Zoeken in deze blog

donderdag 2 oktober 2025

Eglise Notre-Dame te Fleuriel (Allier 03)

 Eglise Notre-Dame 

te Fleuriel





Beschrijving.
Een parochie van het voormalige bisdom Bourges, en zetel van een priorij-pastorie.  Aan het begin van de 12e eeuw viel zij onder de abdij van Tournus.  In 1158 erkende Adrianus IV het als een bezit van de priorij van Evaux, kort daarna, in 1179, viel zij opnieuw onder Tournus en aan het einde van de middeleeuwen onder de bisschop van Clermont.
Een gebouw opgericht in de romaanse periode in twee bouwfasen.  Het licht uitstekende transept dateert uit het einde van de 11e eeuw of het begin van de 12e eeuw.  Het schip met drie traveeën, geflankeerd door zijbeuken, dateert uit de tweede helft van de 12e eeuw.  In de moderne tijd werd de koorafsluiting herbouwd met een halfronde apsis, geflankeerd door een apsis van hetzelfde ontwerp in het noorden en een rechthoekige kapel in het zuiden. 











Het transept is volledig overdekt met halfronde tongewelven; de kruising is omgeven door inspringende pijlers met eveneens halfronde bogen. 




Het schip, zonder ramen, dat ten noorden iets uit de as staat ten opzichte van de viering, draagt een gebroken tongewelf op gordelbogen; eveneens gebroken zijn de grote boogreeksen en de gordelbogen van de zijbeuken die de graatgewelven scheiden.  De gewelven rusten op rechthoekige pijlers met aangezette zuilen en, in de lengte van de gootmuren, op pilasters met imposten,.  De kapiteellichamen vertonen prachtige vlechtwerk en rankenversiering, zoals in Saint-Menoux, Souvigny, Buxières, enz.





































In de voorgevel bevindt zich een ingang in rondboog onder een archivolt met vijf booggordels met geometrische motieven die aan weerszijden rusten op vier colonnetten, aan de buitenzijde geflankeerd door een brede gecanneleerde pilaster, zoals in Autry-Issards, Buxières en Gipcy.  

















Het monolithische linteel rust op twee halve zuilen die tegen de stijlen staan.  Het voorbouwsel dat deze deur omlijst en waarvan het bovenste gedeelte aan de hoeken wordt afgezwakt door zuiltjes, wordt bekroond door een waterlijst dat gekenmerkt wordt door een rij maskers, waartussen rozetten zijn gegraveerd.










Daarboven bevindt zich een veelbladige rozet uit de 13e eeuw, omgeven door verschillende torische booglijsten. 



De 14e-eeuwse klokkentoren, die boven het kruisgewelf uitsteekt, bestaat uit een achthoekige verdieping die door hoge schuine wanden met een vierkante basis is verbonden. Aan elke zijde zijn twee dubbele spitsboogramen aangebracht, met daarboven een opengewerkt timpaan met een vierblad.  Een houten spits heeft de oude stenen spits vervangen.



De hoofdingang van de kerk heeft nog steeds zijn scharnieren uit de romaanse periode, zeer rudimentair smeedwerk, maar niet zonder belang.

Bron.
- Marcel Génermont en Pierre Pradel in "Eglises de France, Allier; Librairie Letourzey et Ané; Paris 1938.

Bijlagen.

Geen opmerkingen: