Zoeken in deze blog

zaterdag 18 augustus 2018

Eglise Saint-Martin te Tourinnes-la-Grosse (Brabant-Wallon)

Eglise Saint-Martin 
te Tourinnes-la-Grosse

Beschrijving.
Dominerend het dorp waaraan zijn zware toren, zijn naam heeft ontleend, is de kerk Saint-Martin een gebouw met een eenvoudig plan.  Het gebouw is het resultaat van verschillende bouwcampagnes met een zware klokkentoren, 3 beuken die uitkomen op een niet uitstekend transept en een Gotische apsis.


Het koor dat werd opgericht in de 13de eeuw, is van dezelfde periode als het transept.  Tijdens de Romaanse periode beschikte de kerk over geen transept en kwam overeen met een heel eenvoudig plan van 3 beuken verlengd met een eenvoudige apsis opgetrokken in de as van de hoofdbeuk.  De Romaanse apsis lag lager dan het schip en moet rechthoekig geweest zijn.  In de laagste gedeelten van het koor ziet men nog de Romaanse onderbouw die halfrond aan de basis was en niet overeenkomt met de 1ste apsis maar met de aanvang van de huidige apsis.  Deze is op hetzelfde tijdstip begonnen als de klokkentoren.  Men treft er dus nog de aanwezigheid aan van een chronologische evolutie waarbij van de oorspronkelijke kerk nog het schip resteert, de constructie van het transept waarvan de kruising de plaats bezet van een deel van het oorspronkelijke koor.  Het is pas vanaf het niveau van de vensters in de apsis dat men de 1ste elementen van de Gotiek aantreft overeenstemmend met de keuze van een polygonaal plan.




Bij de klokkentoren is de structuur nog Romaans maar de constructie komt reeds overeen met het 1ste decennium van de 13de eeuw.  Het gelijkvloers van het vierkante plan is overdekt met ribben en is in het westen doorbroken met een oculus van 1656 en een ingang gedateerd op 1746.  De 1ste verdieping is onafgewerkt gebleven en wordt verlicht door 3 paarsgewijze bogen.  Men bemerkt er zitbanken in steen uitgewerkt in de diepe uitsprong van de vensters wat kenmerkend is voor een militaire functie als donjon; een functie die deze zware torens vervulden bij de bescherming van het dorp.  Dit hoge onafgewerkte gedeelte bereikt men langs een traptorentje gesitueerd aan de zuidoostelijke hoek van de toren.






De 3 beuken van het gebouw zijn het meest aantrekkelijke deel van het gebouw.  De zijbeuken gaan terug tot de 17de eeuw maar zijn gezet op de Romaanse fundamenten.  De verheffing van de centrale beuk is heel eenvoudig en biedt een uniek volume.  De boogreeksen zijn gedragen door de licht rechthoekige pijlers die de vorm van een onopvallende talud aannemen.  Deze vallen terug zonder tussenliggende imposten dankzij hun lichte hoefijzervorm.  Door hun samenstelling benadrukken de vensters van het hoogste gedeelte de horizontale herneming van de volumes.





De vorm van de boogreeksen te Tourinnes doet denken aan de hoefijzerbogen van gekende gebouwen als Saint-Michel-de-Cuxa en laat een nauwe verwantschap veronderstellen met de Mozarabische of Islamitische wereld.  Maar hier is de vorm van de boogreeksen het resultaat van het gebruik van bogen zonder imposten die tijdens hun oprichting gebruikt werden.  Dit is het geval in al de regio's waar men de constructie met vulstenen gebruikte.  Het algemene aspect pleit voor een vroege datering daar het in de loop van de 10de eeuw het meest verspreide type van constructie was.  De vensters van het schip schijnen ondanks hun kleine afmetingen van een latere periode te dateren.



Bronnen.
- Geert Bekaert en Jean-Pierre Esther in België romaans; Uitgeverij Hadewijch; Antwerpen-Baarle 1992.
- Jacqueline Leclerc-Marx in L'art de roman en Belgique; Editions J.-M. Collet; Liège 1997.
- Jean Roubier en André Courtens in Romaanse kunst in België; Uitgeverij Vokaer; Brussel 1971.
- Xavier Barral i Altet in Belgique et Grand-Duché de Luxembourg romane; Editions Zodiaque, 'la Nuit des Temps 71'; Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1979.

Bijlagen.

Geen opmerkingen: