Eglise Saint-Martin
te Véreaux
Geschiedenis.
De geschiedenis van deze parochie is voor het grootste gedeelte ongekend. De kerk die in de 15de eeuw vervolledigd werd met zijbeuken, heeft het voornaamste van zijn Romaanse samenstelling behouden. Dit omvat een apsis in hoefijzervorm die langs nauwe doorgangen in verbinding staat met de 2 halfronde absidiolen, een transept met een kruising overdekt met een koepel op trompen en met kruisbeuken die in hun breedte loodrecht op deze van de absidiolen staan. Gans het binnenste gedeelte is van een uiterste eenvoud.
Beschrijving.
Onder een voorbouw dat overdekt wordt met een talud, ondersteund door heel mooie modillons met grijnzende gezichten met daarboven aan de hoeken de bovenste uiteinden vanwaar de steunberen stijgen, opent zich een portaal met een uitzonderlijke rijkdom voor een zo bescheiden plattelandskerk.
Het is een rondboog, zonder timpaan met 2 rijen van booggordels onder een platte lijst van palmetten die de archivolt onderlijnt, en zijn de sluitstelen van de bovenste rij, één voor één versierd met grote bloemen van 8 kroonblaadjes die de ganse voorzijde bedekken. Op de onderste sluitring loopt een doorlopende rankenversiering van sluitsteen tot sluitsteen met aan de buitenzijde van de kromming begrensd door een rij van zaagtanding en op de boog een rij van parels. De stengels, gekloofd door vezeltjes, zetten zich open in geribde bladeren of in korrelig fruit. Verschillende van hun spiralen omringen de bustes gehuld in heel fijn gebeeldhouwd naar het klassieke voorbeeld en met een precies realisme.
Deze dubbele gordelboog valt terug op de dekstenen waarbij de rechtse en de gladde lijst, onderlijnd met vezels, boven een rij staat van palmetten die een fries vormen. De stijlen van het portaal die de binnenste gordelboog draagt, is naakt. De inspringende hoek naar buiten toe, is bezet door 2 beeldzuilen met daarboven kapitelen. Op de linkse houdt een zittend personage de vleugels vast van een fabelvogel. Rechts zijn vogels en gebladerte met elkaar verweven. De beelden vormen werkelijk één geheel met de zuil. Zij stellen 2 gekroonde vrouwen voor getooid met hoofdbanden. De lange kleren met heel fijne, gelijkvormige plooien doen veeleer denken aan de beelden van het Koninklijk portaal van Chartres en de kerken in het Île-de-France dan aan de figuren van de zijportalen van de kathedraal van Bourges.
Deze techniek is heel zeldzaam in het zuiden van de Cher. Heeft het atelier dat op de site van de kathedraal van Bourges heeft gewerkt, buiten zijn hoofdtaak, ook nog plaatselijke bestellingen uitgevoerd ? Of heeft één van zijn beeldhouwers zich tijdelijk verwijderd om een helpende hand te bieden aan de ploeg steenhouwers, werkzaam in deze verwijderde plattelandszone ! Men bemerkt dat de beeldzuilen van Véreaux en het bijkomende beeldhouwwerk van een kleinere omvang zijn en dat hun verplaatsing op een afstand van enkele 10-tallen km, geen enkele technische belemmering vormde, om deze hypothese te ontkrachten.
Op economisch vlak was Val-d'Aubois waarin het dorp van Véreaux zich bevindt, een heel actieve zone was. De koning van Frankrijk en de priorij van Cluny te Charité-sur-Loire verdeelden de stad Sancoins, in de onmiddellijke omgeving. Drie grote, feodale leenroeren waren van invloed in deze omgeving tijdens deze periode met de heerlijkheden van Charenton en Montfaucon alsook het graafschap van Nevers. Deze dynamische entourage, verklaart misschien het bestaan van deze 2 in steen gehouwen merkwaardigheden.
Bron.
- Jean Favière in Berry roman; Edition de Zodiaque, "la Nuit des Temps 32"; Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1970.
Bijlagen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten