Zoeken in deze blog

dinsdag 25 oktober 2022

Eglise Saint-Jean-Baptiste te Burgy (Saône-et-Loire 71)

 Eglise Saint-Jean-Baptiste  

te Burgy


Geschiedenis.
Burgy is een klein dorp met een honderdtal inwoners.  Het domineert de heuvels en de wijngaarden van de regio van Lugny.  De eerste vermelding van het dorp dateert van het einde van de 10de eeuw of begin 11de eeuw in een charter van de abdij van Cluny; "In villa Borgziaco".  Men beschikt over weinig bronnen over het dorp en een verwarring is mogelijk met het dorp Burzy.  Toch vindt men in een andere charter van Cluny; "Villa Burgiaci" terug.  De toponiem van Burgy legt zich vast in de 15de en 16de eeuw.  Het dorp ontwikkelt zich vooral naar WO II.  In deze periode begint "La Maison Latourneau", een schuimwijn te maken en te verspreiden.  Het is één van de eerste huizen in de Bourgogne die met een schuimwijn begint die nadien in 1975 "Crémant de Bourgogne" wordt.
De kerk van het dorp situeert zich op een mooi uitkijkpunt, op een heuvel van 400 m hoogte dat het centrum van het dorp domineert ongeveer 1,5 km lager gelegen.  Het gebouw bevindt zich op de top van de heuvel en biedt van daaruit een mooi zicht over de vallei van de Saône en de heuvels van de Jura.  De huidige kerk is ongeveer volledig romaans ondanks enkele herwerkingen.  Het oudste gedeelte zou de noordelijke muur van het schip zijn.  In de 2de helft van de 12de eeuw is het oostelijk gedeelte van de kerk gereconstrueerd geweest.  Zij was toen reeds het centrum van een parochie en tot de collatie van de bisschop van Mâcon.
Het gebouw is vervolgens in de 15de eeuw herwerkt geweest.  De zuidelijke muur van het schip schijnt tijdens deze periode hernomen.  Ook al bootst zij de romaanse stijl na, is zij zichtbaar verschillend van de andere gootmuur.  Het is eveneens in deze periode dat de bourg van het dorp verplaatst is naar waar het zich nu bevindt.  De kerk is steeds omringd gebleven van het kerkhof en in het midden van de wijngaarden.  In 1513 citeert een prebendenregister de kerk van Burgy als een eenvoudige toevoeging van Vérizet.  Zij was aldus op dat moment geen parochiekerk.
In 1709 richt de priester van Vérizet een aanvraag tot de bisschop van Mâcon om op aanvraag van de dorpelingen Burgy opnieuw tot parochie te verheffen.  Na het bezoek van de bisschop wordt Burgy opnieuw tot parochie verheven op 20 juni 1715.  In de 18de eeuw wordt een nieuwe kerk opgericht te Burgy, naast de woonst van de priester maar hiervan beaat geen enkel spoor meer.
In de 19de eeuw wordt de kerk verschillende keren gerestaureerd namelijk in 1827 en 1869.  Op een niet gekend tijdstip wordt een sacristie toegevoegd ten zuiden van de travee onder de klokkentoren en de apsis gereconstrueerd.  Deze is gedemonteerd na de aanleg van een koortravee en nadien gereconstrueerd.
Van 1945 tot 1950 worden opnieuw restauratiewerken uitgevoerd en houden eveneens de muurschilderingen in door Michel Bouillet.  Deze stellen de gelukkige mysteries van de Maagd voor.  Deze campagne omvatte eveneens het vrijmaken van het houtgeraamte in, voordien was dit verborgen door een plafond en het openen van een breed venster in de gevel.
In 1976-1977 is het dak met lavapannen vernieuwd.  In 1979 is de kerk geklasseerd als "Monument Historique".
Van 2017 tot 2018 wordt een nieuw restauratieproject gelanceerd in 3 fasen.  In 2017 wordt een deel van het dak in lavapannen en het geraamte hernomen.  Het binnenste decor wordt ontdaan van zijn pleisterlaag en de stenen vrijgelaten.  In 2018 wordt het buitenste metselwerk hernomen.  De boorden van het gebouw worden eveneens uitgewerkt.  In 2021 wordt het kerkhof gerestaureerd. 

Beschrijving.
De kleine kerk van Burgy is een typisch romaans gebouw die men in de regio terugvindt met kenmerken als gedrongen en massief.  Zij wordt omringd door het kerkhof.  Het is eenvoudig met een éénbeukig rechthoekig schip, een travee onder de vierkante klokkentoren geflankeerd in het zuiden van de sacristie, een koortravee en een apsis. 

(Foto Wiki Mâcon Sud Bourgogne)

De gevel van het gebouw is geopend door een eenvoudig portaal zonder versiering en waarbij het linteel op kraagstenen rust.  Men bemerkt een rondboog in het metselwerk.  Een breed modern venster is bovenaan de puntgevel doorbroken. 



De noordelijke gootmuur van het schip is het oudste gedeelte en dateert uit de 11de eeuw.  De muur wordt doorbroken door 2 kleine die inspringende rondboogvenstertjes.  De zuidelijke gootmuur is een reconstructie uit de 15de eeuw die de romaanse architectuur nabootst.  Deze muur bewaart 2 heel nauwe en verhoogde rondbogen van hetzelfde type dat de nauwe verlichtingsspleten laat herinneren.  Zij zijn enkel aan de binnenzijde inspringend.  Aan het uiteinde van de muur geeft een kleine deur, toegang tot het schip met hierboven eveneens een rondboog, nog zichtbaar in het metselwerk.







De travee onder de klokkentoren is gestut door 2 lange steunberen aan beide zijden.  In het zuiden zijn deze in de moderne sacristie ingewerkt.  In het zuiden houdt deze een kleine, rechthoekige opening in.  In het oosten is deze breder als gevolg van enkele trappen die leiden naar de klokkentoren.  De kleine gedrongen klokkentoren van het vierkante plan stelt zich samen met een massieve, blinde sokkel en een verdieping met rondbogen.  Deze is gescheiden van de sokkel door een kordonlijst.  De klokkenverdieping is geopend van een paarsgewijze rondbogen per zijde met een terugval in het midden door een dubbele colonnet met kapitelen. De toren is getooid met een korte piramide van 4 zijden.





Het koor is verlicht door 2 moderne rondboogvensters.  Gans het gebouw is overdekt met lavapannen.  Dit dak is ondersteund door een gootklos met naakte modillons uitgezonderd voor de noordelijke gootmuur van het schip en de sacristie waar de gootklos een platte steen is. 



Aan de binnenzijde is het kleine, rechthoekige schip volledig bevloerd.  De muren zijn vrij gemaakt met een zichtbaar metselwerk en wordt overdekt door een houten geraamte.  Aan de noordelijke gootmuur zijn muraalbogen geplaatst.  Deze vallen terug op de eenvoudige pilasters met dekstukken.  De 3 boogreeksen van de gevel zijn identiek aan elkaar maar deze in het midden omringt het ingangsportaal en zijn boog is licht gebroken.  De zuidelijke gootmuur bezit geen boogreeksen daar deze gereconstrueerd is.  In het oosten wordt deze muur doorbroken van een klein portaal onder een dunne, dubbele boog.




Het schip opent zich op de travee onder de klokkentoren via een brede, gebroken boog met imposten waarboven men een oude toegang tot de klokkentoren bemerkt.  De travee die deze toren ondersteunt is overwelfd met een gebroken tongewelf.  Het gewicht van de gedrongen klokkentoren wordt opgevangen door de ontlastingsbogen met imposten zowel aan de noord- als de zuidzijde van het tongewelf.  Ten zuiden van de travee onder de klokkentoren bevindt zich de sacristie.




Het koor is gegrensd door een smeedijzeren grille en opent zich langs een gebroken triomfboog met imposten.  Het koor is samengesteld met een rechte travee overwelfd met een gebroken tongewelf en een apsis met halfkoepel.  De omtrek van een dichtgestopt waterbekken is zichtbaar in de zuidelijke muur van de travee.


Bijlagen.

Geen opmerkingen: