Zoeken in deze blog

vrijdag 18 augustus 2023

Eglise Saint-Julien te Liny-devant-Dun (Meuse 55)

 Eglise Saint-Julien 

te Liny-devant-Dun


Beschrijving.
De parochiekerk Saint-Julien behoorde tot het kapittel van Verdun en is in verschillende documenten vermeld tussen 932 en 952.  Een document van het jaar 1049 uitgevaardigd door paus Leo IX bevestigt het kapittel van Verdun in zijn eigendomsrechten op Liny.
In de 17de eeuw werd de kerk gereconstrueerd.  Enkel de toren van het middeleeuws gebouw is overgebleven zonder zelf enige wijzigingen te ondergaan.
Deze klokkentoren waarbij de buitenste muren zonder versiering, is in het huidige gebouw ingesloten.  Zijn westelijke muur situeert zich in de verlenging van de gevel.  De klokkentoren steekt niet uit op het hoge dak van het schip, enkel een deel van de bovenverdieping is nog zichtbaar.  De steun van het romaanse dak is nog zichtbaar aan de oostelijke muur van de toren boven het dak van het huidige schip.


Het metselverband van de westelijke muur van de kerk en de toren duiden aan dat de huidige inplanting van de toren met de oorspronkelijke overeenkomt.
De toren vormt een klokkentorenportaal.  Zijn gelijkvloers bewaart in het westen het portaal van de kerk dat nu dichtgestopt is.  Het timpaan is versierd met een Grieks kruis dat zich inschrijft in een cirkel.  Het kruis waarvan de uiteinden zijn verankerd, is omringd met een nauwe voetring en stelt in het midden een roos in een cirkel voor. 




Het gelijkvloers van de toren is overwelfd op een bijzondere manier.  Drie stevige gordelbogen ondersteunen een overlangs tongewelf, aan de aanvang waaraan zich sterk lijstwerk op de kubische kraagstenen uitbreidt, elk op geringe afstand van elkaar.  Het profiel van de imposten stelt zich samen met een bandlijst, een kleine bandlijst, een hollijst en een nauwe voetring. Aan de noordelijke zijde is het tongewelf gedeeltelijk weggenomen om een doorgang naar de verdiepingen toe te laten waarlangs men oorspronkelijk toegang verkreeg tot het schip langs een houten trap en een deur dat zich in het bovenste gedeelte van de oostelijke muur van de toren bevond.  Op de klokkenverdieping zijn de oude dichtgestopte bogen nog zichtbaar.  Een centrale zuil en een timpaan verdeelden deze.  Deze zuil ontbreekt in de noordelijke boog terwijl in de oostelijke zij een achthoekige cilinder voorstelde.  Het oude dak in leien is nog op zijn plaats onder de huidige overdekking.
Het profiel van de imposten en het decor van het timpaan laten de toren dateren uit de eerste helft van de 12de eeuw.  De boog van de oostelijke muur die de verbinding maakte tussen de toren en het schip heeft heel wat wijzigingen ondergaan.

Bron.
- Hans-Günther Marschall en Rainer Slotta in "Lorraine romane"; Editions Zodiaque, 'la Nuit des Temps 61'; Abbaye de Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vîre 1984.

Bijlagen.

Geen opmerkingen: