Zoeken in deze blog

maandag 15 mei 2023

Eglise Saint-Aré te Decize (Nièvre 58)

 Eglise Saint-Aré 

te Decize



Beschrijving.
Decize, "Decetia Eduens, geciteerd door Julius Ceasar in zijn "commentaren" bezet een rotsachtige steile helling op een eiland in de Loire dat bekroond wordt door de kerk Saint-Aré.  Herwerkt bewaart deze een ruime apsis waarschijnlijk opgericht op het einde van de 11de eeuw en waarvan de verslagen met de apsis Sainte-Julitte van de kathedraal van Nevers zijn bevestigd.
De triomfboog in rondboog die heel erg verheven is, valt op iedere zijde terug op de aangezette zuilen met beschilderde kapitelen.  Deze zijn links met monsters in een menselijk gedaante en dreigende muil die naar voor hellen en de handen vasthouden.  De diepe travee overwelfd met een tongewelf beëindigd zich door een mooi halfrond met een halfkoepel als overwelving.
Onder het koor strekt zich een crypte uit die het graf van de heilige Aré, bisschop van Nevers in de 6de eeuw, bewaart.  De datering van dit monument, door de oude wijzigingen dat zijn plan vluchtig laat zien, schijnt problematisch.  Een eerste schip, overwelfd met een gebroken tongewelf verlengt zich door een korte apsis dat in de as een lage opening verlicht en aan de andere zijde een venster als versterking.
Twee doorgangen doorbroken in het noorden, in een heel dikke muur, stelt deze hoofdbeuk in verbinding met een tweede schip van 2 traveeën waarvan de ene overwelfd is met een tongewelf en het andere met een zwaar gerestaureerd graatgewelf.  
De veronderstelling van een Merovingische oorsprong van deze crypte huist vooral in de traditie die betrekking heeft tot de relieken van Saint-Aré en kan niet anders dan met enige reserve genomen worden.






















Bronnen.
- Jean Dupont in "Nivernais-Bourbonnais roman"; Editions Zodiaque, 'la nuit des temps 45', Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-vire 1976.
- Christian Sapin in "Bourgogne romane"; Editions Faton; Dijon 2006.

Bijlagen.

Geen opmerkingen: