Zoeken in deze blog

maandag 27 september 2021

Eglise Saint-Nicolas te Berteaucourt-les-Dames (Somme 80)

 Eglise Saint-Nicolas 

te Berteaucourt-les-Dames


Beschrijving.
Volgens de gebeeldhouwde elementen, werd de abdijkerk waarschijnlijk gebouwd rond het 2de kwart van de 12dee eeuw. De kerk omvatte oorspronkelijk een schip met 7 traveeën geflankeerd door zijbeuken, een vooruitstekend transept met 2 apsissen en een koor van 2 traveeën met een halfronde apsis. De 1ste travee van de zuidelijke zijbeuk werd in de 13de eeuw omgevormd. De aanwezigheid van kraagstenen boven de grote bogen van het schip, evenals de hoge ramen van het schip en de bogen van de zuidelijke zijbeuk wijzen op verschillende bouwcampagnes. De grote bogen van het schip worden afwisselend ondersteund door cilindrische en bundelpijlers.







Verschillende werkcampagnes dateren uit de 16de eeuw. De werken aan de bevloering leidden tot een gedeeltelijke herwerking van het westelijke portaal, waarvan de uitlopers werden verlaagd, en gecanneleerde pilasters tussen de kapitelen en de boog. Terwijl een sacristie werd gebouwd op de plaats van de apsis van de noordelijke arm van het transept, werd de apsis van de zuidelijke transeptarm afgebroken.  Tussen het schip en het koor werd een triomfboog aangebracht. 
Tijdens de Dertigjarige Oorlog werd de abdij op 4 oktober 1639 geplunderd en in september 1641 afgebrand. Twee jaar later liet de abdis een afsluiting voor de nonnen aanbrengen en werd de parochiekerk vervolgens in twee delen gesplitst; het koor, het transept en de laatste 2 traveeën van het schip gereserveerd voor de nonnen, de eerste 5 traveeën van het schip en de zuidbeuk met op het einde de sacristie voor de parochianen. 
De klokkentoren werd gerestaureerd en verhoogd in 1745, bekroond met een spits in 1766.  De abdij werd verwoest tijdens de revolutie, en het deel van de abdijkerk dat gereserveerd was voor nonnen werd afgebroken en later overgenomen door de gemeente. De kerk wordt een parochiekerk na het Concordaat. Na plaatsing op de 1ste lijst van historische monumenten in 1840 en in 1843 leidde architect, Charles Demoulins de restauratie om de klokkentoren en het westelijke portaal te consolideren. In 1855 werd de zuidelijke zijbeuk verlengd tot de hoogte van de 6de travee om plaats te bieden aan de kapel Notre-Dame, terwijl de overkapping van het schip werd vernieuwd. 
De grootste werken vonden plaats tussen 1875 en 1878, onder leiding van architect, Edmond Duthoit. De overblijfselen van het transept en de apsis werden afgebroken en de muur die de 6de en de 7de travee van het schip scheidt, werd verwijderd. Aan het einde van het schip werd een halfronde apsis opgericht, de noordbeuk werd herbouwd. Aan het einde van de 2 zijbeuken zijn een sacristie en een reserve gebouwd. Op zondag 31 maart 1878 werd de gerestaureerde kerk ingewijd onder de naam Sint-Nicolaas, patroonheilige van de wevers.

Beschrijving.
De kerk opgericht in kalksteen in een regelmatig metselverband wordt gevormd door een schip van 5 traveeën, geflankeerd door 2 zijbeuken en verlengd door een koor van 2 traveeën dat eindigt in een halfronde apsis. 






De gevel herneemt de 2 verdiepingen van de binnenzijde. Het portaal met 3 halfronde bogen is samengesteld in de onderste boog met gebladerte, op de andere 2, engelen en taferelen uit het Oude Testament. Men bemerkt eveneens Christus die de kerk bekroond en de synagoge ingehuldigd, evenals Jacob en de Engel.  Deze is versierd met een fret, waarvan elke tussenruimte een madeliefje invult. De pijlers worden verhoogd door twee kleinere gecanneleerde pilasters.










Boven het portaal omlijsten 4 gekoppelde zuilen, waarvan 3 met een ongeïdentificeerde gebeeldhouwde figuur, een hoog rondboogvenster met een oculus aan iedere zijde. Ze zijn omlijst aan de boven- en onderkant van een lijst van versierde kraagstenen.







Het fronton is versierd met een medaillon waarin Christus aan het kruis is uitgebeeld, wiens armen even lang zijn als het lichaam. Aan zijn voeten zijn Adam en Eva afgebeeld.




Een portaal van dezelfde structuur met een gebeeldhouwde boog en puntgevel komt uit op de zuidelijke zijbeuk. De 1ste travee van de zuidelijke zijbeuk dient als basis voor de klokkentoren. 










Het grootste deel van het gebouw is overdekt met baksteen. Het dak van de klokkentoren is van leisteen.  Alle puntgevels zijn eveneens overdekt. 




Zes afwisselend cirkelvormige en bundelpijlers ondersteunen de grote gebroken bogen van het schip en het koor. Twee dubbele diafragmabogen benadrukken de noordbeuk ter hoogte van de 3de en 5de pijler. Boven de rondboogvensters treft men de kraagstenen aan. De hoge rondboogvensters van het schip  met 6 in het noorden en 7 in het zuiden) komen niet overeen  met de 7 bogen van het schip. Een grote gebroken boog, bekroond door een oculus, scheidt de apsis van het koor. 

Bronnen.
- Hervé Oursel in "Nord roman"; Editions de Zodiaque, 'la Nuit des Temps 82'; Abbaye Sainte-Marie de la-Pierre-qui-Vire 1994.
- François Deshoulliers in "Congrès archéologique de France 101iéme session; Amiens 1936.

Bijlagen.

Geen opmerkingen: