Sankt-Andreaskirche
te Keulen
Geschiedenis.
De kerk Sankt Andreas is een pijlerbasiliek met 3 beuken die zowel romaanse als gotische elementen inhoudt. De locatie van de Sankt Andreaskerk gaat vermoedelijk terug tot een vroegchristelijke kapel "Sankt Matthaeus in fossa".
Historische documenten bewijzen de oprichting van een kloosterkerk in de 2de helft van de 10de eeuw toegewijd aan sint Andreas. De vroegromaanse kerk met crypte werd door aartsbisschop Bruno gesticht en in 974 door aartsbisschop Gero ingewijd met als patroonheilige de sint Andreas.
In de westelijke delen van de huidige kerk zijn voorname delen van het laatromaanse gebouw uit de 12de eeuw bewaard gebleven.
In de 14de eeuw werd het noordelijke transept gotisch gewijzigd en gotische kapellen toegevoegd aan de zijbeuken. Een eeuw later werd het romaanse koor en de crypte gesloopt en dichtgestopt ten voordele van een nieuw gotisch koor geïnspireerd op het hallenkoor van Aken. Hierop volgde de reconstructie van de zuidelijke transeptarm.
De romaanse vieringtoren met plooidak bleef intact op de viering van het gebouw.
In 1802 volgde de secularisatie van de kerk. Bij de afbraak van de Dominikanerkerk werd het gebeente van Albertus Magnus en andere belangrijke delen naar de Sankt Andreas overgebracht. Met de secularisatie van de Makkabeeënkerk werd eveneens het schrijn overgebracht naar de Sankt Andreaskerk.
In de loop van de 19de eeuw volgde de afbraak van de abdijgebouwen en de restauratie van de kerk met neoromaanse correcties. In 1843 werden de westelijke kloostergebouwen afgebroken tot aan de oostelijke vleugel die nu de inkomhal vormen. In 1899 werden de koorramen vernieuwd door de bekende Keulse glas- en loodwerkplaats "Schreiders & Schmolz".
De Romeinse sarcofaag met het gebeente van Albertus Magnus werd in de crypte van de kerk geplaatst. De opgelopen schade tijdens WO II werd in 1947 grotendeels hersteld. In de jaren '50 werd de restauratie aan de buitenzijde ingezet met het herstel van de toren. In 1953-55 werd de crypte van de 11de eeuw ontdekt en blootgelegd, modern uitgebreid en verlengd met een grafkapel van Albertus Magnus waarvan de restanten sedert 1954 rusten in de Romeinse sarcofaag.
Van 1992 tot 1997 volgde een uitgebreide binnen- en buitenrestauratie. Van 2005 tot 2010 creëerde Markus Lupertz een kleurrijk 12-delige cyclus in de gotische ramen van de noordelijke en zuidelijke transeptarmen.
Bijlagen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten