Zoeken in deze blog

donderdag 3 januari 2019

Voormalige Sint-Leonarduskerk te Dudzele (West-Vlaanderen)

Voormalige Sint-Leonarduskerk  
te Dudzele

Geschiedenis.
In 1109 bekwam het Brugse Sint-Donaaskapittel het patronaat van de kerk te Dudzele.
In de tweede helft van de 12de eeuw werd een Romaans bedehuis gebouwd.  Het was een kruiskerk met een vieringtoren en een driebeukige schip voorafgegaan door een westbouw.  Hiervoor werd voor veldsteen, kiezelzandsteen en kalksteen gebruikt.
De westbouw bestond uit een vierzijdige toren geflankeerd door 2 vierzijdige traptorens en 2 kleine nevenruimten in het verlengde van de zijbeuken.  De toren werd aan de westzijde door 2 met talrijke versnijdingen afgewerkte steunberen gestut.  De toren werd gesteund door een flankeertoren en een zware liseen.  Naast de westhoek van elke flankeertoren stonden 2 steunberen, eveneens met kleine versnijdingen.  Beneden was er een kalkzandstenen plint langs boven schuin afgewerkt.  Onderaan werd de toren doorbroken op de 4 zijden.  Op de westzijde door de ingang waarvan een gedeelte van de boog bewaard is, op de zuid- en noordkant waar een rondboogdoorgang naar de nevenruimten was aangebracht, op de oostzijde waar zich tussen pijlers een doorgang naar de middenbeuk bevond. 
Op de eerste verdieping gaf in de noordmuur een rondboogdoorgang verbinding met de traptoren, hiernaast bevond zich een brede en een smalle blindnis.  Op de volgende verdieping was er eveneens een verbinding met de traptoren.  Op de eerste verdieping bevonden zich boven de westelijke ingang 2 rondboogvensters omgeven door 1 grote ontlastingsboog in rondboog.
In 1350 wordt in een oude tekst vermeld dat het Sint-Donaaskapittel toestemming gaf voor het herbouwen van de OLV-kapel, aan de noordkant gelegen.  Van dit gedeelte bleef oa het oostelijke venster gedeeltelijk bewaard.
In de tweede helft van de 16de eeuw wordt de kerk door de geuzen geplunderd en vernield.  In het laatste kwart van de 16de eeuw wordt een deel van de kerk opnieuw hersteld.
Naar een beschrijving in 1640-1641 was enkel het schip in gebruik, het koor met zijkoren waren vernield.  In de middentoren hingen de klokken.  Na het herbouwen van de koren en de sacristie in 1644 en het herbouwen van het schip in 1667 wordt in 1671 de toren gesloopt met uitzondering van de westmuur waarvan men de nieuwe kerkgevel zou maken.  In 1673 echter stort de middentoren in. 
In 1687 werd het plan opgevat om een nieuwe kerk te bouwen waarbij op de plaats van de Romaanse kruisbeuk, de zijkoren en het westelijk gedeelte van het hoofdkoor, een driebeukige kerk met 3 traveeën en een voorportaal zou komen.  Het oostelijk gedeelte van het middenkoor, de sacristie en een deel van de zijkoren bleven bewaard.
In 1713 werd op de westbouw een klokkentorentje gebouwd.

Beschrijving.
Wat nu nog overblijft is een deel van de zuidelijke flankeertoren van de westbouw, die sterke gelijkenissen vertoont met deze van de Sint-Pieterskerk te Ieper.
Ruwe veldstenen metselwerk, een sterke geslotenheid en trapsgewijze steunberen kenmerken deze architectuur.  De massiviteit van het volumespel werd nog vermeerderd door een vierkante vieringtoren.
De aanzetten van het westportaal, van de oostelijke gordelboog en van de zuidelijke scheimuur zijn bewaard gebleven.

















Bronnen.- R. Lemaire in De Romaanse bouwkunst in de Nederlanden; verhandelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten in België, Klasse der Kunsten n° 6, Brussel 1952.
- Jean-Pierre Esther en Geert Bekaert in België Romaans, uitgeverij Hadewijch Antwerpen - Baarn.
- André Courtens en Jean Roubier in Romaanse kunst in België; uitgeverij Vokaer Brussel 1971.

Bijlagen.

Geen opmerkingen: