Zoeken in deze blog

woensdag 12 december 2018

Eglise Saint-Remi te Chardonnay (Saône-et-Loire 71)

Eglise Saint-Remi 
te Chardonnay









Bijlagen.

Ancien prieuré Saint-Hippolyte te Saint-Hippolyte (Saône-et-Loire 71)

Ancien prieuré Saint-Hippolyte 
te Saint-Hippolyte

Geschiedenis.
Tussen 999 en 1027 vermeldt een charter van Cluny dat Josserand I le Gros van Brancion op zijn sterfbed een schenking verricht aan de abdij welke de kerk toegewijd aan de heilige Hippoliet op het grondgebeid van Mâcon omvat.
Begin 1105 wordt Saint-Hippolyte vermeld als priorij "obedentia de Sancto Ypolito" in een charter van Cluny.
Op 08 februari 1107, op het moment dat Hugues de Saumur abt is te Cluny, krijgt de priorij Saint-Hippolyte het bezoek van paus Pascal II die een voormalige benedictijnermonnik was van Cluny.  De paus verbleef er de ganse dag op zijn weg van Cluny naar Beaune.
Saint-Hippolyte was een priorij van Cluny die als voornaamste functie de bevoorrading van levensmiddelen voor de honderden personen had, die in en rond de abdij van Cluny leefden.  Iedere priorij van Cluny werd geleid door een prior, aangeduid door Cluny en werd bijgestaan door enkele monniken en dienaars voor het uitoefenen van verschillende activiteiten.  De prior deed ook rechtspraak op zijn bezittingen.  Spijtig genoeg is er geen enkel spoor terug te viden wat betreft de naam van een prior te Saint-Hippolyte.
Rond 1155 laat abt Pierre le Vénérable een inventaris opmaken van de priorijen met als doel hun rendement en hun beheer te verbeteren.  Deze inventaris laat ons toe om de precieze inkomsten en de productie van een tiental priorijen, zoals Laizé, Beaumont, Malay, Saint-Hippolyte, Chaveyriat, Saint-Martin, Berzé, Arpayé, Montberthoud, Saint-Gengoux en Lourdon te kennen.  In de loop der tijden heeft het aantal priorijen van Cluny wel gevarieerd.
Men beschikt niet over exacte inlichtingen wat betreft de uitgestrektheid van de priorij.  De kern van de priorij werd gevormd onder de term van "château" wat bestond uit de versterkte kerk omringd met muren, en 2 wachttorens die verblijfsgebouwen, de schuren en met een versterkte ingang omvatten.
Het territorium van de priorij omvatte tijdens haar hoogtepunt de 3 parochies van Bonnay, Cormatin en Cortevaix.  Men kan schatten dat met zijn 7 molens het zich uitstrekte in de lengte van de Guye met in het noorden de molen van Messeugne tot aan de molen van Crouzot in het zuiden.  Saint-Hippolyte bezat eveneens verschillende vijvers in de vallei van de Guye.  De wijngaard van Montrachet was eigendom van de monniken van Cluny en maakte waarschijnlijk ook deel uit van de priorij van Saint-Hippolyte.  De gronden van Montagny, nu Saint-Ythaire, zijn eveneens vermeld als deel van de priorij.
Saint-Hippolyte vormt de zeldzame getuige van een versterkte priorij met de schijn van een donjon die de samenvloeiing van de Guye met de Grosne domineerde.  
In 1214, na 150 jaar van twisten sinds de oprichting van de priorij, tekent Josserand Gros de Brancion een vredesverdrag met Cluny wat betreft Saint-Hippolyte.  Hierbij deed hij afstand van alle rechten op deze plaats en erkende Cluny als enige eigenaar van het domein en beveelt om er versterkingen op te trekken en gaat zelfs zover dat hij verklaart dat hij geen enkele hinder zal veroorzaken mocht deze priorij een vrijleen worden.
Het is tussen 1214 en 1319 dat de kerk verandert in een versterking, allicht in verschillende fasen.  De klokkentoren is omringd met een rechthoekig massief die doet denken aan een donjon, de muur van de noordelijke zijbeuk is verhoogd en bovenaan het niveau van het dak van het schip met een van kantelen voorziene versterking loopt een rondgang.  Een ronde toren die nu volledig vernield is omvatte de noordelijke hoek.  Deze toren zou van een latere periode dateren dan de versterkingen.
In 1319 wordt Saint-Hippolyte aangeduid als "Castrum Sancti Hippolyti" in een document bij het bezoek van de priors te Cluny.  Samen met Lourdon, Bezornay, Mazille, Boutavan en Ecussoles vormt de priorij één van de 6 versterkte bezittingen die de abdij van Cluny bezit in een straal van 20 km.  Het betreft hier een strategische plaats van het totale domein van de monniken in het noorden.
Als men echter van dichtbij kijkt is deze versterking alhoewel indrukwekkend, een verbeelding daar er geen echte verdediging is met weinig schietgaten in de donjon.  Deze versterking had geen ander doel als de macht van de abdij van Cluny te bevestigen en om de naburige kasteelheren van Uxelles en Brancion te imponeren waarmee er voortdurende twisten waren voor de controle van de macht op de nabijgelegen gronden.
Men kent niet de juiste datum van de instorting van het dak van het schip van Saint-Hippolyte.  Waarschijnlijk was het gebouw getroffen door een aardbeving die eveneens de stad Bazel in 1356 had getroffen.  In dit gehucht zijn de aardbevingen op een bijzonder intense manier te voelen als men de getuigenissen van die periode mag geloven, waarschijnlijk om reden van de geologische structuur van het terrein.
In 1441 is Saint-Hippolyte, ondanks zijn versterkingen, bezet door een plunderbende.  Tijdens deze periode verlaten de monniken Saint-Hippolyte maar zullen het pas in de 17de eeuw verkopen.  Op 26 juli 1481 vermeldt een register van bezittingen de staat van verval van het domein te Saint-Hippolyte, dat volledig tot een ruïne vervallen is.
In 1587 stelt de paus tijdens de 8ste godsdienstoorlog de Franse geestelijkheid voor om een gedeelte van de ruïnes te herstellen.  Om dit te bekostigen verkoopt de abdij van Cluny verschillende domeinen zoals de vijver van Saint-Hippolyte.
Rond 1580 doet de abdij van Cluny definitief afstand van Saint-Hippolyte.  De gronden worden verkocht door de abt van Cluny, Claude de Guise, aan een privé-eigenaar, Leonard de Semur, heer van Trémont die zijn voornaamste verblijf houdt in het kasteel van Sercy.  De opgebrachte gelden dienen voornamelijk voor het onderhoud en herstelling van het fort van Lourdon.
Op 25 juni 1609 preciseert een inventaris dat de kerk geruïneerd is en de nieuwe eigenaar heeft geen enkele herstelling laten uitvoeren uitgezonderd de overdekking in lavasteen van een toren en uitsluitend het koor staat nog overeind. Als gevolg gebruikt men nog enkel het intacte koor en transept, de verbindingsbogen tussen het schip en het transept worden afgesloten en Saint-Hippolyte wordt omgevormd tot een kapel.
In 1746 hangt Saint-Hippolyte af van de parochie van Bonnay.
In 1780 wordt de kapel gebruikt als cultusplaats en de mis wordt er nog steeds iedere maandag opgedragen maar het plein wordt bezet door winkels, beenhouwers, kunstenaars !
Met de Revolutie wordt in een algemene golf van ontkerstening vanaf het jaar II, in 1793, het dorp omgevormd tot "Mont Verrier".  Het is eveneens in dezelfde periode dat het dorp wordt toegevoegd aan Bonnay.
In het midden van de 20ste eeuw maakt de geruïneerde kerk deel uit van een landbouwbedrijf en gebruikt als opslagplaats.
Op 10 september 1913 wordt de kerk geklasseerd als Monument Historique, dankzij de tussenkomst van archeoloog Jean Virey.  In 1927 wordt de klokkentoren verstevigd die dreigde in te storten.  Nadien zet de vernieling zich verder met een overwoekering van de vegetatie.
Sinds de zomer 1971 maakt  de voormalige priorij deel uit van een restauratiecampagne dankzij "REMPART".
In 2003 wordt de gemeente Bonnay eigenaar van de kerk doordat zij de kerk voor 1 symbolische euro afkoopt van de eigenaar.  De vereniging "Le Renouveau de Saint-Hippolyte" wordt in hetzelfde jaar opgericht en verleent haar medewerking voor het bewaren van het monument.



Beschrijving.
De oorspronkelijke romaanse kerk, opgericht in de overgang van de 11de naar de 12de eeuw, omvatte een schip van 4 traveeën en met zijbeuken, een breed transept met koepel op trompen en een koor van 3 apsissen.  Enkele sporen van een muurbeschildering zijn nog zichtbaar in het koor.  Het plan is analoog met deze van de priorijen van Malay of Puley. 







Het gewelf van het schip was een gebroken tongewelf.  De terugvallen van de grote boogreeksen en de gordelbogen, van het schip en de zijbeuken rustten op ronde pijlers met kapitelen versierd met vegetarische decor.  Hiervan bestaan nog enkele restanten die opnieuw opgehoogd werden.  






Het monument werd in brand gestoken, geruïneerd en vernield in de loop der eeuwen waardoor nog enkel het transept, het koor en de muren van het schip overbleven.  Men kan echter nog steeds de kwaliteit van de romaanse constructie bewonderen waarvan het metselverband heel verzorgd is.
Bij het begin van de 13de eeuw werd de priorij versterkt.  De klokkentoren op de kruising werd in een groot rechthoekig massief ingewerkt, die dienst deed als donjon.  Hij werd doorbroken van schietgaten en versterkingen werden aangebracht op de zijbeuken.








Van de kerk van de 12de eeuw rest nog de koepel op de kruising, de romaanse klokkentoren bestaande uit 2 verdiepingen met rondbogen omkaderd met Lombardische boogreeksen, de apsis en de absidiolen.










Het betreft hier één van de mooiste voorbeelden van de architectuur van Cluny van rond de jaren 1100.  Met de verbouwingswerken uitgevoerd in de nabijheid van het kooreinde heeft men de funderingen gevonden van een middeleeuws gebouw wat de aanwezigheid van een priorij bevestigd.

Bijlagen.
-https://www.google.com/maps/d/u/0/viewer?ll=46.565402111323756%2C4.5614558743545785&hl=es&z=11&mid=10VQlt2Sl_920124MX6Tp42yA16k
-https://monumentum.fr/eglise-saint-hippolyte--ruines--pa00113123.html
-http://www2.culture.gouv.fr/public/mistral/merimee_fr?ACTION=CHERCHER&FIELD_1=REF&VALUE_1=PA00113123
-https://fr.wikipedia.org/wiki/Église_Saint-Hippolyte_de_Bonnay
-https://commons.wikimedia.org/wiki/Category:Église_Saint-Hippolyte_de_Bonnay
-http://www.bourgogneromane.com/edifices/sthippolyte.htm
-https://bourgognemedievale.com/departement-et-pays/saone-et-loire/pays-chalonnais-entre-grosne-mont-saint-vincent/bonnay/
-http://photos-eglises.fr/Bourgogne/71/Bonnay/hyppolite.htm
-http://www.patrimoine-religieux.fr/eglises_edifices/71-Saône-et-Loire/71042-Bonnay/125463-EgliseSaint-Hippolyte
-http://www.tourisme-en-france.com/fr/poi/3163/eglise-romane-de-saint-hippolyte
-http://www.pastourisme71.com/fiches_eglises_a_imprimer/Bonnay-Saint%20Hippolyte.pdf
-https://www.fondation-patrimoine.org/les-projets/doyenne-saint-hippolyte-a-bonnay-commune
-https://voyages.topexpos.fr/musees-monuments/doyenne-saint-hippolyte-bonnay-bourgogne/
-https://clochers.org/Fichiers_HTML/Accueil/Accueil_clochers/71/accueil_71042c.htm
-https://www.geoportail.gouv.fr/carte
-https://photos.google.com/album/AF1QipP9Lp1JoZLVEUbmzUGTl9zVDncOSEdpJ2AQpsOG

zondag 9 december 2018

Chapelle Saint-Laurent te Collonges; Lournand (Saône-et-Loire 71)

Chapelle Saint-Laurent 
te Collonges; Lournand

Beschrijving.
Collonges zou afkomstig zijn van het Latijnse "Colonica", grond die bebouwd wordt door een colon, een term voor boer volgens het feodale recht.  Dit moet men onderscheiden van de oudere term, colonia wat Romeinse kolonie betekend, vandaar Cologne, Keulen.  De strekking van beide namen is hetzelfde; de exploitatie van nieuwe grondgebieden.  In Frankrijk komt deze naam in vele varianten voor; Collognes, Coulanges, Coulougne, Coulorge, Coulonces,...Om goed bereikbaar te zijn bevonden deze plaatsen zich in de omgeving van een Romeinse heirbaan.  In het geval van Collonges was het deze van Autun naar Mâcon.
In 898 installeerde de bisschop van Mâcon, Gérard, 2 broers te Collonges.  In 928 schenkt de abt van Cluny, Odon, een klein stuk grond aan 2 andere broers en in 954 gaf een zekere Déorat, een wijngaard aan God, aan de heiligen Petrus en Paulus en aan de abdij van Cluny.  Hij hoopte hiermee de eeuwige gelukzaligheid te verkrijgen.
Korte tijd later begon de abt van Cluny, Mayeul, zich voor zijn bezittingen te Collonges te bekommeren en voerde een landruil, een herverkaveling door.  
Er zou hier ooit een eerste kapel gestaan hebben, die waarschijnlijk iets langer was.  Op grond van de schuin afgekante staanders aan de toegangsdeur zou de kapel dateren van de 16de eeuw.  In 1998 werd de oostelijke muur ontdaan van het stucwerk en kwam een gotisch venster te voorschijn wat de vermoedelijke oprichting in de 16de eeuw staaft. 







   
De kapel, samengevoegd met de Sint-Laurentiusparochie van Cotte, werd gebruikt als vervangingskapel bij slechte weersomstandigheden en overstromingen van de Grosne.  In 1602 werd ze samengevoegd met Lournand naar aanleiding van de plunderingen waarbij al de inwoners van Cotte op de vlucht waren.  De naam Sint-Laurent dateert waarschijnlijk van deze periode.
De kapel werd opnieuw aangewend om er erediensten op te dragen na de oorlog van 1939-1940 en dit tot op de dag van vandaag met nog 1 eredienst per maand.




De doopvont van de kapel in Cotte uit de 11de eeuw, werd in 1602 naar Collonges overgebracht en doet vanaf dat moment dienst als wijwatervat.  De niet afgewerkte achterkant laat vermoeden dat hij oorspronkelijk aan die kant vastzat aan de muur.





Bijlagen.
-http://www.bourgogneromane.com/edifices/lournand.htm
-http://www.petit-patrimoine.com/fiche-petit-patrimoine.php?id_pp=71264_1
-https://www.christianophobie.fr/la-une/saone-loire-vol-chapelle-hameau-de-collonges
-https://www.flickr.com/photos/ricohplio/4927985794/
-https://fappah.fr/lournand-notre-patrimoine/
-https://clochers.org/Fichiers_HTML/Accueil/Accueil_clochers/71/accueil_71264a.htm
-https://www.geoportail.gouv.fr/carte
-https://photos.google.com/album/AF1QipM6tVe0vFL1FIxpX7ncrhOCwgnZSzJgi_J8hkcD