Zoeken in deze blog

woensdag 6 maart 2019

Sankt Georg te Keulen (Nordrhein-Westfalen)

Sankt Georg 
te Keulen

Geschiedenis.
De 1ste bebouwing op de plek ten zuiden van de Romeinse stadsmuur betrof een militaire wachtpost uit de 1ste eeuw.  Deze was belast met de controle van de verbindingsweg naar het zuiden toe.  Waarschijnlijk werden in de 7de eeuw hiervan de funderingen gebruikt voor de bouw van een christelijk heiligdom.  De kerk werd ingewijd door Caesarius van Terracina en werd vermoedelijk met de Normandische invallen in 881 of 882 vernield.  Bij de bouw van de kerk Sankt Georg in de 11de eeuw restten van het voorgaande gebouw nog enkele ruïnes.
Met aartsbisschop Anno II werd besloten tot de bouw van een kerk in het gehucht Oversburg dat net buiten de Romeinse stadsmuren lag.  In 1074 werd deze driebeukige zuilenbasiliek met dwarsschip toegewijd aan de heilige Joris.  De transeptarmen hadden een tongwelf terwijl de middenbeuk van een houten overzoldering voorzien was.  De kerk bezat zowel een oostelijk als een westelijk koor en onder het oostelijke koor werd een hallencrypte met 5 traveeën aangebracht.  De kloostergebouwen werden in het oosten bijgebouwd.  Het klooster bestond uit kanunniken uit het klooster van Saalfeld, dat eveneens door aartsbisschop Anno II gesticht was.  Tegelijkertijd liet Anno II naast de Sankt Joris, de Sankt Jacob oprichten, als parochiekerk voor de geloofsgemeenschap.
Ongeveer 100 jaar later werd de westelijke apsis afgebroken ten voordele van een westelijk koor met een vierkante plattegrond.  Dit westelijk koor was eveneens bedoeld als onderbouw voor een toren maar deze werd nooit gerealiseerd.
In 1552 werd de Sint Joriskerk met de Sint Jacobskerk verbonden door een 2 verdieping tellende verbindingsgang.  Rond 1700 werd het dak van het westelijke koor vervangen door een barokke dak met bolvormige bekroning.
Met de secularisatie in 1802 werd het klooster opgeheven.  De Sankt Georg werd parochiekerk en in 1825 werd de Sankt Jacob volledig afgebroken.
In 1830-1840 werden een aantal verstevigingswerken uitgevoerd maar enige tijd later moest de kerk gesloten worden omwille van instortingsgevaar.  In 1870 werd een begin gemaakt met de herstellingen.  In de jaren '20 van de 20ste eeuw dreigde er opnieuw instortingsgevaar waardoor opnieuw een restauratie nodig was.  Uit deze periode dateren de gekleurde kerkramen van Johann Thorn Prikker.



Op 02 maart 1945 werd de kerk getroffen door de bombardementen van Engelse gevechtsvliegtuigen waarbij de Sankt Georg 7 maal geraakt werd.  Het volledige middenschip, het transept, de zijkapellen, de apsissen, de muren van het koor alsook de sacristie werden bijna volledig vernield.
In 1948-1949 werd met de wederopbouw met de westzijde begonnen.  Het vooroorlogse barokke dak werd niet meer herbouwd en vervangen door een eenvoudig dak.  Er werd eveneens gekozen voor origineel bouwmateriaal en de kerk te herstellen in de staat van voor 1930.




















Bijlagen.

Geen opmerkingen: