 1992.
- Jacqueline Leclerc-Marx in L'art roman en Belgique; Editions J.-M. Collet 1997.
- Jean Roubier en André Courtens in Romaanse kunst in België; Uitgeverij Vokaer; Brussel 1971.
- Barrel i Altet x in Belgique et Grand-Duché de Luxembourgt romane; Edtions Zodiaque, 'la Nuit des Temps 71; Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1989.


Bijlagen.

Geen opmerkingen: